nr. 5
NOTA VAN WIJZIGING
In het voorstel van wet wordt na artikel XIV een nieuw artikel ingevoegd,
luidende:
ARTIKEL XIVA WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING
OUDERE WERKLOZEN
Na artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen worden twee
artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 35a Schuldregeling
1. In afwijking van artikel 34, eerste en derde lid, kan het UWV,
op verzoek van de belanghebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger, besluiten
gedeeltelijk van terugvordering of gedeeltelijk van verdere terugvordering
af te zien door medewerking aan een schuldregeling, indien:
a. redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen
voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert
dat hij heeft opgehouden te betalen;
b. redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking
tot alle vorderingen, behoudens de in het tweede lid bedoelde vorderingen,
van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal
komen;
c. de vordering van het UWV wegens onverschuldigde betaling ten minste
zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers
van gelijke rang;
d. een naar het oordeel van het UWV betrouwbare schuldregeling tot
stand is gekomen door tussenkomst van een schuldhulpverlener als bedoeld in
artikel 48 van de Wet op het consumentenkrediet;
e. aannemelijk is dat medewerking aan een schuldregeling niet concurrentieverstorend
werkt; en
f. uitdeling in het kader van de schuldregeling plaatsvindt overeenkomstig
artikel 349 van de Faillissementswet.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien een vordering is
ontstaan door het niet nakomen door de belanghebbende van de verplichting, bedoeld in artikel 12, eerste lid, en hiervoor een boete als bedoeld
in artikel 21 is opgelegd, dan wel indien hiervoor aangifte is gedaan op grond
van het Wetboek van Strafrecht.
3. Het besluit tot het afzien van terugvordering of van verdere terugvordering
wordt ingetrokken of ten nadele van belanghebbende gewijzigd indien:
a. niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt,
een schuldregeling tot stand is gekomen die voldoet aan de eisen, bedoeld
in het eerste lid;
b. de belanghebbende zijn schuld aan het UWV niet overeenkomstig
de schuldregeling voldoet; of
c. onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking
van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.
4. Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot dit artikel
nadere regels worden gesteld ten aanzien van de bevoegdheid om mee te werken
aan schuldregelingen.
Artikel 35b Preferentie
Een vordering van het UWV als bedoeld in artikel 34 en 35a van deze wet
is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen uit artikel 288 van
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Toelichting
Op 28 augustus 2008 is de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen
(IOW) gepubliceerd (Stb 2008, 340). Deze wet zal op 1 december 2009 in
werking treden.
De onderhavige nota van wijziging stelt voor om ook in het geval van een
vordering op grond van de IOW het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
(UWV) de mogelijkheid te geven om mee te werken aan voorstellen tot schuldregelingen.
Hiertoe wordt een nieuw artikel 35a voorgesteld in de IOW overeenkomstig
de voorgestelde artikelen ten aanzien van medewerking aan schuldregelingen
in de andere socialezekerheidswetten. Ook wordt op vergelijkbare wijze als
in de overige socialezekerheidswetten in het wetsvoorstel een preferentie
voorgesteld voor vorderingen van het UWV op grond van de IOW.
Door deze aanpassingen van de IOW wordt voorkomen dat alleen als het gaat
om een vordering van het UWV op grond van de IOW medewerking aan schuldregelingen
door het UWV onmogelijk blijft. Er is geen reden voor deze uitzonderingspositie.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. Aboutaleb
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner