31 700 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2009

nr. 101
MOTIE VAN HET LID ROEFS C.S.

Voorgesteld 30 juni 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het werken met gebiedsagenda’s moet leiden tot een betere afstemming tussen infrastructurele (ov en wegen) en ruimtelijke investeringen;

overwegende, dat het verlengde MIRT een horizon heeft tot 2028;

overwegende, dat ook gebiedsgerichte investeringen een lange doorlooptijd hebben;

overwegende, dat na 2020 1 mld. per jaar aan investeringsgelden beschikbaar komt met het oog op de klimaatveiligheid;

overwegende, dat de gebiedsagenda’s kunnen rekenen op groot draagvlak in de landsdelen;

verzoekt het kabinet:

– de uitwerking van de gebiedsagenda’s in samenwerking met de regio’s voortvarend op te pakken;

– de Kamer hierover voor het eerstvolgende MIRT-overleg met de Kamer te informeren;

– daarbij uit te gaan van een integrale tijdshorizon, te weten 2028;

– nieuwe projecten in principe enkel te honoreren indien deze zijn ingebed in de gebiedsagenda’s;

– in overleg met de landsdelen afspraken te maken over een gezamenlijke investeringsstrategie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Roefs

Koopmans

Cramer

Naar boven