31 586
Wijziging van enkele socialezekerheidswetten teneinde de Sociale verzekeringsbank en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de mogelijkheid te geven om van terugvordering af te zien door medewerking aan voorstellen tot schuldregeling

nr. 5
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 oktober 2008

In het voorstel van wet wordt na artikel XIV een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XIVA WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE WERKLOZEN

Na artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 35a Schuldregeling

1. In afwijking van artikel 34, eerste en derde lid, kan het UWV, op verzoek van de belanghebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger, besluiten gedeeltelijk van terugvordering of gedeeltelijk van verdere terugvordering af te zien door medewerking aan een schuldregeling, indien:

a. redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen;

b. redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in het tweede lid bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen;

c. de vordering van het UWV wegens onverschuldigde betaling ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang;

d. een naar het oordeel van het UWV betrouwbare schuldregeling tot stand is gekomen door tussenkomst van een schuldhulpverlener als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het consumentenkrediet;

e. aannemelijk is dat medewerking aan een schuldregeling niet concurrentieverstorend werkt; en

f. uitdeling in het kader van de schuldregeling plaatsvindt overeenkomstig artikel 349 van de Faillissementswet.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien een vordering is ontstaan door het niet nakomen door de belanghebbende van de verplichting, bedoeld in artikel 12, eerste lid, en hiervoor een boete als bedoeld in artikel 21 is opgelegd, dan wel indien hiervoor aangifte is gedaan op grond van het Wetboek van Strafrecht.

3. Het besluit tot het afzien van terugvordering of van verdere terugvordering wordt ingetrokken of ten nadele van belanghebbende gewijzigd indien:

a. niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling tot stand is gekomen die voldoet aan de eisen, bedoeld in het eerste lid;

b. de belanghebbende zijn schuld aan het UWV niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of

c. onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

4. Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot dit artikel nadere regels worden gesteld ten aanzien van de bevoegdheid om mee te werken aan schuldregelingen.

Artikel 35b Preferentie

Een vordering van het UWV als bedoeld in artikel 34 en 35a van deze wet is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen uit artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

Toelichting

Op 28 augustus 2008 is de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) gepubliceerd (Stb 2008, 340). Deze wet zal op 1 december 2009 in werking treden.

De onderhavige nota van wijziging stelt voor om ook in het geval van een vordering op grond van de IOW het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) de mogelijkheid te geven om mee te werken aan voorstellen tot schuldregelingen.

Hiertoe wordt een nieuw artikel 35a voorgesteld in de IOW overeenkomstig de voorgestelde artikelen ten aanzien van medewerking aan schuldregelingen in de andere socialezekerheidswetten. Ook wordt op vergelijkbare wijze als in de overige socialezekerheidswetten in het wetsvoorstel een preferentie voorgesteld voor vorderingen van het UWV op grond van de IOW.

Door deze aanpassingen van de IOW wordt voorkomen dat alleen als het gaat om een vordering van het UWV op grond van de IOW medewerking aan schuldregelingen door het UWV onmogelijk blijft. Er is geen reden voor deze uitzonderingspositie.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven