nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2008
Hierbij zend ik u, evenals voorgaande jaren, het overzicht van de voorgenomen
publiekscampagnes, die volgend jaar gebruik maken van radio- en televisiezendtijd
in Postbus 51.1 De lijst telt 20 campagnes. In
bijlage 1 wordt elke campagne kort toegelicht.
Als zendgemachtigde beschikt de rijksoverheid over een vaste hoeveelheid
radio- en televisiezendtijd bij de publieke zenders. Daarnaast wordt zendtijd
voor Postbus 51 ingekocht bij de commerciële stations. Om deze zendtijd
zo goed mogelijk te benutten, worden alle campagnes onderzocht op hun effectiviteit.
De resultaten van dit effectonderzoek worden jaarlijks aan u toegezonden.
Op 27 juni 2008 heeft u de Jaarevaluatie van de in 2007 gevoerde campagnes
ontvangen.
Tijdens de begrotingsbehandeling van AZ op 10 oktober 2007 heb ik
met de Tweede Kamer onder andere gesproken over de Postbus 51-campagnes. Naar
aanleiding van vragen gaf ik toen aan dat door het groeiende aanbod van de
campagnes de effectiviteit van de afzonderlijke boodschappen onder druk is
komen te staan. Daarom is besloten de hoeveelheid campagnes te verminderen
en de samenhang tussen campagnes te vergroten. Het kabinet heeft dit onderstreept
in de nota «Vernieuwing Rijksdienst».
2009 en 2010 zijn overgangsjaren. In die periode zal het kabinet de volgende
stappen zetten:
– De samenhang van de Postbus 51-campagnes wordt vergroot door deze
onder een beperkt aantal thema’s te communiceren. Deze «thematische
aanpak» wordt vormgegeven in het kader van het project Overheidscommunicatie
Nieuwe Stijl (ONS). Ik streef er naar om in 2009 de eerste thema’s in
de Postbus 51-campagnes zichtbaar te maken. In 2010 volgen de overige thema’s.
– Onder regie van de VoRa wordt een technische uitvoeringstoets
ontwikkeld die de afweging ondersteunt in hoeverre het noodzakelijk is om
voor een aangemelde campagne radio en televisie in te zetten. De uitvoeringstoets
kan naar verwachting in 2009 als pilot worden ingezet (dus bij de toetsing
van de Postbus 51-campagnes voor 2010).
Het vernieuwde aanmeldings- en toetsingstraject is naar verwachting aan
het eind van deze kabinetsperiode gerealiseerd. Daarmee dragen de Postbus
51-campagnes bij aan een grotere effectiviteit en herkenbaarheid van de communicatie
en een grotere overzichtelijkheid voor de burger. De invoering van een rijksbrede
huisstijl zal naar verwachting een positieve invloed hebben op de verdere
uitwerking en implementatie hiervan.
Indien u daar prijs op stelt, ben ik bereid te bevorderen dat leden van
de Tweede Kamer uitgebreider worden geïnformeerd over de wijze waarop
Postbus 51-campagnes worden voorbereid, uitgevoerd en onderzocht. Dit kan
gebeuren door middel van een technische toelichting bij de Dienst Publiek
en Communicatie van de Rijksvoorlichtingsdienst. Daarbij kan ook de methode
van toetsing van de Postbus 51-campagnes en de selectie daarvan aan de orde
komen.
Tot slot, als zendgemachtigde ben ik verantwoordelijk voor de uitzendingen
in de zendtijd van Postbus 51, maar vervolgens is iedere minister verantwoordelijk
voor de inhoud van campagnes die op zijn/haar beleidsterrein worden gevoerd.
Dit betekent dat vragen of opmerkingen over individuele campagnes aan de orde
kunnen komen bij de begrotingsbehandeling van het betreffende ministerie.
Voor de volledigheid treft u in bijlage 2 achtergrondinformatie aan over
de definitie van massamediale campagnes, de toetsingsprocedure en de huidige
selectiecriteria die gelden voor het inzetten van Postbus 51.1
De minister-president, minister van Algemene Zaken,
J. P. Balkenende