31 700 C
Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2009

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2008

Hierbij zend ik u ter informatie een afschrift van de adviesaanvraag aan de Raad voor financiële verhoudingen (Rfv)over de financiële verhouding rijk-provincies.1

De aanleiding voor deze adviesaanvraag is dat de financiële verhouding met de provincies groot onderhoud vereist. Uit het advies van de Rfv «Tien jaar financiële verhoudingen» kwam een beeld naar voren dat er sprake is van scheefheid in de financiële mogelijkheden van provincies, die niet eenduidig te verklaren is vanuit een verschil in takenpakket van de provincies of vanuit beleidsmatige en financiële risico’s. Daarmee wordt onvoldoende recht gedaan aan de uitgangspunten van de financiële verhoudingen, zoals die zijn neergelegd in de Financiële Verhoudingswet. In het bestuurlijk overleg financiële verhouding van april 2008 is daarom afgesproken om een adviesaanvraag te doen over dit onderwerp aan de Rfv. In september is de adviesaanvraag vastgesteld in het bestuurlijk overleg financiële verhouding.

Deze adviesaanvraag is mede gedaan namens de minister van Financiën in zijn rol als fondsbeheerder. Ik heb de raad verzocht om voor 1 maart 2009 een advies uit te brengen. Met het IPO is overeenstemming over de inhoud van de taakopdracht.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven