31 574
PKB Randstad 380 kV verbinding Haarlemmermeer Oost

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2009

Naar aanleiding van het overleg van 6 april jl. met uw Kamer over het derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (kamerstuk 31 574, nr. 8) informeer ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de achtergrond van de beperkingen die er op dit moment zijn voor het verkabelen van 380 kV-hoogspanningsverbindingen in het gehele Nederlandse net, de eventuele gevolgen daarvan voor de buitenlandse netten, de opzet van het onderzoek over 380 kV ondergronds en de nieuwe 380 kV-hoogspannings-verbindingen die de komende jaren in Nederland worden gerealiseerd.

20 kilometer 380 kV ondergronds in Nederland

In de brieven van 23 mei 2008 en 18 december 2008 over respectievelijk het tracé in de Zuidring en de Noordring heb ik aangegeven dat een totale afstand van 20 kilometer als richtinggevend is gehanteerd bij de keuze voor het ondergronds aanleggen van delen van de nieuwe 380 kV-verbinding in de Randstad. Dit op advies van TenneT die heeft aangegeven dat, dit de lengte is waarbij de risico’s voor de netstabiliteit en leveringszekerheid nog aanvaardbaar zijn. Hierbij baseert TenneT zich op internationale ervaringen met lichtere en kortere ondergrondse 380 kV-verbindingen. Tevens is in de genoemde brieven aangegeven dat deze beperking tot 20 km voor het gehele Nederlandse net als zodanig geldt. Het toepassen van ondergrondse 380 kV-verbindingen op een dergelijke schaal en vermogen is nog niet eerder gebeurd. Dit maakt Randstad 380 kV tot een zeer innovatief project.

In de bijgevoegde notitie van TenneT treft u een nadere onderbouwing aan van deze 20 kilometergrens en waarom deze grens niet alleen geldt voor de hoogspanningsverbinding in de Randstad maar de komende jaren tevens voor de overige verbindingen die moeten worden gerealiseerd.1 TenneT geeft in deze notitie aan de hand van onder meer voorbeelden uit het recente verleden aan waarom zij als beheerder van het landelijke hoogspanningsnet niet de verantwoordelijkheid wil dragen voor meer verkabeling van 380 kV-verbindingen in Nederland in de nabije toekomst. TenneT en de TU Delft gaan de nieuw aan te leggen ondergrondse 380 kV-kabels in de Randstad intensief monitoren. Het doel van deze studie is het opdoen van ervaring met het gedrag van het elektriciteits-voorzieningssysteem met de lange ondergrondse verbindingen. In de bijlage wordt een beeld geschetst van de fasering van het vervolgonderzoek en de monitoring. Elders in de wereld vinden momenteel ook studies plaats naar het verkabelen van 380 kV-verbindingen. Zo heeft Duitsland aangekondigd de komende jaren ook een aantal pilots uit te voeren. Indien de resultaten van deze pilots eerder beschikbaar zijn dan de gegevens van de Randstad 380 kV-verbinding, zal ik TenneT en de TUD verzoeken deze gegevens bij het onderzoek te betrekken. U zult op de hoogte worden gehouden van de tussenresultaten.

Toekomstige 380 kV projecten

Er is een start gemaakt met de procedure voor de milieueffectrapportage voor de realisatie van drie andere 380 kV-hoogspanningsverbindingen. Het betreft een verbinding van Borssele naar de landelijke ring (Zuid-West 380 kV); van Eemshaven naar Diemen (Noord-West 380 kV) en van Doetinchem over de grens naar Duitsland (Doetinchem-Wesel 380 kV). Deze projecten zijn allen mogelijk op grond van het Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) zoals u dat heeft ontvangen. De genoemde projecten staan ook in het kwaliteits- en capaciteitsplan 2008–2014 van TenneT. De eerste twee projecten zijn noodzakelijk met het oog op het afvoeren van nieuw gebouwd productievermogen naar de verbruikerscentra, het derde project is een uitbreiding van de interconnectie-capaciteit tussen Nederland en Duitsland. De startnotities zullen naar verwachting in de komende maanden ter inzage worden gelegd. Doelstelling is om het project Doetinchem-Wesel 380 kV eind 2013 te realiseren, het project Zuid-West 380 kV eind 2014. Voor het project Noord-West 380 kV is dat 2015.

De benodigde procedures voor deze drie verbindingen zullen door middel van de rijkscoördinatieregeling onder mijn regie worden doorlopen.

De studie van de TU Delft, die wereldwijd wordt gevolgd, moet antwoord geven op de vraag of het op termijn verantwoord is om nog grotere afstanden ondergronds aan te leggen. De uitkomsten van deze studie, die 6 tot 8 jaar gaat duren, zijn niet op tijd voor handen om bij de tracering en besluitvorming daarover rekening te houden met de mogelijkheid van ondergrondse passages. Wachten op de resultaten zou tot jaren vertraging leiden.

Een realistisch (bovengronds) tracé lijkt bij deze nieuwe verbindingen goed mogelijk. In het SEV III, dat op 6 april met u is besproken, is ook aangegeven dat tot nader orde voor nieuwe projecten de bepaling in het SEV III «dat op basis van een integrale afweging op projectniveau in bijzondere gevallen, met name voor kortere trajecten, ondergrondse aanleg kan worden overwogen», niet van toepassing is/kan zijn. Op basis van de geleverde aanvullende informatie constateer ik opnieuw dat verkabeling van 20 kilometer zowel innovatief als verantwoord is. Meer kilometers verkabelen de komende jaren acht ik vanwege de geschetste risico’s niet verantwoord.

Zoals ik heb aangegeven in de schriftelijke beantwoording van 27 maart jl. (Kamerstuk 31 574, nr. 5) van uw vragen over Randstad 380 is verkabeling alleen aan de orde in geval dit technisch onvermijdelijk is, zoals bij het Noordzeekanaal, waarbij verkabeling bovendien minder risico voor de leveringszekerheid oplevert dan het bovengronds passeren van een dergelijk knelpunt.

Om de mogelijke verstoring van het landschap en de overlast van hoogspanningsverbindingen ondanks de bovengenoemde beperking toch aan te pakken wordt, zoals u bekend, in SEV III het uitgangspunt opgenomen dat het totaal aantal kilometers bovengrondse hoogspanningsverbindingen vanaf 110 kV gedurende het SEVIII in beginsel niet zal toenemen. Bij iedere kilometer nieuwe bovengrondse hoogspanningsverbinding van 220 kV of hoger, zal daarom in beginsel een bestaande bovengrondse verbinding van 110 kV of 150 kV worden afgebroken en ondergronds, of in combinatie met een 380 kV bovengrondse verbinding, worden aangelegd.

Structuurvisie De Wilck

In het overleg van 6 april jl. hebben wij ook met elkaar gesproken over het voornemen om middels een structuurvisieprocedure de pkb «Randstad 380 kVverbinding» zodanig te wijzigen dat voor wat betreft de bescherming van Natura 2000 gebieden rondom deze verbinding het toetsingskader van de Natuurbeschermingswet 1998 – zoals gebruikelijk – van toepassing is. Overeenkomstig artikel 2.3, tweede lid, laatste volzin van de Wro informeer ik u hierbij, in overeenstemming met de minister van VROM, over de gevolgtrekkingen die ik aan onze beraadslaging op dit punt verbind. Nu vanuit uw Kamer voldoende steun is uitgesproken voor het voornemen, zal de structuurvisie zoals hiervoor beschreven worden vastgesteld. Daaraan voorafgaand zal een ontwerp ter inzage worden gelegd opdat zienswijzen kunnen worden ingebracht.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven