nr. 19
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2009
Hiermee geef ik u, mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, mijn schriftelijke reactie op de motie Elias over
begrijpelijk taalgebruik bij de overheid (31 579 nr. 10), zoals gevraagd
is bij de behandeling van het wetsvoorstel voor een Dienstenwet op 11 februari
2009 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 53, blz.
4322-4350).
In het debat is aangegeven dat het kabinet deze motie ontraadt. Het bezwaar
tegen de motie is dat het niet verstandig is om de overheid vast te leggen
op de hantering van één norm bij taalgebruik. Bij verschillende
soorten contact van de overheid met burgers en bedrijven (brieven, internet,
besluiten enz.) kunnen verschillende soorten taalgebruik geboden zijn. Het
is uiteraard wel altijd van belang om heldere en duidelijke taal te gebruiken
in contacten met burgers en bedrijven. Dit geldt nadrukkelijk ook in het geval
van ondernemers die contact zoeken via Antwoord voor bedrijven, omdat zij
daar een helder en op maat gesneden antwoord behoren te krijgen op vragen
over wet- en regelgeving en subsidies. Meer in het algemeen zijn er door de
staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verschillende
stappen gezet op het terrein van begrijpelijke formulieren.
Antwoord voor bedrijven
Voor het schrijven van begrijpelijke teksten zijn er meerdere standaarden,
die daarvoor handvatten bieden. Voorbeelden zijn het CCC-model van Jan Renkema
en het Europees Referentiekader. Deze modellen gebruikt Antwoord voor bedrijven
voor het schrijven van teksten.
Het is echter niet zo dat Antwoord voor bedrijven een dergelijk model één
op één kan toepassen. Het CCC-model is bedoeld als kader voor
discussie over tekstkwaliteit, voor het herschrijven van teksten en voor het
onderscheiden van verschillende taken in het schrijfproces. Daarnaast houdt
Antwoord voor bedrijven rekening houden met specifieke eisen en wensen
van ondernemers. Ook stelt het gebruik van internet specifieke eisen aan taalgebruik.
De site Antwoord voor bedrijven wordt regelmatig getest bij ondernemers.
Bij die testen komt ook taalgebruik aan de orde. De opzet van de site van
Antwoord voor bedrijven met de nadruk op korte teksten en een vaste structuur
blijken ondernemers te waarderen. Uit een onderzoek van RM Interactive blijkt
dat veel bezoekers (69%) van Antwoord voor bedrijven onder de indruk
zijn van de eenvoud van het taalgebruik.
Dat Antwoord voor bedrijven veel aandacht hecht aan toegankelijkheid,
blijkt ook uit de certificering begin dit jaar door de Stichting Waarmerk
Drempelvrij.
Overheidscommunicatie in het algemeen
Ook het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderneemt
op dit punt actie. Zij ondersteunt helder taalgebruik door de overheid met
het doen van aanbevelingen en het aanbieden van instrumenten. Daarbij ligt
het accent op de begrijpelijkheid van formulieren. Hierbij worden in de komende
periode stappen voorwaarts gezet bij departementen, uitvoeringsorganisaties,
gemeenten en provincies. Er wordt gebruik wordt gemaakt van een reeks instrumenten
(formulierenwaaier, workshops, digitale community, gebruikerspanels en reviews)
en het etaleren van «best practices» zoals rond de WABO. Nader
bezien wordt of de opgedane kennis op dit terrein ook in andere contacten
tussen overheid en burger kan worden toegepast.
Overigens moet ook duidelijk zijn dat uiteindelijk overheidsorganisaties
zelf verantwoordelijk zijn voor hun taalgebruik. Ze ervaren dan ook zelf de
nadelen van onbegrijpelijk taalgebruik en krijgen daarmee een prikkel om dit
aan te passen. Een effectieve aanpak vanuit de rijksoverheid is dan ook: bewustwording
creëren, voorbeeldgedrag tonen en ondersteuning bieden. Het voorschrijven
van een standaard voegt daar weinig aan toe en doet afbreuk aan de eigen verantwoordelijkheid
van organisaties om hun dienstverlening begrijpelijk aan te bieden aan burgers
en bedrijven.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk