Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 31568 nr. 180 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 31568 nr. 180 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2016
Conform het verzoek van het lid Bosman (VVD) tijdens het Vragenuurtje van 25 oktober jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 13, Vragenuur) ontvangt u hierbij het overzicht van uitstaande leningen aan de landen binnen het Koninkrijk en bijbehorende vervaldata.
Op dit moment staan (garantie)leningen aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten op de balans van Nederland. Voor Curaçao en Sint Maarten betreft dit zowel leningen die Nederland heeft overgenomen bij de wijziging van de staatkundige verhoudingen op 10-10-2010, als leningen die afgelopen jaren zijn verstrekt middels de lopende inschrijving van Nederland. Voor Aruba betreft het leningen uit de jaren ’80 en ’90 voor ontwikkelingsprojecten.
In het jaarverslag van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties wordt jaarlijks inzicht gegeven in de openstaande leningen aan de landen.
Leningen Curaçao en Sint Maarten
Bij het transitieproces van de staatkundige verhoudingen van het Koninkrijk per 10-10-2010 is een deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten gesaneerd. Daarnaast zijn bestaande leningen van de landen via Nederland geherfinancierd tegen een gunstiger rentetarief. De leningen hebben looptijden tussen de 10 en 30 jaar, welke gedurende de periode 2016–2040 tot terugbetaling zullen leiden.
Met ingang van de nieuwe staatkundige verhoudingen staat op grond van bepalingen in de Rijkswet financieel toezicht voor Curaçao en Sint Maarten de mogelijkheid open om te lenen via de lopende inschrijving van Nederland. Curaçao en Sint Maarten hebben beide (diverse malen) een beroep op de lopende inschrijving gedaan tussen 2010 en heden. Zie voor de detailinformatie bijlage 11.
De Rft bepaalt dat de landen mogen lenen tot een rentelastnorm van 5%.2 Curaçao en Sint Maarten beschikken op dit moment over een leencapaciteit van maximaal ANG 3.925 mln. respectievelijk ANG 1.064 mln. bij een rekenrente van 3%. Curaçao benut op dit moment 56% van haar leencapaciteit onder de rentelastnorm, Sint Maarten 43%. In zijn halfjaarrapportage rapporteert het College financieel toezicht over van de landen ontvangen leenverzoeken en zijn advies daarop.
Curacao |
Sint Maarten |
|
---|---|---|
Geldleningen per 10-10-2010 |
€ 657,6 mln. |
€ 121,0 mln. |
Lopende inschrijving t/m 2016 |
€ 300,5 mln. |
€ 84,0 mln. |
Totaal |
€ 958,1 mln. |
€ 205,0 mln. |
Geldleningen en garanties Aruba
Tussen 1991 en 1995 zijn geldleningen aan Aruba verstrekt door de (inmiddels niet meer bestaande) Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. (NIO)3. Destijds viel Aruba nog onder de door NIO gehanteerde definitie voor ontwikkelingslanden. Daardoor kon Aruba aanspraak maken op geldleningen van deze investeringsbank voor projecten ter versterking van de economie. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar. Jaarlijks betaalt Aruba de verschuldigde aflossing en rente. De leningen zullen in 2027 volledig zijn afgelost. Zie hiervoor de detailinformatie in bijlage 14.
De garantieleningen stammen uit de periode 1986–1990. Dit betreffen garantstellingen aan Aruba voor het geval het land niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Jaarlijks vervalt een deel van iedere garantstelling, zodat deze afnemen in volume. Over het overgebleven deel betaalt Aruba rente. De garantstellingen vervallen stapsgewijs vanaf 2015 en zullen eind 2019 volledig vervallen zijn. Tot op heden heeft Aruba voldaan aan zijn betalingsverplichtingen in de vorm van betaalde rente.
Aruba |
|
---|---|
Geldleningen Aruba |
€ 19,1 mln. |
Garanties Aruba |
€ 3,4 mln. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
De jaarlijkse uitgaven aan rente door een land als geheel mogen niet meer bedragen dan 5% van de over drie voorafgaande jaren gemiddeld gerealiseerde inkomsten in die collectieve sector, rtk.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31568-180.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.