Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31700-III nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31700-III nr. 4 |
Vastgesteld 3 oktober 2008
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Op welke wijze wilt u inhoud geven aan de drie speciaal door hem gekozen thema’s uit de beleidsprogramma’s? Wat zijn de doelstellingen? Wat wilt u realiseren? Hoe denkt u de Kamer te rapporteren over de voortgang?
In de beleidsagenda van de begroting 2009 voor het ministerie van Algemene Zaken heb ik aangegeven bijzondere aandacht te blijven besteden aan de thema’s de concurrerende en ondernemende economie (mede door innovatie en ten behoeve van duurzaamheid), de Nederlandse positie in Europees verband en in internationaal verband (waarin de economische en duurzame ontwikkelingsagenda eveneens een belangrijke rol vervult) en respect. Als minister-president draag ik het belang van deze verbindende thema’s uit het Beleidsprogramma uit in mijn rol als voorzitter van de ministerraad en van de onderraden, als lid van de Europese Raad, alsmede in mijn rol als voorzitter van het Innovatieplatform.
Daar waar deze thema’s in het beleidsprogramma raken aan een of meerdere doelstellingen en projecten wordt dit zichtbaar in de reguliere begrotings- en verantwoordingssystematiek en de daarbij behorende correspondentie aan Uw Kamer. Voor zover mogelijk zijn de beoogde effecten en in te zetten activiteiten afrekenbaar geformuleerd. De doelstellingen uit het Beleidsprogramma zijn echter zelf verschillend geoperationaliseerd. Dit betekent dat het niet voor alle afzonderlijke doelstellingen mogelijk is om de gewenste effecten apart in kaart te brengen. Wel kan worden aangegeven wat er in 2009 wordt gedaan om de – in het Beleidsprogramma opgenomen – doelstellingen dichterbij te brengen. Hoofdstuk 3 van de Miljoenennota, de afzonderlijke begrotingshoofdstukken en de Verantwoordingsbrief 2008 geven hierin nader inzicht.
Heeft de u de embargoregeling voor Prinsjesdag al geëvalueerd? Welke zijn uw (eerste) bevindingen? Heeft hij zich al een idee voor het embargo in 2009 gevormd?
De regeling die dit jaar is gehanteerd – verspreiding van de stukken onder embargo op vrijdagochtend naar Kamerleden en journalisten – heeft voortijdige publiciteit niet voorkomen. Verschillende media hebben voor Prinsjesdag gepubliceerd; diverse Kamerleden hebben op de publicaties gereageerd. Een evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden. De voorzitter van de Tweede Kamer heeft aangekondigd zich in eigen kring te zullen beraden. Ook de Parlementaire Persvereniging en het Genootschap van Hoofdredacteuren vindt dat de situatie van dit jaar zich niet leent voor herhaling en buigen zich over alternatieven. Hierna zal het kabinet de balans opmaken.
Bestaan er voornemens om de woordvoering ook rijksbreed (als gemeenschappelijke dienst) te organiseren? Zo ja, hoe zal dat worden omgezet? Zo nee, waarom niet?
Tussen de directies Voorlichting van de ministeries en de Rijksvoorlichtingsdienst vindt sinds jaar en dag reguliere afstemming plaats over publiciteit en woordvoering rond de Ministerraad. Ad hoc wordt ook op deelterreinen de woordvoering tussen de meest betrokken ministeries gecoördineerd. Het interdepartementaal overleg van de directies Voorlichting en de RVD, de zogenaamde Voorlichtingsraad, vormt het gremium waarin deze afstemming deels plaatsvindt.
Hoe verloopt de invoering van de rijksbrede huisstijl? Loopt het op schema? Ook qua kosten?
Zowel de invoering als de uitgaven voor het project «invoering van rijksbrede huisstijl» verlopen volgens planning (zie hiervoor het TK-stuk vergaderjaar 2008–2009, 31 700 hoofdstuk III, nr. 2 paragraaf 3.3.2). Dit jaar zijn de eerste uitingen zichtbaar geworden. In 2011 wordt de afronding van het project voorzien.
Staat het na minister van Financiën in principe ook andere bewindslieden vrij om, naar analogie van het wekelijkse gesprek met de minister-president, een eigen, vast programma te krijgen bij een van de omroepen? Hoe zijn de ervaringen tot nu toe met dat eigen programma van de minister van Financiën?
Bewindslieden zijn verantwoordelijk voor hun eigen publicitaire optreden. Eenheid van kabinetsbeleid is daarbij een gegeven. Het optreden waarnaar de vragensteller verwijst, betreft een programma met een sterk financiële invalshoek. Dat mag ook blijken uit het feit dat de staatssecretaris van Financiën zijn minister bij afwezigheid vervangt.
Is de verplaatsing van de wekelijkse persconferentie van Nieuwspoort naar de RVD geëvalueerd? Heeft het opgeleverd wat er van verwacht werd? Is niet een bijgevolg dat na afloop van het wekelijkse kabinetsberaad ministers en staatsecretarissen op de drempel van het ministerie van Algemene Zaken mededelingen doen, hetgeen de samenhang in de presentatie van het kabinetsbeleid (via de persconferentie van de minister-president) niet ten goede komt?
Met de nieuwe opzet is de wekelijkse persconferentie aangepast aan de eisen die deze tijd stelt. De persconferentie is voor alle burgers live te volgen via internet en Politiek 24. De audiovisuele media kunnen vanaf het begin registreren. Journalisten kunnen hun werk doen op één locatie en hoeven niet meer heen en weer te pendelen. Anders dan de vragensteller veronderstelt, konden journalisten altijd al vertrekkende bewindslieden bevragen en deden dat ook ruimschoots.
Hoe groot is de inhuur van externen bij de overheidscommmunicatie in het algemeen en bij de RVD (DPC) in het bijzonder?
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het onderwerp externe inhuur in algemene zin in haar portefeuille. Zij zal u over dit onderwerp informeren. Voor wat betreft de externe inhuur van communicatie-advisering door de RVD (DPC) kan ik melden dat in de begroting 2009 geen externe inhuur is voorzien.
Kunt u motiveren waarom u in het bijzonder aandacht besteedt aan drie thema’s uit het beleidsprogramma van het kabinet: (1) innovatie/duurzaamheid; (2) Europa en (3) respect. Waarom niet aan een of meerdere van de andere? Welke afweging ligt aan die prioriteitstelling ten grondslag?
Zie antwoord bij vraag 1.
Hoe vaak is de onderraad voor rijksministerraad in 2008 bij elkaar gekomen en welke onderwerpen zijn er besproken in die onderraad?
In 2008 heeft de voorzitter van de raad voor Koninkrijksrelaties (RKR), de onderraad voor de raad van ministers van het Koninkrijk (RMR), tot nu toe zeven maal conclusies van de RKR vastgesteld ten behoeve van besluitvorming door de RMR. In de onderraad worden onderwerpen besproken waarover de RMR besluit zoals aangeduid in het instellingsbesluit van de RKR en de toelichting daarbij (Staatscourant 2007, nr. 244).
Kunt u aangeven welke «nieuwe en intensieve vormen van interdepartementale samenwerking» bij de rijksbrede communicatie vanaf 2009 te verwachten zijn? Hoe zal – concreet – «meer eenheid» in de presentatie worden gerealiseerd? Welke communicatieactiviteiten zullen worden gebundeld? Hoeveel campagnes blijven na de aangekondigde vermindering over? Welke zijn de thema’s?
De rijksoverheid realiseert meer eenheid in de presentatie door te gaan werken met:
– Eén logo. Uiteindelijk zullen op 1 januari 2011 de meeste onderdelen van de rijksoverheid over zijn gegaan op de rijksbrede huisstijl. Dit gebeurt stapsgewijs, waarbij we zoveel mogelijk gebruik maken van natuurlijke vervangingsmomenten.
– Eén Rijksoverheid.nl. Einddoel is de integratie van 16 websites in één website voor de rijksoverheid, waar 16 miljoen Nederlanders eenvoudig en snel alle relevante informatie, en toegang tot de interactie en diensten vinden die zij nodig hebben.
– 20 Postbus 51 campagnes die zijn verbonden door 5 thema’s: veiligheid, duurzaamheid, welvaart, gezondheid en maatschappelijke samenhang. Doel is dat vanaf 2009 de eerste twee thema’s zichtbaar worden in de Postbus 51-campagnes op TV en radio: veiligheid en duurzaamheid. Welvaart, gezondheid en maatschappelijke samenhang staan gepland voor 2010.
Waaraan besteed de regering de € 24,9 mln. voor de coördinatie van het algemeen communicatiebeleid?
Doel van de coördinatie van het algemeen communicatiebeleid is om informatie van de overheid voor burgers beschikbaar en toegankelijk te maken en te houden.
Het totale budget is opgebouwd uit uitgaven voor:
– de invoering van de rijksbrede huisstijl | € 4,7 mln |
– specifiek communicatiebeleid | € 1,5 mln |
– het Jaarprogramma | € 14,0 mln |
– de taakbijdrage aan DPC | € 4,7 mln |
Totaal | € 24,9 mln |
Hoe verloopt de coördinatie van communicatie/voorlichting over het Koninklijk Huis? Hoe (relatief) zelfstandig is die tak van rijksvoorlichting? Worden vanuit de RVD ook activiteiten voor leden van de Koninklijke familie, niet zijnde leden van het Koninklijk Huis ondernomen? Zo ja, welke?
De coördinatie van de communicatie/voorlichting over het Koninklijk Huis berust bij de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) op basis van het Koninklijk Besluit van 13 december 1965 (Stb. 1965, 554) alsmede een instructie voor de Rijksvoorlichtingsdienst inzake de berichtgeving betreffende het Koninklijk Huis (Stcrt. 21 december 1965). De RVD is onderdeel van het ministerie van Algemene Zaken en de werkzaamheden worden verricht onder verantwoordelijkheid van de minister-president, minister van Algemene Zaken. De RVD werkt ter uitvoering van de genoemde regelingen in beginsel uitsluitend voor de leden van het Koninklijk Huis. De RVD kan in bijzondere gevallen, zoals bij een doop, huwelijk of de publicatie van foto’s, beschikbaar zijn voor leden van Koninklijke Familie voor advies en begeleiding. Indien het woordvoering betreft wordt dit duidelijk gemaakt door steeds te kiezen voor de formulering «namens» of «op verzoek van». Zie ook Kamerstukken TK, vergaderjaar 2003 -2004, 29 241, nr. 5.
Wie coördineert de algemene beleidspresentatie precies? De RVD, de Voorlichtingsraad? Wie bepaalt de kabinetsbrede thema’s? In welke opzichten verloopt dat ’centraler’ dan voorheen? Staat het een minister vrij om over eigen thema’s op zijn/haar beleidsdomein te communiceren? Hoe groot is die speelruimte?
De coördinatie van de algemene beleidspresentatie is in handen van het kabinet. Inzet is de samenhang in het beleid ook in de beleidspresentatie tot uitdrukking te brengen. Deze samenhang ligt verankerd in het coalitieakkoord waarin de zes «pijlers» van het beleid zijn opgenomen. Deze pijlers zijn in het Beleidsprogramma uitgewerkt in concrete doelstellingen. Deze aanpak leidt tot meer samenhang in beleidsontwikkeling en -presentatie vanuit de departementen en draagt bij aan departementale ontkokering. Daarnaast is een experiment opgezet waarbij de jaarverslagen en begrotingen van vier departementen (VROM, VWS, LNV en BZ) worden toegespitst op de beleidsprioriteiten van het kabinet. Afzonderlijke bewindslieden zijn vrij om eigen (communicatieve) prioriteiten en speerpunten te formuleren.
Hoe krijgt de «thematische samenhang» van publiekscampagnes vorm? Wie coördineert/bewaakt het? Welke thema’s heeft het kabinet voor 2009 op het ooog? Hoeveel (minder) zullen het er worden?
a) De thematische samenhang krijgt vorm in vijf overkoepelende thema’s waarbinnen enkele deelcampagnes aan bod komen. Het kabinet heeft daartoe vijf thema’s vastgesteld n.l. veiligheid, duurzaamheid, welvaart, gezondheid en maatschappelijke samenhang. Op basis van de campagnes in de afgelopen decennia is hiervoor gekozen. Op dit moment werkt de projectdirectie Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl (ONS) samen met de ministeries twee thema’s uit. Doel is dat in 2009 in ieder geval binnen de thema’s veiligheid en duurzaamheid campagne gevoerd worden. Het is de bedoeling om vanaf 2010 alle massamediale campagnes binnen Postbus 51 en binnen de vijf thema’s te voeren. In 2009 worden 20 campagnes gevoerd, in 26 zogenaamde campagneroulementen. In de afgelopen jaren waren dat steeds ongeveer 30 roulementen.
b) De Voorlichtingsraad bereidt de inhoudelijke en organisatorische afstemming van alle campagnes voor. Het resultaat van de coördinatie door de Voorlichtingsraad wordt voorgelegd aan de Ministerraad.
2009 | 200 8 | 2007 | 2006 | 2005 | |
---|---|---|---|---|---|
aantal campagneroulementen1 | 26 | 28 | 31 | 32 | 31 |
mediabesteding per campagne (in €) | pm | pm | 487 040 | 535 809 | 610 086 |
Een roulement beslaat een aantal uitzendingen van een spot binnen een min of meer vaste periode. Er is keuze uit een zogenaamd basisroulement (300 grp’s in ongeveer vier weken) en een plusroulement (500 grp’s in ongeveer zes weken). Een grp (gross rating point) staat voor 1% kijkdichtheid in de doelgroep 13+ (circa 140 000 personen).
Hoeveel gaat de vervanging van de logo’s van alle ministeries kosten en hoeveel heeft het ontwerp nu uiteindelijk gekost.
Voor het ontwerp van de Rijksbrede huisstijl en invoering van de huisstijldragers bij alle ministeries is de komende drie jaar een jaarlijkse budget van € 6 175 000,–. Het totale budget bedraagt dus € 18 525 000,–. gereserveerd. Het totale budget bedraagt dus € 18 525 000,–. Daarnaast wordt de invoering van de huisstijldragers en huisstijl bij de dochterorganisaties van alle ministeries gefinancierd uit hun reguliere (bedrijfsvoerings)budgetten, waar mogelijk op basis van natuurlijke vervanging. Tegenover deze eenmalige investering wordt een structurele besparing van ten minste € 5 000 000,– per jaar geraamd. Na ruim 3,5 jaar zouden de invoeringskosten terugverdiend kunnen worden.
Het ontwerp van het nieuwe rijksbrede logo heeft € 60 000,– gekost (zie hiervoor ook de beantwoording op de vragen van de TK-leden Van Raak en Van Velzen (SP), vergaderjaar 2007–2008, 31 200 III, nr.4)
Waarom worden de massamediale campagnes (van begin tot eind) niet van meet af aan ondergebracht bij de gemeenschappelijke diensten, zoals die door Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl worden opgetuigd?
Massamediale campagnes zijn een beleidsinstrument. De primaire gedachtevorming over de wenselijkheid van de inzet hiervan ligt dan ook in het hart van het beleid: op de ministeries.
De uitwerking van de campagnes onder de Postbus 51-vlag is wel aan rijksbrede gemeenschappelijke regels gebonden. Zo geldt er een maximaal aantal tv en radio campagnes (20 in 2009) en moeten de campagnes in vijf samenhangende thema’s worden gepresenteerd: veiligheid, duurzaamheid, gezondheid welvaart en maatschappelijke samenhang. Dit zijn thema’s die voorkomen uit een inventarisatie van de Postbus 51 campagnes van de laatste 25 jaar. De uitvoering van de campagnes vindt bovendien plaats door een gemeenschappelijke dienst: de Dienst Publiek en Communicatie (DPC).
Hoeveel wordt bespaard met het verbieden van coproducties? Wat gebeurt er met die besparingen?
Met coproducties was jaarlijks gemiddeld ongeveer € 5 miljoen uit de rijksbegroting gemoeid.1 Dit bedrag is verspreid over bijna alle begrotingshoofdstukken en het bedrag per begrotingshoofdstuk verschilt per jaar. Coproducties waren bedoeld voor publieksvoorlichting. Het was een communicatiemiddel om moeilijk bereikbare doelgroepen te bereiken en om boodschappen over het voetlicht te brengen die niet in een Postbus 51 spotje pasten. Nu ministeries stoppen met coproducties zullen ze mogelijk andere communicatiemiddelen gaan inzetten om aan hun informatieplicht te voldoen. Ieder ministerie zal daarin eigen keuzes maken. Dat maakt het lastig om aan te geven waar besparingen binnen de rijksoverheid precies neerslaan en hoe deze besparingen worden aangewend.
Wat heeft de overheidscommunicatie voor met zgn. social media? Moet elke minister en staatssecretaris «Hyves» op en zich aansluiten bij LinkedIn? Hoe wordt de eenheid van het kabinetsbeleid bewaakt bij de oprukkende weblogs?
Er zijn geen specifieke voornemens ten aanzien van zgn. «social media». Bewindslieden worden verplicht noch verzocht zich te bedienen van Hyves en of LinkedIn.
Als bewindslieden met weblogs en social media gaan werken gelden – evenals voor alle andere middelen die worden ingezet voor overheidscommunicatie – de uitgangspunten overheidscommunicatie.
Wat is de precieze grondtoon van de rijksoverheid?
Het idee van een zgn. «grondtoon» is voor het eerst geopperd in het rapport van de commissie Wolffensperger (juni 2005). Er is geen «grondtoon» vastgesteld. De Voorlichtingsraad buigt zich over de mogelijkheden ter zake ten behoeve van beraadslaging hierover in kabinetsverband.
Op welke wijze wordt er kennis en ervaring opgedaan met social media?
Zie antwoord op vraag 18
Is er een verklaring voor de verminderde «productie» van de WRR, nu met name het aantal webpublicaties flink afneemt?
Per 1 januari 2008 is een nieuwe raad aangetreden. In 2008 worden in totaal 4 rapporten aan de regering uitgebracht, waarvan 2 voor verantwoordelijkheid van de vorige raad. In de eerste jaren van een raadsperiode wordt vooral aandacht besteed aan de oriëntatie op en start van nieuwe onderwerpen, die in de jaren daarna pas leidt tot een adviezen die worden gepubliceerd. Het aantal webpublicaties is afhankelijk van de hoeveelheid publiceerbare achtergrondinformatie. Het aantal webpublicaties was in 2007 zeer hoog als gevolg van het grote aantal achtergrondstudies bij één rapport (Europa in Nederland).
Hoe weet u nu al precies hoeveel publicaties de WRR in 2009 zal publiceren?
Het is bij langlopende WRR-projecten moeilijk om precies te bepalen wanneer een advies wordt oplevert. De inhoudelijke kwaliteit van het advies wordt belangrijker geacht dan de precieze publicatiedatum. Om toch enig inzicht te geven in de publicatieplanning van rapporten en overige studies, geeft de WRR hiervan een schatting.
Wat houdt deskundigheidsbevordering precies in en waar wordt het bedrag van € 1,5 miljoen precies aan besteed?
Onder deskundigheidsbevordering wordt in dit kader verstaan de activiteiten die door de Academie voor overheidscommunicatie (onderdeel van DPC) worden uitgevoerd. Deze activiteiten bestaan onder meer uit de training van communicatieprofessionals en beleidsmakers en -medewerkers op het gebied van overheidscommunicatie en anderzijds de ondersteuning van departementen bij de vertaling van nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de overheidscommunicatie naar de praktijk en naar opleidingsprogramma’s. De begrote opbrengst van €1,5 miljoen wordt voor circa €1,2 miljoen besteed aan de directe salariskosten van betreffende medewerkers en hiermee samenhangende indirecte kosten. Geraamd wordt dat voor circa €0,3 sprake is van overige kosten die 1:1 worden doorberekend aan de opdrachtgevers.
Is de gemiddelde begrote salarissom van ruim € 59 000 per fte. inclusief de kosten van uitzendkrachten? Hoeveel personeelsleden verdienen meer dan een minister en wat verdienen personeelsleden die meer dan een minister verdienen precies?
In de gemiddeld begrote salarissom zit geen opslag voor uitzendkrachten. In de totale begrote personele kosten zijn wel de kosten van eventueel in te huren uitzendkrachten (bijv. bij ziekte) opgenomen. Alle personeelsleden van DPC verdienen minder dan een minister.
Hoe staat het met voornemens om de publieke toegankelijkheid van Koninklijke paleizen en gebouwen te vergroten?
Voor zover verantwoord met het oog op veiligheid, privacy, werkomstandigheden ter plaatse en de kwetsbaarheid van de gebouwen zijn de Koninklijke Paleizen (gedeeltelijk) opengesteld voor publiek.
Daar waar beperkingen in de feitelijke openstelling noodzakelijk zijn vanwege de genoemde omstandigheden zijn virtuele rondleidingen geplaatst op de website over het Koninklijk Huis. Zo is het publiek altijd in de gelegenheid om een kijkje te nemen achter de paleisdeuren.
Het Koninklijk Huisarchief en de Rijksvoorlichtingsdienst organiseren bovendien iedere twee maanden een nieuwe virtuele expositie op de website van het Koninklijk Huis van stukken uit de collectie van het Koninklijk Huisarchief.
Het Koninklijk Paleis Amsterdam is het grootste deel van het jaar open voor het publiek en trekt jaarlijks rond de honderdduizend bezoekers. In de zomer is het Paleis dagelijks open. Daarbuiten regelmatig op dinsdag tot en met donderdag en in het weekeinde. Een jaarlijks wisselende zomertentoonstelling illustreert de rijke geschiedenis van dit monument uit onze Gouden Eeuw. In het najaar wordt het werk van jonge schilders tentoongesteld in het kader van de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst. Momenteel wordt het Paleis in Amsterdam verbouwd waardoor de bezichtigingen tijdelijk zijn opgeschort. Zodra het Koninklijk Paleis Amsterdam weer overgedragen en volledig in gebruik genomen wordt, zullen de bezichtigingen worden hervat. Rond diezelfde tijd komt er bovendien een nieuwe virtuele rondleiding op de site van het Koninklijk Huis. In december aanstaande wordt de website van de Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam gelanceerd waarop uitgebreide informatie is te vinden over openingstijden en activiteiten in het Paleis. Openstelling voor het publiek wordt medio 2009 verwacht.
Het is mogelijk om het Koninklijk Huisarchief en de Koninklijke Stallen bij Paleis Noordeinde te bezoeken. Op aanvraag vinden gecontroleerde rondleidingen plaats voor groepen. Jaarlijks zijn dat bij de Stallen circa 50 rondleidingen met maximaal 30 bezoekers per groep. Bij het Koninklijk Huisarchief gaat het om ongeveer 35 rondleidingen met maximaal 25 bezoekers per groep. Ook worden soms rondleidingen georganiseerd voor de media. Het Koninklijk Huisarchief werkt verder mee aan gemiddeld 30 tentoonstellingen per jaar in binnen- en buitenland om de collectie zoveel mogelijk in de openbaarheid te brengen. Volledige ongecontroleerde openstelling van het Koninklijk Huisarchief en de Koninklijke Stallen is niet mogelijk omdat anders de normale werkzaamheden onder de bezichtigingen zouden lijden. Het Huisarchief en het Staldepartement zijn immers geen musea, maar locaties waar dagelijks wordt gewerkt. De virtuele rondleidingen van het Koninklijk Huisarchief en het Staldepartement zijn te vinden op de site van het Koninklijk Huis.
Paleis Soestdijk is overgedragen aan de Rijksgebouwendienst en valt nu onder diens verantwoordelijkheid. Daar is nu sprake van openstelling. Dankzij bruiklenen uit de Koninklijke Verzamelingen is de inrichting van meerdere ruimten in het Paleis authentiek. Omdat ook hier rekening moet worden gehouden met de kwetsbaarheid van het gebouw en de omvang van sommige ruimtes, is bezichtiging alleen mogelijk door gecontroleerde rondleidingen met groepen van maximaal 15 mensen. Inmiddels zijn op Paleis Soestdijk en in het bijbehorende park sinds de opening in februari 2007 250 000 bezoekers rondgeleid. Paleis en park zijn dinsdag tot en met zondag geopend van 09.15 tot 17.30 uur.
Paleis Het Loo trekt circa 400 000 bezoekers per jaar. Regelmatig worden in het museum tentoonstellingen georganiseerd, onder andere met stukken uit de collectie van het Koninklijk Huisarchief. Bovendien is ook een groot gedeelte van de vaste opstelling uit de Koninklijke Verzamelingen afkomstig. Paleis en tuinen zijn sinds 1984 van dinsdag tot en met zondag van 10.00 tot 17.00 uur opengesteld voor publiek.
Samenstelling
Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leeradam (PvdA), Voorzitter, De Krom (VVD), Ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).
Plv. leden: Teeven (VVD), Azough (GL), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-III-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.