31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen

Nr. 91 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2012

In reactie op uw schriftelijke verzoek van 8 december jl. informeer ik u, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, in deze brief over het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) ten aanzien van Caribisch Nederland.

Dat beleid vloeit, naast het gewone wettelijke kader, voor sommige onderdelen van de VenJ-portefeuille voort uit specifieke BES-wetgeving. Zo is er de Veiligheidswet BES die regels stelt inzake de politie, de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing in Caribisch Nederland. Verder zijn er de consensus-rijkswetten inzake de politie, de openbare ministeries, de Raad voor de Rechtshandhaving en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Onder verwijzing naar de brief van 4 oktober 2010 (TK 32 500, VI, nr. 7) bericht ik u dat VenJ op de drie eilanden gefaseerd verbetermaatregelen doorvoert op het terrein van Veiligheid en Justitie.

Hieronder treft u een overzicht aan.

Politie

Zoals door de Minister van BZK aangegeven in zijn brief van 14 december jl. (Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 43), investeert VenJ veel in de sterkte, kwaliteit en zichtbaarheid van het politiekorps in Caribisch Nederland.

De formatie van het korps is vastgesteld op 151 fte’s waarvan 121 operationele fte’s. In 2011 bedroeg de minimale sterkte 80%. Daarmee is de vastgestelde norm voor 2011 (60%) ruimschoots gehaald. Bovendien is de operationele sterkte van het korps in absolute cijfers nu groter dan voor de transitiedatum (circa 100 fte’s).

Het knelpunt in de bezetting betreft de achterblijvende recherchecapaciteit. De reden daarvoor is dat er niet voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar is in het Caribische deel van het Koninkrijk. De inzet van VenJ is zowel nieuw lokaal personeel te werven, alsook het huidige personeel van basispolitiezorg te laten instromen. Die inzet zal niet op korte termijn voldoende uitkomst bieden. Om de nood bij de recherche te lenigen is in 2011 gebruik gemaakt van detachering vanuit de Koninklijke Marechaussee. Dat beleid wordt in 2012 voortgezet.

Naast het verbeteren van de kwantiteit wordt ook sterk ingezet op het verbeteren van de kwaliteit en de zichtbaarheid van het Korps Politie Caribisch Nederland. Daartoe is een opleidingsplan voor de komende jaren opgesteld. De initiële opleiding voor de aspiranten is onlangs gestart en binnenkort wordt ook gestart met de opleiding Officier van Dienst en de opleiding Vaardigheden Aanhoudingen Geweldsbeheersing.

Ten behoeve van de zichtbaarheid zal het wagenpark worden voorzien van Nederlandse striping en zal het personeel worden voorzien van nieuwe uniformen.

Het jaarlijkse beschikbare budget voor het korps bedraagt ca. € 9,9 miljoen. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van het budget dat vóór de transitiedatum beschikbaar was.

In Caribisch Nederland functioneren naast de politie ook buitengewone agenten van politie, die te vergelijken zijn met de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in het Europese deel van het Koninkrijk. Op dit moment wordt door de Politie Caribisch Nederland, de Kustwacht en de Koninklijke Marechaussee gezamenlijk gewerkt aan het opzetten van een opleiding voor buitengewone agenten van politie. Deze opleiding voorziet in het verwerven van basiscompetenties als benadering, bejegening, het Nederlandse rechtsbestel en het opstellen van processen-verbaal.

Brandweer

Het brandweerkorps Caribisch Nederland valt conform de Veiligheidswet BES onder de beheersverantwoordelijkheid van de Minister van VenJ. De bestuurscolleges zijn belast met de brandweerzorg en bedient zich daarbij van het brandweerkorps.

Het brandweerkorps Caribisch Nederland staat onder leiding van een Algemeen Commandant en bestaat uit 77 brandweermensen.

Het beleid is erop gericht de achterstanden weg te werken op het terrein van het materieel en de kwaliteit van het korps te versterken. De eerste materiële aanschaffingen, die zowel de brandveiligheid als de veiligheid van het brandweerpersoneel ten goede komen, zijn gedaan. Er is een opleidingsplan opgesteld dat thans tot uitvoer wordt gebracht. Dat plan is niet alleen gericht op de repressieve taak van de brandweer, maar ook op alle schakels in de veiligheidsketen (zoals pro-actie, preventie, preparatie en nazorg).

Rampenbestrijding en crisisbeheersing

VenJ zorgt ervoor dat er ondersteuning wordt geleverd aan de Gezaghebbers bij het opstellen van rampen- en crisisplannen. Daarnaast zal VenJ via het ministerie van BZK aansluiten bij een opleidingstraject voor Gezaghebbers, verzorgd door het Genootschap van Burgemeesters. Op verzoek van VenJ zal er in dit opleidingstraject ook aandacht zijn voor de rol van de Gezaghebber in rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beveiliging burgerluchtvaart

VenJ is verantwoordelijk voor de beveiliging van de burgerluchtvaart in Caribisch Nederland. Het afgelopen jaar is op basis van een nulmeting gewerkt aan het opstellen van de wettelijk vereiste plannen, de opleiding en screening van personeel, het verbeteren van de beveiligingsmiddelen, het opzetten van het toezicht op de beveiliging burgerluchtvaart en het inrichten van het incidentenmanagement.

Gevangeniswezen

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft in 2008 het bestaande Huis van Bewaring Bonaire opgeknapt. Hiermee was de volledige capaciteit van de bestaande inrichting weer bruikbaar. Eind 2010 heeft DJI de bestaande inrichting uitgebreid met tijdelijke capaciteit, ringmuur, beveiliging, bezoekzaal, luchtplaatsen en kantoren. De inrichting (Justitiële Inrichting Caribisch Nederland/locatie Bonaire) voldoet daarmee aan de internationale wet- en regelgeving. De totale capaciteit bedraagt thans 76 detentieplaatsen.

De huidige formatie bedraagt 77 fte welke bijna geheel is ingevuld met personeel in lokale dienst.

DJI is in samenwerking met de Rijksgebouwendienst doende met de voorbereiding van de bouw van een nieuwe justitiële inrichting op zowel Bonaire als Sint Eustatius.

Beide inrichtingen zullen in hun verschijningsvorm en vormgeving een Caribisch karakter hebben en de capaciteit kan flexibel worden ingezet. De inrichtingen zijn multifunctioneel en zijn derhalve bestemd voor zowel volwassen mannen als vrouwen, meisjes en jongens en justitiabelen die extra zorg nodig hebben. De volwassenen en jeugdigen zijn gescheiden van elkaar gedetineerd en er is een aparte zorgafdeling waar gedetineerden die niet goed op de reguliere afdeling kunnen functioneren worden geplaatst. Er is voor elk van de afdelingen een dagprogramma opgesteld, waarmee wordt voorzien in dagbesteding zoals luchten, sport, recreatie en op kleine schaal wordt arbeid aangeboden. De eerste stappen zijn gezet om onderwijs te realiseren voor zowel volwassenen als jeugdigen door middel van een pilot voor de duur van twee jaar. Er is een docent van de Scholengemeenschap vrijgesteld om gedurende een aantal ochtenden per week les te geven aan jeugdigen en volwassen tot 24 jaar. Hierbij worden zowel reguliere vakken als een alfabetiseringscursus gegeven. De medische dienst is op orde.

De nieuwbouw op Bonaire heeft een capaciteit van 95 plaatsen en de oplevering is voorzien per 2015. De nieuwe inrichting op Sint Eustatius heeft 30 plaatsen en zal naar verwachting in 2014 gereed zijn. Het personeel in beide inrichtingen is en wordt zoveel mogelijk lokaal geworven en zal door DJI worden opgeleid als beveiliger en inrichtingswerker. Door de thans gesignaleerde druk op de detentiecapaciteit, wordt er bezien welke tijdelijke mogelijkheden er zijn om deze druk weg te nemen.

Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding

Er is al geruime tijd een Gemeenschappelijk Grenscontroleteam actief op vliegveld Flamingo (Bonaire). Dat team voorkomt, met ongeveer twee aanhoudingen per maand, dat smokkelbendes via Bonaire verdovende middelen naar Nederland en Europa vervoeren.

Op het gebied van mensenhandel wordt er in Caribisch Nederland gewerkt aan een convenant tussen het bestuur, OM, politie KMar, IND en de Arbeidsinspectie. Het convenant zal het mogelijk maken informatie uit te wisselen en daarmee om mensenhandel en -smokkel effectiever te kunnen bestrijden. Verder zullen er door het OM, de KMar en de SZW-Inspectie mensenhandeltrainingen ter plaatse worden verzorgd. Naast de bij het convenant betrokken organisaties zullen bijvoorbeeld ook het RST, de Kustwacht, de Douane en de brandweer worden uitgenodigd om aan de trainingen deel te nemen.

Rechtsbestel (o.a. Openbaar Ministerie, Raad voor de Rechtshandhaving, Gemeenschappelijk Hof van Justitie)

Het Openbaar Ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (OM BES) is het afgelopen jaar met de uitbreiding van twee officieren van justitie, een beleidsmedewerker en twee secretarissen gegroeid en is inmiddels op sterkte. Er is in het afgelopen jaar veel energie gestoken in het op orde brengen van de huisvesting. De nieuwe huisvesting op Bonaire en op Sint Eustatius is in november 2011 gereed gekomen.

Een zwaartepunt voor de hoofdofficier van justitie in Caribisch Nederland (HOvJ CN) vormt de opbouw van een duurzame parketstructuur tussen het Benedenwindse Bonaire en de twee Bovenwindse eilanden Sint Eustatius en Saba. Ondanks de beperkte criminaliteit op de Bovenwinden is nadrukkelijk gekozen voor een duidelijke en zichtbare aanwezigheid van het OM op de Bovenwindse eilanden. De functie van advocaat-generaal voor de Bovenwinden met als standplaats Sint Maarten zal in de loop van 2012 worden ingevuld.

Inmiddels heeft de PG met de hoofdofficieren van justitie de eerste stappen gezet voor de gezamenlijke aanpak van de georganiseerde (grensoverschrijdende) criminaliteit. In een gezamenlijk beleidsplan zijn de prioriteiten voor de periode 2011–2015 opgenomen. Bij het parket PG is een coördinerend rechercheofficier aangesteld die namens de PG belast is met de bestrijding van de grensoverschrijdende criminaliteit. De coördinerend rechercheofficier ziet erop toe dat er voldoende samenhang en samenwerking is tussen de verschillende landen en opsporingsdiensten in de opsporing van de grensoverschrijdende criminaliteit.

Voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Beheerraad geldt dat het jaar 2011 in het teken heeft gestaan van opbouw van de organisatie en het praktisch handen en voeten geven aan de bepalingen van de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Zo is er begin 2011 voor het Gemeenschappelijk Hof en voor de Raad voor de Rechtshandhaving gezamenlijk een stappenplan opgesteld voor de P&C-cyclus, dat overigens ook geldt voor het OM en de Raad voor de Rechtshandhaving. Dat stappenplan heeft gediend als praktische handleiding voor de indiening en bespreking van de ontwerpbegroting van het Gemeenschappelijk Hof voor 2012, en zal op basis van de ervaringen uit de praktijk nog verder worden uitgewerkt en bijgeschaafd.

De Raad voor de Rechtshandhaving is een onafhankelijk orgaan belast met de algemene inspectie van wettelijk aangewezen organisaties die deel uitmaken van de justitiële keten. De Raad is voorts belast met de algemene inspectie van de kwaliteit en effectiviteit van de justitiële samenwerking tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland voor zover het Caribisch Nederland betreft. Het jaar 2011 stond grotendeels in het teken van de opbouw van (het apparaat van) de Raad: de werving van de leden van het bureau, de huisvesting en inrichting van de interne bedrijfsvoering waaronder met name ook het financieel beheer. In 2012 zal de Raad eerste inspecties uitvoeren.

De Rijksdienst Caribisch Nederland beslist namens de Minister van VenJ op aanvragen van minder draagkrachtige burgers in Caribisch Nederland

om in aanmerking te komen voor kosteloze rechtsbijstand. De hoofdlijnen van beleid staan. Voor een groot deel zijn deze overgenomen van de voormalige Nederlandse Antillen. Zo zijn de inkomensgrenzen en andere vereisten om in aanmerking te komen niet gewijzigd. Ook is de wijze waarop de advocatuur haar diensten in het kader van de gefinancierde rechtsbijstand verleend ongewijzigd gebleven.

In de praktijk worden deze hoofdlijnen, bijvoorbeeld op het gebied van declaratieaangelegenheden, nog aangepast en verfijnd. Er zijn voldoende advocaten die aan het stelsel deelnemen. De kwaliteit van de voorzieningen voor zowel de advocaten als de burgers wordt gaandeweg verhoogd. Het gaat hierbij om zaken als: heldere informatieverschaffing, de professionalisering van het intake- en toetsingssysteem, een vlotte betaalbaarstelling van ingediende facturen en een constructieve samenwerking met de belastingdienst.

Justitieel jeugdbeleid

VenJ voert op de drie eilanden gefaseerd verbetermaatregelen door op het terrein van het justitieel jeugdbeleid. Het eerste ijkpunt daarbij is voldoen aan de internationale norm, zoals het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind. In dit kader is van belang dat het vorige kabinet in 2008 heeft besloten dat de Openbare Lichamen vooralsnog de EU-status van LGO (Landen en Gebieden Overzee) behouden, dat de Antilliaanse wetgeving in eerste instantie zoveel mogelijk wordt gehandhaafd en dat de Nederlandse Wet op de Jeugdzorg niet van toepassing is in Caribisch Nederland.

Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid en de Openbare Lichamen om te zorgen voor een goed functionerend stelsel van preventieve voorzieningen, jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering.

In twee jaar tijd is veel gerealiseerd op het gebied van zorg voor de jeugd. Tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat er nog veel moet gebeuren. Dat ligt niet alleen op het terrein van VenJ, maar ook op het terrein van VWS. Ook armoedebestrijding, economische groei en onderwijs zullen daaraan bij moeten dragen.

Voor het civiele jeugdbeleid zijn voor 2009 en 2010 extra middelen vrijgemaakt, zodat vooruitlopend op de transitie van 10–10-’10 kon worden gestart met het opbouwen en versterken van de jeugdvoorzieningen. Hiertoe is per eiland, samen met het lokale bestuur en de lokale jeugdinstellingen, een plan gemaakt. Dit plan was ondermeer gebaseerd op aanbevelingen van de Inspectie Jeugdzorg, die in 2009 een verkenning heeft gedaan van de jeugdvoorzieningen op de eilanden. Kern van dit plan was: het verbeteren van de gezinsvoogdij en het versterken van de Voogdijraad. Dit plan is eind 2011 grotendeels gerealiseerd. Daarmee is er een behoorlijke verbetering aan voorzieningen gerealiseerd. Met deze voorzieningen kan meer hulp en jeugdbescherming worden geboden.

De Inspectie Jeugdzorg heeft voor Caribisch Nederland een toezichtsplan opgesteld voor 2011–2015. Tijdens een werkbezoek van de Inspectie Jeugdzorg aan Caribisch Nederland in mei 2011 is ter plekke met de partners in de jeugdketen (vrijwillig en gedwongen kader, civielrechtelijk) afgesproken dat stapsgewijs wordt gestreefd naar kwaliteitsverbetering.

In Caribisch Nederland kent men geen apart jeugdstrafrecht. Sinds juni 2010 is de Voogdijraad in staat om jeugdreclasseringstaken uit te voeren. Er wordt samengewerkt met het OM, de leerplichtambtenaar, de politie en de school om schoolverzuim en kleine delicten op school aan te pakken. Er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met de gezinsvoogdij en de ambulante jeugdzorg om de jeugdzorgketen sluitend te maken. Er is een casusoverleg voor jongeren die met het strafrecht in aanraking (dreigen te) komen en een casusoverleg jeugdzorg. Er zijn dwarsverbanden tussen beide overleggen. Dit geldt inmiddels voor alle drie eilanden.

Met betrekking tot de toezichthoudende taak op de (jeugd) strafrechtsketen geldt dat daarvoor de Raad voor de Rechtshandhaving verantwoordelijk is. Met betrekking tot de jeugdketen kan de Raad voor de Rechtshandhaving aan de Inspectie Jeugdzorg vragen toezicht uit te oefenen op de detentie van jeugdigen in aparte jeugdcellen in de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland op Bonaire (JICN). Dit zal in goede afstemming met de Inspectie Sanctietoepassing/IOOV plaatsvinden.

De Raad voor de Rechtshandhaving heeft aan de Inspectie Jeugdzorg gevraagd toezicht uit te oefenen op de strafrechtelijke taken van de Voogdijraad in Caribisch Nederland. De Inspectie Jeugdzorg zal ook hier een stapsgewijze benadering kiezen, omdat de uitvoering van jeugdreclassering nog in de kinderschoenen staat.

Ik vertrouw erop met deze brief aan uw verzoek te hebben voldaan.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven