nr. 88
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2009
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken rond de proef met
een netwerk van snelwegbussen, zoals ik dat in het notaoverleg over de Mobiliteitsaanpak
heb toegezegd. In deze brief geef ik u een overzicht van de ontwikkelingen
over het afgelopen jaar en de afspraken voor de komende periode.
Aanleiding
Aanleiding voor de proef zijn de tijdens de begrotingsbehandeling van
V&W van december 2007 ingediende moties1 waarin
om een pilot met snelwegbussen wordt verzocht. Dit mede naar aanleiding van
het plan Duurzame Bereikbaarheid dat de gemeente Schiedam in 2007 heeft gepresenteerd.
Die moties zijn door mij van harte ondersteund.
Opzet Pilot
In de afgelopen periode heb ik met de decentrale overheden overlegd over
de mogelijkheden om een pilot met snelwegbussen te starten.
Er zijn meerdere voorstellen voor snelwegbussen ingediend. Uit de ingediende
voorstellen zijn een 3-tal projecten gekozen omdat die snel kunnen worden
gerealiseerd en bijdragen aan de vermindering van de files. Ik heb de indieners
van die plannen, de provincies Noord Brabant en Noord Holland en het Bestuur
Regio Utrecht, gevraagd een voorstel te maken voor een samenhangend netwerk
van snelwegbussen rond Utrecht om daarmee meerwaarde te creëren ten opzichte
van de voorgestelde losse snelwegbussen op de A1, A12 en A27. Dit netwerk
wordt momenteel uitgewerkt en zal binnen 2 maanden tot een concreet voorstel
leiden.
Een deel van deze lijnen is al als aparte snelwegbus in gebruik.
Betrokkenheid Verkeer en Waterstaat
Voor deze 3-jarige pilot met snelwegbussen heb ik binnen het Infrastructuurfonds
een bedrag van € 10,5 miljoen vrijgemaakt uit het budget voor regionale/lokale
infrastructuur (artikel IF 14.01.03).
Met die bijdrage geef ik invulling aan de rol van V&W als aanjager
van deze pilot. Met de pilot wil ik zowel de haalbaarheid van een netwerk
van snelwegbussen nader onderzoeken als de effecten op de files meten. Na
afloop van de pilot zal een uitgebreide evaluatie plaatsvinden. Op basis van
de evaluatie zal ik u nader informeren over de eventuele verdere ontwikkeling
van een landelijk netwerk van snelwegbussen.
Ook zal het verzoek van de heer Roemer (motie 31 200 XII-32), om
een landelijke formule voor een nationaal interlinernet te ontwikkelen, in
de pilot en in de evaluatie worden meegenomen.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa