31 700 F
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2009

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 november 2008

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie

Dortmans

1

Leidt vaststelling tot een Nationale Agenda Diergezondheid en het Europese Animal Health plan tot opening van de discussie van het Diergezondheidsfonds? Zo, ja wordt de Kamer geinformeerd en hierbij betrokken?

Bij de vaststelling van de Nationale Agenda Diergezondheid (NAD) is nadrukkelijk ingegaan op de LNV voornemens ten aanzien van de financiering van de dierziekte-bestrijding in de (nabije) toekomst. Hierbij neemt de discussie over de rol en de voortzetting van het convenant Financiering bestrijding besmettelijke dierziekten en het daaraan verbonden Diergezondheidsfonds (DGF) een belangrijke plaats in. De Kamer is hierover reeds in 2007 geïnformeerd via het toezenden van de NAD (Kamerstuknummer 28 286, nr. 76).

De ontwikkelingen op Europees gebied, zoals de herziening van het Europees Diergezond-heidsbeleid (CAHP) en de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Health Check GLB), bepalen mede de randvoorwaarden voor deze financieringsafspraken.

2

De preventieregelgeving wordt per 1 januari 2009 gewijzigd. In hoeverre wordt hierbij rekening gehouden bij het Diergezondheidsfonds?

Preventie speelt een belangrijke rol bij het voorkomen van uitbraken van dierziekten of het beperken van de impact ervan door, na de eerste infectie(s), verdere verspreiding naar andere dieren/bedrijven tegen te gaan. De mogelijke impact van het wijzigen van de preventieregelgeving wordt meegewogen bij de inschatting van de bewakings- en bestrijdingskosten in relatie tot dierziekteuitbraken (die ten laste komen van het DGF) en de verdeling hiervan over de verschillende betrokkenen (overheid en veehouderijsector). De afspraken hierover zijn vastgelegd in het convenant Financiering bestrijding besmettelijke dierziekten, dat momenteel wordt herzien voor de periode 2010–2014. Dit convenant voorziet in de financiering van de uitgaven uit het DGF voor de bewaking en bestrijding van dierziekten door of in opdracht van LNV.

3

Hoe wordt de Kamer op de hoogte gehouden van de aanpassingsvoorstellen van het convenant?

De resultaten van de onderhandelingen tussen de sector en mij over de aanpassingen aan het convenant Financiering bestrijding besmettelijke dierziekten zullen te zijner tijd aan de Kamer worden toegezonden.

4

Wordt bekeken op welke andere wijze het ophalen en verwerken van kadavers gefinancierd zou kunnen worden?

Ja. Het streven hierbij is meer marktwerking en minder overheidsregulatie.

5

Wordt bekeken op welke wijze RENDAC tot tariefstelling komt? Zo, ja is daar ruimte voor innovatie ten aanzien van het bewaren en verwerken van kadavers?

Ja. Ruimte voor innovatie is in iedere sector belangrijk en beperkt zich daarmee ook niet tot Rendac. Belangrijk is hierbij dat eventuele volks- en diergezondheidsrisico’s afdoende geborgd zijn of kunnen worden.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), voorzitter, Van Gent (GL), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (CU), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Vendrik (GL), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Vacature (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).

Naar boven