31 571 Voorstel van wet van het lid Thieme tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in verband met het invoeren van een verplichte voorafgaande bedwelming bij ritueel slachten

Nr. 9 DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 11 april 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel 1, wordt «Israëlitische» vervangen door: israëlitische.

B

Artikel IA wordt als volgt gewijzigd:

1. Er wordt een 1. voor de bestaande tekst geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt «Israëlitische» vervangen door: israëlitische.

3. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 19 maart 2008 ingediende voorstel van wet houdende een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren) (Kamerstukken II, 2008/09, 31 389) tot wet is of wordt verheven, en artikel 2.10 van die wet later in werking treedt dan artikel I van deze wet, komt artikel 2.10, vierde lid, eerste volzin, van die wet met ingang van de datum waarop die wet in werking treedt als volgt te luiden: Het is verboden om dieren zonder voorafgaande bedwelming te doden volgens de israëlitische of islamitische ritus.

Toelichting

Allereerst wordt door middel van deze nota van wijziging de schrijfwijze van het woord «israëlitisch» in overeenstemming gebracht met de systematiek van zowel de Wet dieren als de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Ten tweede voorziet deze nota van wijziging in een sluitende samenloopbepaling. Artikel 2.10, vierde lid, eerste volzin van de Wet dieren (Kamerstukken II, 2008/09, 31 389) luidt momenteel als volgt: Het is toegestaan om dieren zonder voorafgaande bedwelming te doden volgens de israëlitische of de islamitische ritus. Het wetsvoorstel voorziet in een samenloopbepaling waarin wordt bewerkstelligd dat deze zinsnede wordt aangepast indien de Wet dieren eerder in werking treedt dan het wetsvoorstel. Door middel van deze nota van wijziging wordt tevens in de situatie voorzien waarin de Wet dieren later in werking treedt dan het wetsvoorstel. Indien dit het geval is, wordt de eerste volzin van artikel 2.10, vierde lid, van de Wet dieren middels bovenstaande samenloopbepaling gewijzigd en komt deze te luiden: Het is verboden om dieren zonder voorafgaande bedwelming te doden volgens de israëlitische of islamitische ritus.

Thieme

Naar boven