nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN EN DE
MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2009
Bij de regeling van werkzaamheden op 22 januari 2009 (Handelingen
der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 45) verzocht het lid
van uw Kamer mw. Sap, mede namens het lid mw. Peters, om «een brief
over een bericht in Trouw dat MP heeft gezegd dat het gerucht dat hij meedingt
naar het voorzitterschap van de EU afkomstig is van Bos, terwijl laatstgenoemde
dit ontkent.»
Het bericht in Trouw vertoont parallellen met een ANP-bericht van 21 januari
dat stelde:
«Premier Jan Peter Balkenende vindt het belangrijk
voor Europa dat José Manuel Barroso zijn uitstekende werk als voorzitter
van de Europese Commissie in een volgende periode kan voortzetten. De minister-president
heeft dat woensdag gezegd in reactie op het gerucht dat hij kandidaat zou
zijn voor de prestigieuze functie. Volgens Balkenende is een merkwaardige
discussie ontstaan nadat het gerucht dinsdag weer eens opdook. Volgens hem
is vice-president Wouter Bos (PvdA) de bron van het verhaal.»
Dit bericht werd later aangepast door het ANP, waarbij de nieuwe tekst
van de laatste zin luidde:
««Ik heb begrepen dat dit onderwerp ter
sprake is geweest in een onderhoud van Nederlandse journalisten met collega
Wouter Bos», zei Balkenende.»
Het laatste citaat geeft de letterlijke uitspraken van de minister-president
weer. De minister-president gaf daarmee aan dat het onderwerp van het voorzitterschap
van de Europese Commisse kennelijk op dit moment op meerdere plaatsen leeft.
Om die reden achtte hij het nuttig om duidelijk te maken dat hij het belangrijk
voor Europa vindt dat de heer Barroso zijn uitstekende werk kan voortzetten,
en daarmee dat de minister-president niet de ambitie heeft om
in aanmerking te komen voor het ambt van Commissievoorzitter.
De minister-president, minister van Algemene Zaken,
J. P. Balkenende
De minister van Financiën,
W. J. Bos