B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 9 mei
2008 en het nader rapport d.d. 16 juni 2008, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de staatssecretaris van
Financiën. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 25 april 2008, no. 08.001.297, heeft
Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt het verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en de Regering van de Staat Qatar tot het vermijden van dubbele belasting
van inkomsten en winsten verkregen uit het internationale luchtverkeer; Doha,
6 januari 2008 (Trb. 2008, 59), met toelichtende nota.
Het verdrag ziet op de wederkerige vrijstelling met betrekking tot belastingen
naar inkomsten en winsten uit het internationale luchtverkeer.
De Raad van State onderschrijft de strekking van het verdrag, maar plaatst
daarbij een kanttekening.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 april
2008, nr. 08.001.297, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 9 mei 2008, nr. W06.08.0142/III, bied ik U
hierbij aan.
1. De Raad wijst erop, dat de bepalingen inzake de beëindiging
van het verdrag in de Engelse en Nederlandse tekst inhoudelijk verschillen.
De opmerking in de toelichtende nota, dat het verdrag ten minste zes jaar
van kracht blijft, daar zij pas in het zesde jaar na de inwerkingtreding met
ingang van het zevende jaar kan worden opgezegd, dient op grond daarvan gepreciseerd
te worden. De Raad wijst er tevens op, dat de bepaling inzake de beëindiging
van het vergelijkbare verdrag met Bahrein van 5 februari 20072, in de Engelse tekst identiek is aan het voorliggende
verdrag, maar in de Nederlandse tekst daarvan afwijkt. Dergelijke verschillen
dienen vermeden te worden.
De Raad adviseert in de toelichtende nota aan deze aspecten aandacht te
geven.
De Raad van State onderschrijft de strekking van het verdrag, maar plaatst
daarbij een inhoudelijke kanttekening. De Raad wijst erop dat de bepalingen
inzake de beëindiging van het verdrag in de Engelse en Nederlandse tekst
inhoudelijk verschillen. Gevolg gevend aan het advies van de Raad is de toelichting
op dit onderdeel aangevuld.
2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij
het advies behorende bijlage.
Aan de redactionele kanttekeningen zijn gevolg gegeven.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag
wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens de staatssecretaris van Financiën, verzoeken
mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld
van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te
leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende
no. W06.08.0142/III met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging
geeft.
– Paragraaf 2, eerste alinea, actualiseren nu inmiddels ook
met de Regering van het Koninkrijk Bahrein een vergelijkbaar verdrag is gesloten
(Kamerstukken I/II 2006/07, 31 151, A en nr. 1).
– Aan het slot van paragraaf 4 «artikel 7» vervangen
door «artikel 6».
– In de toelichting op de artikelen 3, 7 en 8 «voordelen en
winsten» vervangen door «inkomsten en winsten».
– In de toelichting op de artikelen 7 en 8 «artikel 8, eerste
lid» vervangen door «artikel 7, eerste lid», «artikel
8, tweede lid» vervangen door «artikel 7, tweede lid» en «artikel
9» vervangen door «artikel 8».