31 700 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2009

nr. 89
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2009

Naar aanleiding van mijn toezegging in het MIRT overleg van 15 december (kamerstuk 31 700 A, nr. 78) inzake de opheffing van de aansluiting Oosterspoorbaan/Maliebaanspoorlijn richting Den Bosch heb ik ProRail nog eens gevraagd om aan te geven of het opheffen van de aansluiting voor het goederenvervoer een probleem zal opleveren.

ProRail heeft mij naar aanleiding daarvan bericht dat er reële, maakbare en haalbare alternatieven beschikbaar zijn voor de goederenvervoerders die nu gebruik maken van de Oosterspoorbaan/Maliebaanspoorlijn1. ProRail geeft daarbij tevens aan dat het huidige gebruik van de bewuste aansluiting op de Oosterspoorbaan/Maliebaanspoorlijn op dit moment minimaal is (ca. 3 goederentreinen per dag in de bijsturing) en dat dit aantal zonder problemen kan worden omgeleid via Utrecht CS, waarbij slechts sprake is van beperkt omrijden over de knoop Utrecht.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven