31 570 Herziening Grondwet

H BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2013

Op 10 september jl. heeft uw Kamer plenair een debat met mij gevoerd over de brief van 6 juni 2013 van het kabinet inzake de motie Engels c.s. en de motie Lokin-Sassen c.s. (Kamerstukken I 2012/13, 31 570, G). In dat debat heb ik uw Kamer toegezegd uw Kamer een brief te sturen waarin ik de beoogde procedure, waaronder het tijdpad, met betrekking tot de uitvoering van die moties zal opnemen. Deze brief dient ter nakoming van deze toezegging.

In de motie Engels c.s. wordt de regering verzocht met inachtneming van het advies van de Staatscommissie en van de kabinetsreactie, een voorstel te (doen) ontwikkelen voor de formulering van een algemene bepaling in de Grondwet, waarin wordt uitgedrukt dat Nederland een democratische rechtsstaat is, zo mogelijk uitgewerkt dan wel aangevuld met nadere voorschriften (Kamerstukken I 2011/12, 31 570, B). Ter uitvoering van deze motie zal ik uw Kamer een notitie sturen waarin voormeld voorstel voor een formulering is opgenomen. Dat voorstel zal worden ontwikkeld door mijn departement. Daarbij worden onder andere betrokken het advies van de staatscommissie Grondwet en de voorstudie «Preambules» voor dat advies van prof. dr. P.B. Cliteur en prof. dr. W.J.M. Voermans (2009). Mijn streven is erop gericht om deze notitie aan uw Kamer te sturen in februari 2014.

In de motie Lokin-Sassen c.s. wordt de regering verzocht om in de Grondwet een artikel op te nemen, waarbij een algemeen recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter wordt opgenomen (Kamerstukken I, 2011/12, 31 570, C). Mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie kan ik u meedelen dat ter uitvoering van deze motie de voorbereidende werkzaamheden terzake van het opstellen van een voorstel van wet tot wijzing van de Grondwet ter hand zijn genomen. In dat kader vindt onder andere nadere studie plaats naar de relevante literatuur, jurisprudentie en internationale en nationale regelgeving. Daarbij worden onder andere betrokken het advies van de staatscommissie Grondwet, de voorstudie «De toegang tot de rechter en een eerlijk proces in de Grondwet?« van prof. mr. T. Barkuysen, dr. M.L. van Emmerik en prof. dr. J.H. Gerards (2009), de voorstudie van prof. mr. R. de Lange, dr. B.J.G Leeuw en prof. mr. P.A.M. Mevis, «Grondwet strafrecht en eerlijk proces» (2008), alsmede – zoals toegezegd in het genoemde Kamerdebat – het proefschrift «Grondwet en eerlijk proces. Een onderzoek naar de eventuele meerwaarde van het opnemen van het recht op een eerlijk proces in de Nederlandse Grondwet» van dr. B.J.G. Leeuw (2013). Daarnaast vinden gesprekken plaats met externe deskundigen, waaronder met voormelde auteurs. Beoogd wordt deze voorbereidende werkzaamheden te laten resulteren in een concept wetsvoorstel tot wijziging van de Grondwet dat in (internet)consultatie kan worden gegeven in het voorjaar van 2014.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven