nr. 116
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2009
Hiermee beantwoord ik de vraag die uw vaste commissie van Verkeer en Waterstaat
(31 700-A-91/2009D23160) heeft gesteld over de verschillen die er bestaan
bij tunnels als het gaat over te hoge voertuigen.
In het afgelopen jaar is er extra aandacht besteed aan de incidenten waarbij
te hoge voertuigen door de twee tunnels in de A73 te Roermond reden.
Mijn departement, het OM en de beroepsverenigingen doen er veel aan om
dit soort incidenten te voorkomen en beperken en zonodig snel op te treden
zodat de weg weer vrij gegeven kan worden. Het komt gelukkig slechts zelden
voor dat het incidentmanagement zich uitstrekt tot het moeten wegslepen van
voertuigen of het herstellen van het wegdek of van beschadigde constructies
of technische tunnelinstallaties.
Hieronder licht ik een en ander nader toe.
Wettelijke voertuigeisen
Het Voertuigreglement schrijft voor dat voertuigen niet hoger mogen zijn
dan 4 meter. Deze eis is Europees geharmoniseerd.
Met ontheffing van de RDW mogen ook bijzondere transporten en voertuigen
die hoger zijn of een hoge lading vervoeren van één of meer
wegen gebruik maken.
Handhaving en sanctionering
Om de naleving te bevorderen wordt het goederenvervoer tijdig gewaarschuwd
voor beperkingen in de doorrijhoogte en over de te volgen omrijroutes. TLN
en EVO zijn hierin ook actief met voorlichtingsmateriaal in zes talen.
Chauffeurs die toch met te hoge voertuigen doorrijden worden gesignaleerd
door de hoogtedetectoren die veelal tot 10 cm lager zijn afgesteld dan het
laagste punt in de tunnel. Dit verschil van 10 cm is nodig om grote aantallen
van valse meldingen te vermijden door bijvoorbeeld klepperende
dekzeilen of het in- en uitveren van voertuigen tijdens het optrekken en remmen.
De boete voor een te hoog voertuig tot 4,10 m is€ 300,–. De
boete voor een voertuig hoger dan 4,10 is € 450,–. Boven 4,20
is dit € 750. Indien een overtreding geconstateerd is kan en mag
het voertuig in het algemeen niet verder rijden totdat het voertuig of de
lading de toegestane hoogte heeft. Buitenlandse chauffeurs moeten de boete
ter plaatse betalen voordat zij hun reis mogen vervolgen.
Hoogte van tunnels in het hoofdwegennet.
Er bestond tot voor kort geen uniforme eis voor de hoogte van tunnels.
Als een bestaande tunnel te laag is voor de wettelijk toegelaten voertuigen
dan geeft de wegbeheerder dit aan met verkeersborden. De vrije doorrijhoogte
van tunnels in het hoofdwegennet is zonder uitzondering hoger dan 4 m. Voor
de private Westerscheldetunnel, de private Kiltunnel en de recent opengestelde
gemeentelijke Hubertustunnel geldt hetzelfde.
Sedert april 2006 regelt de tunnelwetgeving dat een tunnel tenminste 4,20
m hoog moet zijn.
Aantallen incidenten met te hoge voertuigen
Het komt in alle tunnels voor dat te hoge voertuigen worden gedetecteerd.
Een deel hiervan komt op de rijbaan tot stilstand en rijdt zich soms zelfs
daadwerkelijk klem. Hierdoor ontstaat verkeershinder en kan schade aan de
tunnel ontstaan. Het laagste aantal keren dat te hoge voertuigen worden gedetecteerd
bedraagt tien keer per maand (Kiltunnel) en het hoogste aantal loopt op tot
300 per maand (Velsertunnel 300; Drechttunnel 150). De hogere aantallen zijn
te verklaren doordat de nieuwere tunnels hoger zijn dan de oudere en door
de ligging van sommige tunnels havens met internationaal verkeer c.q. grensovergangen.
De Velsertunnel dateert van 1957, dus ruim 50 jaar geleden, en de Drechttunnel
is de eerste tunnel voor een deel van het vrachtverkeer dat vanaf Frankrijk
en België komt.
Onderstaand geef ik u een overzicht dat een goed beeld geeft van deze
aantallen.
Tunnelnaam en wegnr. | Vrije doorrijhoogte: | Hoogtedetectie afgesteld op: | Hoogte «alarmen» 2007 (maandgemiddelden) |
---|
Velsertunnel A22 | 4,17 m | 4,07 m | 300 |
Wijkertunnel A9 | 4,50 m | 4,20 m | 15 |
Coentunnel A10 | > 4,50 m | 4,20 m | 15 |
Zeeburgertunnel A10 | > 4,50 m | 4,27 m | – |
Beneluxtunnels A4 | 4,50 m | 4,27 m | 70 |
Botlektunnel A15 | 4,50 m | 4,27 m | 110 |
Noordtunnel A15 | 4,50 m | 4,27 m | 40 |
Thomassentunnel A15 | 4,50 m | 4,27 m | 180 |
Drechttunnel A16 | 4,50 m | 4,27 m | 150 |
Roermond A73 | 4,50 m | 4,30 m | 40 |
Swalmen A73 | 4,50 m | 4,30 m | 30 |
Bij de feitelijke doorrijhoogte van tunnels en het aantal keren dat de
hoogtedetectie een te hoge vrachtwagen signaleert, spelen de volgende factoren
een rol:
– Het bouwjaar: oudere tunnels hebben een lagere doorrijhoogte dan
de nieuwere;
– De verkeersintensiteit: hoe meer vrachtverkeer, des te meer hoge
vrachtwagens er zijn;
– De geografische ligging: de eerste tunnel vanaf een haven of industriegebied in of buiten ons land heeft meer te hoge vrachtwagens dan andere.
Incidentmanagement
Als regel houdt RWS de volgende procedure aan voor alle tunnels in het
hoofdwegennet, ook voor de thans nog partiëel opengestelde tunnels in
de A73.
Zodra door twee verschillende hoogtedetectoren is vastgesteld dat een
te hoog voertuig nadert gaan de verkeerslichten automatisch op rood en wordt
de tunnel afgesloten. Het te hoge voertuig wordt uit het verkeer gehaald en
via een speciale afvoerweg naar het onderliggende wegennet gebracht alvorens
het overige verkeer groen licht krijgt. Daar wordt de eventuele nodige opmeting
aan het voertuig gedaan, wordt te hoge lading verwijderd etc. en daar kan
de politie een bekeuring uitreiken.
Uitzonderingen
Bij de Vlaketunnel, Schipholtunnel en Heinenoordtunnel is geen hoogtedetectie
aangebracht. Hiervoor is een aantal redenen.
Bij de Vlaketunnel werden de matrixborden in het verleden beschadigd door
onder andere klapperende dekzeilen. Deze matrixborden worden echter slechts
incidenteel gebruikt aangezien de verkeersintensiteit niet vaak zo hoog is
dat ze ingezet moeten worden. Vandaar is het risico op beschadiging inmiddels
ondervangen door scharnierende matrixborden, die alleen bij grote drukte naar
beneden klappen.
Bij de Schipholtunnel is geen hoogtedetectie aangebracht, omdat er geen
afvoerweg is waarlangs te hoog vrachtverkeer naar het onderliggende wegennet
gebracht zou kunnen worden. Dit betekent dat er schade kan optreden aan o.a.
matrixborden of lichtbakken. Dit soort schade is in de praktijk inmiddels
meerdere malen opgetreden.
In de Heinenoordtunnel is geen hoogtedetectie aangebracht gezien de bovennormale
vrije doorrijhoogte.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings