31 700 B
Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2009

31 700 C
Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2009

nr. 21
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2009

Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Financiën, afschriften toekomen van de meicirculaire 2009 van het gemeentefonds en de junicirculaire 2009 van het provinciefonds, die ik heb verzonden aan de gemeente- en provinciebesturen.1

Accrescijfers en behoedzaamheidsreserve

Een belangrijk gevolg van de afspraken die het Rijk, de gemeenten, de provincies en de waterschappen in april 2009 hebben gemaakt is dat de normeringsystematiek (die uitgaat van het principe van «samen de trap op, samen de trap af») tot en met 2011 buiten werking zal worden gesteld. In plaats daarvan zijn we met de gemeenten en provincies voor deze jaren een reeks van nominale uitkeringen voor het gemeentefonds en het provinciefonds overeengekomen. Op die manier wordt zekerheid geboden over de bedragen. Deze afspraken betreffen de gevolgen van de huidige economische situatie en het aanvullende Beleidsakkoord.

Ten aanzien van latere jaren is afgesproken dat in principe de normeringssystematiek weer wordt ingevoerd, tenzij uit gedegen evaluatie blijkt dat betrokken partijen daar anders over denken.

Het gevolg van het vastleggen van het accres is ook, dat de behoedzaamheidsreserve voorlopig buiten werking gesteld wordt.

Gemeentefonds

Naast de algemene mutaties is er een aanzienlijke hoeveelheid taakmutaties vanuit de vakdepartementen. Als gevolg van het beleid rond de vermindering van het aantal specifieke uitkeringen is er een groot aantal nieuwe decentralisatie-uitkeringen bijgekomen in deze circulaire.

Provinciefonds

Naast de algemene mutaties en een aantal taakmutaties van uit de departementen is in de meicirculaire van 2009 de structurele uitname van € 300 miljoen technisch verwerkt. Dat is naar aanleiding van het advies van de Raad voor Financiële Verhoudingen.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven