nr. 36
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2009
In uw brief van 29 januari jl. vraagt u mij en de beide staatssecretarissen
van OCW om informatie over de investeringen die gericht zijn op het aanpakken
van de problemen die gebleken zijn uit het onderzoek van de Inspectie van
het Onderwijs op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Mede namens hen en de minister
van OCW antwoord ik u bij dezen.
Ik wil vooropstellen dat ik tijdens mijn reis van 21 tot 27 februari
ruim aandacht heb besteed aan dit onderwerp.
Voorts is zoals bekend door de Ministerraad op 25 april 2008 twee
maal € 4 miljoen voor onderwijs ter beschikking gesteld om in 2009
en 2010 investeringen te doen in de aanloop naar de transitie van Bonaire,
Sint Eustatius en Saba naar openbaar lichaam van Nederland. Bovendien wordt
het deel van de samenwerkingsmiddelen voor onderwijs en jongeren dat voor
deze eilanden bestemd is uit hoofdstuk IV van de Rijksbegroting aan OCW ter
beschikking gesteld. Hiermee komt het totaalbedrag dat beschikbaar is voor
investeringen in het onderwijs op de eilanden op circa € 12 miljoen
voor 2009 en 2010.
Door de minister van OCW is een bestedingsplan opgesteld voor de additioneel
beschikbare middelen. Op basis van dit bestedingsplan worden de middelen van
hoofdstuk IV van de Rijksbegroting overgeheveld worden naar de Onderwijsbegroting.
Het betreffende plan wordt in nauw overleg met de bestuurscolleges van
de drie eilanden nader uitgewerkt. In het bestuurlijk overleg van november
2008 is hierover o.a. het volgende afgesproken:
• De verbeteringen zullen gericht zijn op het primaire onderwijsproces
en betrekking hebben op zowel de huisvesting, (de kwaliteit van) het personeel,
de onderwijsmaterialen als de gebruikte onderwijsmethoden.
• In alle onderwijssectoren van Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden
de volgende acties ingezet:
1. Er wordt een verbetertraject per school/instelling opgesteld;
2. De deskundigheid van leerkrachten (met inbegrip van praktijkbegeleiders/leermeesters
in het beroepsonderwijs) wordt bevorderd;
3. Het onderwijskundig management en de schoolbesturen worden geprofessionaliseerd;
4. Er komen betere voorzieningen voor leerlingen die extra zorg nodig
hebben om in het reguliere onderwijs mee te komen;
5. De benodigde schoolboeken en lesmaterialen worden ter beschikking gesteld;
6. Er wordt geïnvesteerd in de huisvesting, met name samenhangend
met de veiligheid en de gezondheid van leerlingen (in het licht van de bevindingen
van de VROM-inspectie).
Het volgende heeft daarbij hoogste prioriteit:
– Het inhaalprogramma taal en rekenen voor de leerlingen in de hoogste
groepen van de tweede cyclus funderend onderwijs; hiertoe worden alle leerlingen
van de tweede cyclus funderend onderwijs getoetst;
– Het ter beschikking stellen van de benodigde schoolboeken en andere
lesmaterialen alsmede voor het onderwijs benodigde materiële voorzieningen
waaronder bijvoorbeeld ook schoolbussen;
– Oplossen van de urgente problemen die door de VROM-inspectie zijn
gesignaleerd in de onderwijshuisvesting.
Het is de inzet van OCW de uitvoering van het plan in het eerste kwartaal
van 2009 ter hand te nemen nadat hierover met de eilandbesturen is overlegd.
Daarnaast wordt in samenwerking met de VNG gewerkt aan het doorlichten van
de ambtelijke diensten onderwijs van de eilanden.
Het streven is om het toetsen van de leerlingen in de periode mei-juni
2009 te laten plaatsvinden, zodat met de uitvoering van het inhaalprogramma
taal en rekenen gestart kan worden bij de aanvang van het schooljaar 2009/2010.
Voor het beschikbaar stellen van schoolboeken zijn inmiddels de eerste stappen
gezet, opdat het komend schooljaar de leerlingen die reeds kunnen benutten.
Het is de inzet van OCW om bij aanvang van het schooljaar 2010/2011 de
integrale verantwoordelijkheid voor het onderwijs op Bonaire, Sint Eustatius
en Saba over te nemen. Hierover zullen nadere afspraken met het Land Nederlandse
Antillen moeten worden gemaakt.
De investeringen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de minister
van OCW. Om een optimale inzet van de middelen te waarborgen blijft BZK ambtelijk
betrokken bij de uitvoeringspraktijk. Op deze manier wordt zoveel mogelijk
recht gedaan aan onze respectievelijke verantwoordelijkheden ten aanzien van
de verbetering van het onderwijs op de eilanden.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten