31 571 Voorstel van wet van het lid Thieme tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in verband met het invoeren van een verplichte voorafgaande bedwelming bij ritueel slachten

V VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 4 februari 2014

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken1 hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 12 december 2013 inzake toezegging T015562 (31 571, U). Naar aanleiding hiervan hebben de leden van de PVV-fractie een aantal opmerkingen gemaakt en vragen gesteld aan de Staatssecretaris bij brief van 20 december 2013.

De Staatssecretaris heeft op 4 februari 2014 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, De Boer

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Den Haag, 20 december 2013

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 12 december 2013 inzake toezegging T015563 (31 571, U). Deze brief geeft de leden van de PVV-fractie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en tot het stellen van de volgende vragen.

De leden van de PVV-fractie spreken hun dank uit voor de in de brief gedane toezegging om een geanonimiseerde lijst openbaar te maken met het aantal slachthuizen dat onbedwelmd of een combinatie daarvan slacht nadat de registratieplicht is ingevoerd.

In uw brief van 12 december jl. geeft u aan dat totdat de registratieplicht van kracht is geworden, de NVWA afhankelijk is van de aangeleverde cijfers van slachthuizen. De vastlegging van deze gegevens wordt niet in alle slachthuizen op dezelfde wijze uitgevoerd. Daarnaast speelt een rol dat de door het slachthuis vastgestelde aantallen niet onafhankelijk en dienovereenkomstig onvoldoende betrouwbaar zijn. Hiermee geeft u aan dat men op dit moment niet kan aangeven hoeveel dieren er bedwelmd of onbedwelmd geslacht worden. De leden van de PVV-fractie vinden dit een vreemde gang van zaken. Er is toch een administratie van het aantal aangevoerde dieren? Dieren staan toch geregistreerd? Er is toch ook een financiële administratie? Of kunnen slachthuizen thans ongecontroleerd doen wat ze willen? De leden van de PVV-fractie nemen aan dat op zijn minst de belastingdienst controles uitvoert. Daarnaast vragen deze leden hoe de stelling gezien moet worden dat de vastlegging van deze gegevens niet in alle slachthuizen op dezelfde wijze uitgevoerd wordt. Een verschillende manier van werken sluit normaal gesproken een adequate informatievoorziening niet uit, of is er sprake van een ondeugdelijke vastlegging van gegevens, zo vragen deze leden.

Verder geeft u in uw brief aan dat pas nadat de registratieplicht van kracht is en direct NVWA-toezicht bij de onbedwelmde slacht verplicht is, op termijn in de praktijk uit de data zal volgen hoeveel dieren er totaal ter slacht zijn aangeboden aan een slachtinrichting en hoeveel daarvan voor onbedwelmde slacht zijn aangemeld. De leden van de PVV-fractie vragen hoe dit in de praktijk uitgevoerd zal worden. Als er nu al geen deugdelijke administratie is, hoe gaat de toezichthouder daar dan inzicht in verschaffen? Heeft die toezichthouder voldoende middelen en gezag?

Daarnaast schrijft u in de brief dat het aanleveren van exportcijfers pas mogelijk zal zijn indien hiervoor een verplichte etikettering wordt ingevoerd. Zoals u eerder heeft aangegeven, geeft de regering er de voorkeur aan dit in Europees verband te regelen. In 2014 wordt de studie van de Europese Commissie over de mogelijkheid om consumenten te voorzien van de relevante informatie over de bedwelming van dieren opgeleverd. Deze leden zijn van mening dat de etikettering de functie heeft om de consument in te lichten over het product. Dat staat verder los van de hoeveelheid onbedwelmd geslacht vlees die geëxporteerd wordt. Aan goederen die geëxporteerd worden, zijn geldstromen gekoppeld, die men doorgaans heel goed in beeld heeft. Deelt de regering deze mening van de leden van de PVV-fractie?

De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat aan hetgeen door uw ambtsvoorganger tijdens het debat over wetsvoorstel 31 571 niet voldaan is. De toezegging T01556 kan volgens deze leden pas als voldaan beschouwd worden als daadwerkelijk inzichtelijk is hoeveel dieren er ritueel geslacht worden en hoe groot de omvang is van de hoeveelheid geëxporteerd vlees afkomstig van onbedwelmd ritueel geslachte dieren.

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken zien uw reactie graag uiterlijk 23 januari 2014 tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, E.M. Kneppers-Heynert

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2014

Met deze brief beantwoord ik de nadere vragen die door de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken gesteld zijn in het kader van de toezegging T01556 registratie aantal ritueel geslachte dieren en hoeveelheid geëxporteerd vlees afkomstig van onbedwelmd ritueel geslachte dieren.

Vragen

Naar aanleiding van het eerdere antwoord (brief d.d. 12 december 2013) op toezegging T015564 hebben de leden van de PVV-fractie een aantal opmerkingen en een aantal vragen.

In uw brief van 12 december jl. geeft u aan dat totdat de registratieplicht van kracht is geworden, de NVWA afhankelijk is van de aangeleverde cijfers van slachthuizen. De vastlegging van deze gegevens wordt niet in alle slachthuizen op dezelfde wijze uitgevoerd. Daarnaast speelt een rol dat de door het slachthuis vastgestelde aantallen niet onafhankelijk en dienovereenkomstig onvoldoende betrouwbaar zijn. Hiermee geeft u aan dat men op dit moment niet kan aangeven

hoeveel dieren er bedwelmd of onbedwelmd geslacht worden. De leden van de PVV-fractie vinden dit een vreemde gang van zaken. Er is toch een administratie van het aantal aangevoerde dieren? Dieren staan toch geregistreerd? Er is toch ook een financiële administratie? Of kunnen slachthuizen thans ongecontroleerd doen wat ze willen? De leden van de PVV-fractie nemen aan dat op zijn minst de belastingdienst controles uitvoert. Daarnaast vragen deze leden hoe de stelling gezien moet worden dat de vastlegging van deze gegevens niet in alle slachthuizen op dezelfde wijze uitgevoerd wordt. Een verschillende manier van werken sluit normaal gesproken een adequate informatievoorziening niet uit, of is er sprake van een ondeugdelijke vastlegging van gegevens, zo vragen deze leden.

Verder geeft u in uw brief aan dat pas nadat de registratieplicht van kracht is en direct NVWA-toezicht bij de onbedwelmde slacht verplicht is, op termijn in de praktijk uit de data zal volgen hoeveel dieren er totaal ter slacht zijn aangeboden aan een slachtinrichting en hoeveel daarvan voor onbedwelmde slacht zijn aangemeld. De leden van de PVV-fractie vragen hoe dit in de praktijk uitgevoerd zal worden. Als er nu al geen deugdelijke administratie is, hoe gaat de toezichthouder daar dan inzicht in verschaffen? Heeft die toezichthouder voldoende middelen en gezag?

Daarnaast schrijft u in de brief dat het aanleveren van exportcijfers pas mogelijk zal zijn indien hiervoor een verplichte etikettering wordt ingevoerd. Zoals u eerder heeft aangegeven, geeft de regering er de voorkeur aan dit in Europees verband te regelen. In 2014 wordt de studie van de Europese Commissie over de mogelijkheid om consumenten te voorzien van de relevante informatie over de bedwelming van dieren opgeleverd. Deze leden zijn van mening dat de etikettering de functie heeft om de consument in te lichten over het product. Dat staat verder los van de hoeveelheid onbedwelmd geslacht vlees die geëxporteerd wordt. Aan goederen die geëxporteerd worden, zijn geldstromen gekoppeld, die men doorgaans heel goed in beeld heeft. Deelt de regering deze mening van de leden van de PVV-fractie?

De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat aan hetgeen door uw ambtsvoorganger tijdens het debat over wetsvoorstel 31 571 niet voldaan is. De toezegging T01556 kan volgens deze leden pas als voldaan beschouwd worden als daadwerkelijk inzichtelijk is hoeveel dieren er ritueel geslacht worden en hoe groot de omvang is van de hoeveelheid geëxporteerd vlees afkomstig van onbedwelmd ritueel geslachte dieren.

Antwoord

Het staat de ondernemer vrij om bedwelmd of onbedwelmd te slachten. Voor het toepassen van onbedwelmde slacht dient een slachthuis een melding te doen via een formulier op de website van de NVWA. Vanzelfsprekend moet het slachthuis zich houden aan de wettelijke eisen die voor de gekozen slachtmethode gelden. De NVWA houdt steekproefsgewijs toezicht op het doden.

Door de NVWA wordt het aantal dieren dat voor slacht ter keuring wordt aangeboden vastgelegd en geregistreerd. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen goedgekeurde, afgekeurde en in nader onderzoek genomen dieren. Niet wordt vastgelegd of het dier bedwelmd of onbedwelmd wordt geslacht. Op de meeste bedrijven waar onbedwelmd wordt geslacht worden ook dieren bedwelmd geslacht en is niet te herleiden welk deel onbedwelmd is geslacht. Op dit moment is als gevolg hiervan wel het aantal ter slacht aangeboden dieren bekend, maar is niet bekend hoeveel daarvan onbedwelmd worden geslacht. Er is derhalve ook geen sprake van een ondeugdelijke administratie waardoor deze gegevens niet aangeleverd zouden kunnen worden.

Na inwerking treden van de wijziging van het Besluit houders van dieren ter uitvoering van het Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten is het permanent toezicht op onbedwelmde slacht verplicht, waarbij de NVWA permanent aanwezig is bij het doden van dieren die onbedwelmd worden geslacht. Vanaf dat moment kan wel het aantal worden aangegeven hoeveel dieren er totaal ter slacht zijn aangeboden door een slachtinrichting en hoeveel daarvan voor onbedwelmde slacht zijn aangemeld.

Wat betreft geëxporteerd vlees afkomstig van onbedwelmd ritueel geslachte dieren geldt dat de NVWA toezicht houdt op de naleving van wet- en regelgeving rond voedselveiligheid en dierenwelzijn. Als een dier goedgekeurd is (voor en na slacht), is het geschikt voor humane consumptie en mag de ondernemer het vlees vrij verhandelen, met in achtneming van de relevante wetgeving (hygiëne, koeling, etc.). Daarbij geldt op dit moment geen verplichting van registratie bedwelmd of onbedwelmd geslacht.

Bij een eventuele invoering in Europees verband van een etiketteringsplicht van vlees van onbedwelmd geslachte dieren, wordt de verplichting bij het bedrijf gelegd om verschillende producten (in dit geval bedwelmd / onbedwelmd geslacht) te onderscheiden en te etiketteren. Op de naleving van de etiketteringsplicht kan dan door een toezichthouder gecontroleerd worden. Afnemers in de keten worden op basis van de etikettering geïnformeerd over de wijze van slachten.

Maar ook dan zal specifieke informatie over export niet eenvoudig te verkrijgen zijn: binnen de EU is vrij handelsverkeer mogelijk en kunnen vleesproducten via één of meerdere intermediairs (uitsnijderijen, verwerkers etc.) als eindproduct of halffabricaat de consument bereiken. Registratie van aantallen of hoeveelheden vindt ook dan niet plaats.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD) (voorzitter), Terpstra (CDA), Sylvester (PvdA), Essers (CDA) Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Van Boxtel (D66), Backer (D66), Vos (GL), De Lange (OSF), Schrijver (PvdA), Postema (PvdA), Vlietstra (PvdA) (vice-voorzitter), Van Strien (PVV), Faber-van de Klashorst (PVV), Ester (CU), Bröcker (VVD), Beckers (VVD), Van Beek (PVV), Gerkens (SP), Koning (PvdA)

X Noot
2

Toezegging te vinden via www.eerstekamer.nl

X Noot
3

Toezegging te vinden via www.eerstekamer.nl

X Noot
4

Te vinden via www.eerstekamer.nl

Naar boven