31 592
Wijziging van de Wet milieubeheer en enkele andere wetten met het oog op integratie van verplichtingen op het terrein van milieuverslaglegging

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet milieubeheer en enkele andere wetten aan te passen teneinde enkele bestaande verplichtingen op het terrein van milieuverslaglegging te integreren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8.12, vijfde lid, komt te luiden:

5. In afwijking van het vierde lid, onder b, worden geen voorschriften aan de vergunning verbonden met betrekking tot het ter beschikking stellen van gegevens als bedoeld in dat onderdeel, voor zover die gegevens krachtens titel 12.3 moeten worden opgenomen in een PRTR-verslag dat ten behoeve van een bestuursorgaan moet worden opgesteld, of daardoor anderszins strijd ontstaat met het gestelde bij of krachtens die titel.

B

Artikel 8.13, tweede lid, komt te luiden:

2. In afwijking van het eerste lid, onder c, worden geen voorschriften aan de vergunning verbonden met betrekking tot het melden of ter beschikking stellen van uitkomsten als bedoeld in dat onderdeel, indien die uitkomsten als gegevens krachtens titel 12.3 moeten worden opgenomen in een PRTR-verslag dat ten behoeve van een bestuursorgaan moet worden opgesteld, of daardoor anderszins strijd ontstaat met het gestelde bij of krachtens die titel.

C

Het opschrift van titel 12.1 komt te luiden: TITEL 12.1. REGISTERS BESCHERMDE GEBIEDEN

D

De artikelen 12.1 en 12.4 tot en met 12.9 vervallen.

E

Artikel 12.10 waarvan het eerste lid begint met: «In afwijking van artikel 12.4, tweede lid, tweede volzin» vervalt.

F

In artikel 12.18 wordt in de begripsomschrijving van «verslagjaar» na «EG-verordening PRTR» ingevoegd: of artikel 12.20a, eerste lid,.

G

Na artikel 12.20 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 12.20a

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere gegevens dan de in artikel 5, eerste lid, van de EG-verordening PRTR bedoelde gegevens worden aangewezen, die in het PRTR-verslag moeten worden opgenomen. Als gegevens als bedoeld in de eerste volzin worden uitsluitend aangewezen gegevens omtrent de nadelige gevolgen voor het milieu die de inrichting in het verslagjaar heeft veroorzaakt, en die redelijkerwijs nodig zijn voor:

a. de vervulling door het bestuursorgaan dat bevoegd is een vergunning krachtens artikel 8.1 van deze wet dan wel artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren voor de betrokken inrichting te verlenen, van de in artikel 18.2 van deze wet onderscheidenlijk artikel 29 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bedoelde taak,

b. de vaststelling van het door die bestuursorganen of andere bestuursorganen te voeren milieubeleid en de controle op de voortgang van de uitvoering van dat beleid, of

c. de uitvoering van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie.

2. De artikelen 5, tweede tot en met vijfde lid, en 9, eerste en tweede lid, van de EG-verordening PRTR en artikel 12.20, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de krachtens het eerste lid aangewezen gegevens.

Artikel 12.20b

Degene die de inrichting drijft, zendt gelijktijdig met toezending van het PRTR-verslag aan de op grond van artikel 12.21 bevoegde instantie, langs elektronische weg een afschrift hiervan aan Onze Minister.

H

In artikel 12.21, eerste lid, wordt na «EG-verordening PRTR» ingevoegd: en ingevolge deze titel.

I

Artikel 12.23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de bij artikel 5, eerste of tweede lid, of artikel 9, tweede lid, van de EG-verordening PRTR gestelde eisen» vervangen door: de bij artikel 5, eerste of tweede lid, van de EG-verordening PRTR, de bij of krachtens artikel 12.20a, eerste lid, van deze wet of de bij artikel 9, tweede lid, van de EG-verordening PRTR gestelde eisen.

2. In het tweede lid wordt «degene die het PRTR-verslag heeft ingediend» vervangen door: degene die de betrokken inrichting drijft.

J

In artikel 12.24, eerste lid, eerste volzin, wordt «artikel 12.20, eerste lid,» vervangen door: de artikelen 12.20, eerste lid, en 12.20a, eerste lid,.

K

Onder vernummering van paragraaf 12.3.4 tot paragraaf 12.3.5 wordt na artikel 12.28 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 12.3.4 Aanvullende rapportageverplichtingen

Artikel 12.28a

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in hoeverre een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 12.20a, eerste lid, onder a, voorschriften aan de vergunning kan verbinden, die de verplichting inhouden andere gegevens dan de in artikel 5, eerste lid, van de EG-verordening PRTR bedoelde en de krachtens artikel 12.20a, eerste lid, aangewezen gegevens aan te wijzen, die in het PRTR-verslag moeten worden opgenomen. Als andere gegevens als bedoeld in de eerste volzin worden uitsluitend aangemerkt gegevens:

a. omtrent de lokale nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting in het verslagjaar heeft veroorzaakt, en

b. die redelijkerwijs nodig zijn voor de vervulling door het bestuursorgaan van de in artikel 12.20a, eerste lid, onder a, bedoelde taak.

L

Artikel 12.29 wordt als volgt gewijzigd:

1. De punt aan het slot van onderdeel e wordt vervangen door: , of.

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. de informatie die mag worden gebruikt om vast te stellen of een inrichting rapportageplichtig is op grond van artikel 12.20, eerste lid, of artikel 12.20a, eerste lid.

M

Artikel 19.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De eerste volzin wordt als volgt gewijzigd:

1°. De zinsnede «een milieuverslag als bedoeld in titel 12.1» wordt vervangen door: een verslag als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder b.

2°. De zinsnede «het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 12.4, eerste lid, eerste onderscheidenlijk tweede volzin,» wordt vervangen door: het bestuur van de emissieautoriteit.

3°. De zinsnede «dat bestuursorgaan» wordt vervangen door: het bestuur van de emissieautoriteit.

b. In de tweede volzin wordt «Het bestuursorgaan» vervangen door: Het bestuur van de emissieautoriteit.

2. In het tweede lid wordt «een milieuverslag als bedoeld in titel 12.1» vervangen door «een verslag als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder b» en wordt «Onze betrokken Minister» vervangen door: het bestuur van de emissieautoriteit.

3. In het vierde lid wordt «het betrokken milieuverslag» vervangen door: het betrokken verslag, bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder b,.

4. Het vijfde en zesde lid vervallen.

N

In artikel 21.6, vierde lid, eerste volzin, wordt de zinsnede «12.1, tweede lid, 12.4, 12.5, 12.10, tweede lid, 12.11, tweede lid, 12.12, tweede en vierde lid, 12.13, tweede en derde lid, 12.16, derde lid, 12.29» vervangen door: 12.10, tweede lid, 12.12, tweede en vierde lid, 12.13, tweede en derde lid, 12.16, derde lid, 12.20a, eerste lid, 12.29.

O

In artikel 22.1, eerste lid, wordt «titel 12.1» vervangen door: titel 12.3.

ARTIKEL II

In artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet milieubeheer «12.4, eerste en tweede lid, 12.7, eerste en tweede lid, 12.8, eerste lid, 12.4, eerste en tweede lid, 12.7, eerste en tweede lid en derde lid, juncto het eerste en tweede lid, 12.8, eerste lid, 12.20, eerste en tweede lid» vervangen door: 12.20, eerste en tweede lid, 12.20a, eerste lid, in verbinding met 12.20, eerste lid.

ARTIKEL III

Artikel 31a, achtste lid, van de Wet op de ondernemingsraden vervalt.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,