31 577
Regels met betrekking tot participatieplaatsen en loonkostensubsidies (Wet stimulering arbeidsparticipatie)

nr. 14
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN HIJUM EN SPEKMAN

Ontvangen 6 november 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel VIII, onderdeel B, te luiden:

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid worden onder de vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

d. de scholing of opleiding, bedoeld in artikel 10a, vijfde lid;

e. de premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De regels, bedoeld in het eerste lid, hebben:

a. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel a, in ieder geval betrekking op de evenwichtige aandacht voor de in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, genoemde groepen, alsmede voor verschillende doelgroepen daarbinnen, en op de wijze waarop rekening wordt gehouden met zorgtaken;

b. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel e, in ieder geval betrekking op de hoogte van de premie in relatie tot de armoedeval.

II

Artikel IX, onderdeel B, onder 2, komt te luiden:

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De regels, bedoeld in het eerste lid, hebben:

a. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel a, in ieder geval betrekking op de taken vermeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a;

b. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel c, in ieder geval betrekking op de hoogte van de premie in relatie tot de armoedeval.

III

Artikel X, onderdeel B, onder 2, komt te luiden:

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De regels, bedoeld in het eerste lid, hebben:

a. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel a, in ieder geval betrekking op de taken vermeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a;

b. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel c, in ieder geval betrekking op de hoogte van de premie in relatie tot de armoedeval.

IV

Artikel XIa komt te luiden:

Artikel XIa Samenloop met wetsvoorstel decentralisering van de langdurigheidstoeslag

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 29 april 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen (Kamerstukken 31 441), tot wet is of wordt verheven, en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als, artikel VIII, onderdeel B, komt artikel VIII, onderdeel B, van deze wet te luiden:

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid worden onder de vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

e. de scholing of opleiding, bedoeld in artikel 10a, vijfde lid;

f. de premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid.

2. Aan het tweede lid wordt onder de vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel f, in ieder geval betrekking op de hoogte van de premie in relatie tot de armoedeval.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 29 april 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen (Kamerstukken 31 441), tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan artikel VIII, onderdeel B, wordt artikel I, onderdeel B, van die wet als volgt gewijzigd:

1. In het eerste subonderdeel wordt «onderdeel c» vervangen door «onderdeel e» en wordt «d.» vervangen door: f.

2. Het tweede subonderdeel komt te luiden:

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De regels, bedoeld in het eerste lid, hebben:

a. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel a, in ieder geval betrekking op de evenwichtige aandacht voor de in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, genoemde groepen, alsmede voor verschillende doelgroepen daarbinnen, en op de wijze waarop rekening wordt gehouden met zorgtaken;

b. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel e, in ieder geval betrekking op de hoogte van de premie in relatie tot de armoedeval;

c. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel f, in ieder geval betrekking op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen.

Toelichting

Gebleken is (nota naar aanleiding van het verslag) dat de maximale premie qua inkomen wel stimuleert om aan een participatieplaats deel te nemen, maar niet of minder om van daar uit door te stromen naar regulier werk. Dit geld met name voor gehuwden. De gemeenteraad kan bij verordening regels stellen, onder meer met betrekking tot de hoogte van de premie in relatie tot de armoedeval. Dit amendement moet bevorderen dat dit ook daadwerkelijk in voldoende mate gaat gebeuren.

Van Hijum

Spekman

Naar boven