31 700 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2009

nr. 115
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2009

Bij brief 2009Z09087/2009D23610 van 15 mei 2009 van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat, heeft u mij verzocht om u te informeren over de gevolgen die het prioriteit geven aan de 30 projecten uit de spoedaanpak wegen heeft voor andere wegaanlegprojecten. Door middel van deze brief informeer ik u hierover.

De versnelling van besluitvorming en uitvoering van infrastructurele projecten staat hoog op mijn agenda. Dat geldt voor de projecten uit de spoedaanpak, maar evenzeer voor de overige MIRT-planstudieprojecten. Door prioriteit te geven aan de 30 spoedaanpakprojecten kunnen deze knelpunten, die waren vastgelopen in taaie besluitvormingsprocedures, nu weer vlotgetrokken worden.

Bij een aantal MIRT-projecten is sprake van een wijziging van de planning als gevolg van onder meer de luchtproblematiek en het hernieuwd uitvoeren van onderzoek. Daardoor is in de afgelopen jaren een stuwmeer aan MIRT-planstudieprojecten ontstaan. Momenteel geeft deze piek in het werkpakket extra inspanningen voor mijn eigen organisatie, ingenieursbureaus en aannemers. Waar mogelijk wordt in overleg met regio’s gezamenlijke projectteams opgezet om zo de gewenste studies uit te voeren en tijdig besluiten te nemen.

Deze piek is ook zichtbaar in de laatste voortgangsrapportage Tracéwet en Spoedwet wegverbreding, die op 2 juni 2009 naar uw Kamer is toegezonden. Daarin heb ik u geïnformeerd over de behaalde mijlpalen in de periode 1 juli 2008 tot en met 31 december 2008. In deze rapportage heb ik ook de planning van de nieuwe, te behalen mijlpalen aangeven en de realisatie van de projecten. Ook daar waar sprake is van aanpassing van een mijlpaal voor besluitvorming, koers ik aan op een tijdige openstelling. Want dat merken de gebruikers op de weg.

In de afgelopen periode zijn in een rap tempo nieuwe mijlpalen behaald. Dat heeft er in geresulteerd dat in de eerste vijf maanden van 2009 tracébesluiten zijn genomen voor de A2 St. Joost Urmond en de A50 Valburg–Grijsoord, ontwerptracébesluiten voor de A50 Ewijk–Valburg en de N31 Haak om Leeuwarden en dat de trajectnota/mer voor de A4 Delft–Schiedam en de A9 Omlegging Badhoevedorp ter visie zijn gegaan. Dit zijn allen projecten uit het reguliere MIRT-programma. Van de spoedaanpakprojecten zijn de volgende besluiten vastgesteld: de A1 Hoevelaken–Barneveld, de A4 Burgerveen–Leiden en de N50 Ramspol–Ens.

Deze resultaten geven mij voldoende overtuiging dat er een stevig fundament ligt voor een voortvarende besluitvorming en realisatie. Dat geldt zowel voor de spoedaanpakprojecten als voor de reguliere MIRT-projecten.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Naar boven