31 570 Herziening Grondwet

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2015

Bij brief van 1 mei jl. ontving ik het verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken om een aanvullende beschouwing inzake de positie van de burgemeester, dit naar aanleiding van mijn notitie van 17 april jl. betreffende de aanstellingswijze van de burgemeester. Graag voldoe ik aan dit verzoek. Dit vraagt echter om een zorgvuldige voorbereiding en bestuurlijk overleg. Ik verwacht de gevraagde beschouwing dan ook voor het herfstreces aan uw Kamer te kunnen sturen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven