31 590
Goedkeuring van de op 9 juli 2008 te Brussel totstandgekomen Protocollen bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de toetreding van de Republiek Albanië en de Republiek Kroatië (Trb. 2008, 162)

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State).

1. Inleiding

Tijdens de Top van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) op 2–4 april 2008 in Boekarest is besloten Albanië en Kroatië uit te nodigen toe te treden tot het op 4 april 1949 te Washington totstandgekomen Noord-Atlantisch Verdrag (Stb. 1949, J 355; hierna te noemen het NAVO-Verdrag). Hierover is door de regering voorafgaand aan de Top van Boekarest aan de Tweede Kamer gerapporteerd (Kamerstukken 2007–2008, 28 676, nr. 51). Met de effectuering van dit besluit wordt het Bondgenootschap uitgebreid van 26 tot 28 leden. De daadwerkelijke toetreding vindt idealiter plaats tijdens de viering van het 60-jarig bestaan van de NAVO in het voorjaar van 2009.

De uitnodiging aan Albanië en Kroatië past in het «open deur»-beleid van de NAVO. Dit beleid houdt in dat de NAVO overeenkomstig artikel 10 van het NAVO-Verdrag bereid is de toetreding in overweging te nemen van Europese landen die bereid en in staat zijn de verantwoordelijkheden van het lidmaatschap op zich te nemen, wier opname de algehele politieke en strategische belangen van het Bondgenootschap dient, en wier opname de algehele Europese veiligheid en stabiliteit vergroot.

Albanië en Kroatië hebben respectievelijk vanaf 1999 en 2002 deelgenomen aan het «Membership Action Plan» (MAP) van de NAVO. Het MAP is een in 1999 door de NAVO ontwikkeld programma, waarin landen die toetreding tot de NAVO nastreven worden geassisteerd bij de voorbereidingen daarvan. Het programma beschrijft de uitgangspunten waaraan de aspirant-toetreders op zowel politiek als militair terrein moeten voldoen en voorziet in diepgaande consultaties over de hiervoor noodzakelijke hervormingen. De uitgangspunten van het MAP zijn: de ontwikkeling van een transparante, democratische, civiele samenleving; omvorming van de krijgsmacht naar meer flexibele gevechtseenheden met het accent op interoperabiliteit en inzetbaarheid bij de «nieuwe» NAVO-taken; aanpassing van wetgeving met het oog op het uitzenden van troepen en de door het troepen-ontvangende land verleende steun (Host Nation Support), en bescherming van informatie.

Albanië en Kroatië hebben in de afgelopen periode aanzienlijke vooruitgang geboekt onder het MAP en hebben aangetoond dat zij gecommitteerd zijn aan de beginselen en waarden zoals omschreven in het NAVO-Verdrag. Zij hebben tevens aangetoond een bijdrage te willen en kunnen leveren aan de taken van de NAVO op het gebied van collectieve defensie en bij te willen dragen aan veiligheid en stabiliteit, in het bijzonder in crisis- en conflictgebieden.

2. De toetredingsonderhandelingen

Op de NAVO-Top van Boekarest zijn Albanië en Kroatië uitgenodigd toetredingsonderhandelingen te beginnen. Het doel van de toetredingsonderhandelingen binnen de NAVO is na te gaan welke maatregelen de twee landen nog moeten nemen om optimaal te kunnen voldoen aan de politieke en militaire verplichtingen en toezeggingen onder het NAVO-Verdrag. Net als bij eerdere uitbreidingsrondes resulteren de onderhandelingen in een overzicht van de noodzakelijke hervormingen op specifieke deelgebieden, gekoppeld aan een tijdpad voor de implementatie daarvan. De toetredingsonderhandelingen zijn afgerond met een schriftelijke verklaring waarin Albanië en Kroatië niet alleen aangeven alle verplichtingen die het lidmaatschap van de NAVO met zich meebrengt te zullen nakomen, maar ook zich aan de te nemen maatregelen te committeren. Het tijdpad is als bijlage bij de verklaring gevoegd.

De uitgenodigde landen ondergaan langlopende hervormingsprocessen die op het moment van toetreding in veel gevallen nog niet volledig zullen zijn afgerond. De NAVO zal Albanië en Kroatië bij hun hervormingsprocessen blijven steunen, ondermeer – tot op het moment van hun daadwerkelijke toetreding – door middel van een specifiek op de behoeftes van de landen toegerust MAP.

De hierboven genoemde verklaringen zijn opgenomen in de bijlage bij deze memorie1.

3. Datum voor de toetreding tot de NAVO

In april 2009 zal de NAVO 60 jaar bestaan. Dit jubileum zal worden gevierd met een Top. De NAVO-lidstaten streven ernaar de nationale ratificatieprocedures voor de protocollen af te ronden in de eerste maanden van 2009, zodat de daadwerkelijke toetreding van de twee landen kan plaatsvinden tijdens deze Top.

Kroatië heeft op 14 april 2008 aangegeven geen referendum te zullen houden over toetreding tot de NAVO. In Albanië is geen referendum vereist. Wel geldt voor beide landen een parlementaire goedkeuringsprocedure.

4. Financiële consequenties van de toetreding

Voor Nederland zijn er geen financiële gevolgen verbonden aan de toetreding van Albanië en Kroatië. De NAVO beziet nog of het nodig is bepaalde militaire infrastructuur in de twee landen op te zetten en, indien dit het geval is, of deze gefinancierd zullen worden op basis van common funding. Zeker is dat eventuele ondersteuning binnen huidige budgetplafonds zal vallen. Albanië en Kroatië zelf zullen gaan bijdragen aan de budgetten van de NAVO, te weten aan het civiele budget, het militaire budget, het Security Investment Programme en het budget voor het nieuwe hoofdkwartier. Als gevolg van hun bijdragen zal het totale budget van de NAVO in bescheiden mate worden vergroot.

5. De protocollen

Evenals dat het geval was bij eerdere toetredingen tot de NAVO wordt de uitnodiging aan Albanië en Kroatië neergelegd in protocollen bij het NAVO-Verdrag. Na ondertekening door de partijen bij dat verdrag op 9 juli 2008 in Brussel, volgt goedkeuring van de Protocollen conform de geldende nationale wetgeving van de lidstaten. Alle 26 lidstaten dienen de Protocollen te aanvaarden, willen deze in werking treden. Na inwerkingtreding van de Protocollen richt de Secretaris-Generaal van de NAVO namens alle lidstaten een uitnodiging aan de respectieve regeringen. Albanië en Kroatië, aldus uitgenodigd, kunnen partij worden bij het NAVO-Verdrag door het neerleggen van hun aktes van toetreding bij de regering van de Verenigde Staten van Amerika, de depositaris van het Verdrag.

6. Koninkrijkspositie

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zullen de Protocollen, evenals het NAVO-Verdrag, alleen voor Nederland gelden.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

De minister van Defensie, a.i.

E. van Middelkoop


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven