31 568
Staatkundig proces Nederlandse Antillen

nr. 64
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2009

Bijgaand stuur ik u mijn besluit van 15 december 2009 met bijlage, houdende vaststelling van de geconsolideerde teksten van de Nederlands-Antilliaanse regelingen die in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling blijven gelden.1 Achtergrond van dit besluit is dat vaststaat van welke basisteksten wordt uitgegaan bij het overnemen van Nederlands-Antilliaanse regelgeving voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De bijlage bevat de geconsolideerde teksten van de Nederlands-Antilliaanse regelingen, zoals die golden op 15 december 2008 en die op grond van de bijlage bij de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba na de transitie in genoemde openbare lichamen als algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling blijven gelden. Deze teksten worden vervolgens door middel van de Aanpassingsregelgeving gewijzigd met het oog op de nieuwe situatie van deze eilanden binnen Nederland. Op de meegezonden CD-ROM kunt u deze teksten digitaal raadplegen.

Op grond van de Invoeringswet dienen de teksten van de regelingen die de status van wet, algemene maatregel van bestuur en ministeriële regeling verkrijgen op 15 september 2009 of 15 december 2009 te worden vastgesteld. De teksten van de regelingen die de status van wet verkrijgen heb ik al op 15 september 2009 vastgesteld en bij brief van dezelfde datum aan de beide kamers toegezonden (Kamerstukken II 2009/2010, 31 568, nr. 54).

Bij de vaststelling van deze regelingen is rekening gehouden met de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) (Kamerstuk 31 957). Deze nota van wijziging zal ik deze maand aan uw Kamer toezenden (Kamerstuk 31 957, nr. 8).

Ik heb heden een brief van gelijke strekking gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven