31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen

Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2013

In de Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland is afgesproken de voortgang van acties uit de onderwijsagenda jaarlijks te evalueren met de betrokkenen en de Eerste en Tweede Kamer hierover op hoofdlijnen te informeren. In dit kader heeft op 22 en 23 april van dit jaar op Saba een onderwijsconferentie plaatsgevonden. Deelnemers aan de conferentie waren de gedeputeerden van onderwijs van Saba, Sint Eustatius en Bonaire, directie- en bestuursleden van alle scholen voor basis- en voortgezet onderwijs in Caribisch Nederland, vertegenwoordigers van de Sociale Kanstrajecten, de onderwijszorginstellingen, de Raad Onderwijs – Arbeidsmarkt (ROA) en de leerplichtambtenaren van de 3 eilanden. Ikzelf ben ook aanwezig geweest bij de onderwijsconferentie en heb aansluitend een bezoek gebracht aan Sint Eustatius en Bonaire. Ik heb met veel betrokkenen uit het onderwijsveld gesproken en bezoeken aan scholen gebracht om een goed beeld te kunnen vormen van de onderwijssituatie in Caribisch Nederland.

Tijdens de onderwijsconferentie hebben wij met elkaar stil staan gestaan bij de tot nu toe gerealiseerde onderwijsverbeteringen. Ook zijn onderling ervaringen uitgewisseld. Ik ben onder de indruk geraakt van de enorme betrokkenheid die ik heb ervaren, van de manier waarop de betrokkenen uit het onderwijsveld zich inzetten, van de expertise, het enthousiasme en het doorzettingsvermogen waarmee eenieder werkt aan het verbeteren van het onderwijs. Dat laat onverlet dat er nog veel moet gebeuren.

Ik heb met eigen ogen kunnen zien dat het onderwijs op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te maken heeft met heel specifieke problemen die we in het Europese deel van Nederland niet kennen. Toch is er in de Onderwijsagenda geen concessie gedaan aan de ambitie om de kwaliteit van het onderwijs naar een naar Nederlandse en Caribische maatstaven aanvaardbaar niveau te brengen. We hebben herbevestigd dat we vasthouden aan de ambitie om in 2016 de basiskwaliteit van het onderwijs op orde te hebben. Dat betekent dat er veel wordt gevraagd van schoolbestuurders, schoolleiders en leraren, en dat we ook een grote betrokkenheid van ouders en leerlingen nodig hebben. Het vastleggen van de ambities in 2011 was een belangrijke eerste stap. En nu we twee jaar verder zijn, bood deze geslaagde conferentie een goede gelegenheid om de stand op te nemen, om te kijken hoe ver we zijn gekomen en wat er nog moet gebeuren om onze ambities te realiseren. In deze brief informeer ik u over de voortgang. De bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs zijn ook meegenomen bij deze evaluatie.

Voortgang in het onderwijs in Caribisch Nederland

In de Onderwijsagenda is afgesproken om de volgende vijf prioriteiten centraal te stellen:

  • 1. De kwaliteit omhoog

  • 2. Versterken van de kwaliteit van leraren, schoolleiding en schoolbesturen

  • 3. Onderwijszorg op maat

  • 4. Aantrekkelijk beroepsonderwijs

  • 5. Randvoorwaarden op orde

Per prioriteit is de stand van zaken als volgt.

1. De kwaliteit omhoog

In 2012 en 2013 zijn de scholen met ondersteuning van het Ministerie van OCW en de openbare lichamen verder gegaan met het uitvoeren van de activiteiten ter versterking van de onderwijskwaliteit zoals die zijn vastgelegd in de afspraken in de Onderwijsagenda. In opdracht van mijn ministerie is in 2011 en eind 2012 een belevingsonderzoek verricht naar de opvattingen en ervaringen van betrokkenen bij het onderwijs. Uit dit onderzoek blijkt dat volgens de onderwijsprofessionals de afgelopen 1,5 jaar op vrijwel alle fronten verbeteringen zijn gerealiseerd.

Ook de rapportages van de Inspectie van het Onderwijs geven aan dat de scholen over het geheel genomen voortgang hebben geboekt. Deze resultaten zijn ook relevant in relatie tot het rapport van Unicef over de problematiek van de kinderrechten.

Een bijzonder aspect bij het onderwijs in Caribisch Nederland is de taalproblematiek. Voor het merendeel van de leerlingen is de instructietaal niet de thuistaal. Ik heb een consortium van deskundigen opdracht gegeven voor het ontwikkelen van hulpmiddelen voor het onderwijs van en in het Nederlands. Ook vindt op dit moment op Sint Eustatius een onderzoek plaats naar de wijze waarop in het onderwijs het beste zou kunnen worden omgegaan met de taalproblematiek. De resultaten van de eerste fase van dit onderzoek zijn door mij besproken met het eilandbestuur. Op basis daarvan zal een haalbaarheidsstudie worden verricht naar de mogelijke modellen voor het omgaan met de taalproblematiek.

2. Versterken van de kwaliteit van leraren, schoolleiding en schoolbesturen

De aanwezigheid van bekwame en gemotiveerde leraren is van doorslaggevend belang voor de kwaliteit van het onderwijs. Diverse maatregelen zijn genomen om de beschikbaarheid en de kwaliteit van de leraren te bevorderen.

De scholen hebben in april/mei 2012 extra budget ontvangen voor de werving van leraren en de uitvoering van de onderwijsverbeterplannen. Op basis van de verbeterplannen zijn actieplannen per school voor de verdere professionalisering van de leraren opgesteld. De scholingsacties zijn vanaf augustus 2012 daadwerkelijk van start gegaan. Inmiddels zijn concrete stappen gezet om in de regio volwaardige lerarenopleidingen aan te bieden. Deze lerarenopleidingen verzorgen tevens de scholing voor leraren die tot nu toe onbevoegd voor de klas staan.

De schoolleiders ontvangen al sinds eind 2011 ondersteuning van schoolcoaches. Schoolbesturen voor het primair onderwijs ontvangen sinds september 2012 ondersteuning door bestuurscoaches. Voor het voortgezet onderwijs worden docentcoaches ingezet.

In het kader van de harmonisatie van de salarissen van het onderwijspersoneel in Caribisch Nederland heeft de Minister van OCW een bedrag van structureel 1,3 miljoen dollar per jaar beschikbaar gesteld. Dit alles heeft er toe bijgedragen dat er geen acute vacature-problemen zijn op de eilanden. Dat neemt echter niet weg dat de beschikbaarheid van voldoende bekwame leerkrachten een aandachtspunt blijft.

3. Onderwijszorg op maat

Sinds 1 augustus 2011 zijn de expertisecentra onderwijszorg operationeel. Zij ondersteunen de scholen bij het begeleiden van leerlingen die bijzondere aandacht nodig hebben. De Inspectie van het Onderwijs heeft reeds geconstateerd dat de omvang van de zorgproblematiek aanzienlijk is en dat het oplossen daarvan de komende jaren extra aandacht zal blijven vragen. De inspectie zal nagaan of de expertisecentra voldoen aan de basiskwaliteit. De expertisecentra hebben door middel van het afnemen van assessments een gedeelte van de zorgproblematiek in beeld gebracht. Een precies inzicht in de omvang van de problematiek ontbreekt echter nog. Op basis van de de eilandelijke zorgplannen en de inzichten van de inspectie hoop ik een meer exact beeld te krijgen van de aard en omvang van de problematiek, zodat ik mij kan beraden op vervolgstappen.

4. Aantrekkelijk beroepsonderwijs

In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het opleidingenaanbod op Bonaire verder uitgebreid. Op de verschillende mbo-niveaus (1–4) zijn in totaal ruim 25 licenties verstrekt voor opleidingen ten behoeve van intussen meer dan 350 studenten. Voor het eerst zijn in augustus 2012 ook enkele mbo-1 en 2 opleidingen van start gegaan op de bovenwindse eilanden. De in 2011 opgerichte Raad Onderwijs – Arbeidsmarkt (ROA) is in de loop van 2012 operationeel geworden. De Raad vervult de functie van een breed kenniscentrum voor de drie eilanden. De Raad heeft de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven bevorderd met matchmaking-bijeenkomsten en is begonnen met de erkenning van leerbedrijven. Intussen is de ROA – zoals beoogd – ook het aanspreekpunt voor OCW als het gaat om de toetsing van nieuwe opleidingsplannen op arbeidsmarktrelevantie.

5. Randvoorwaarden op orde

Het op orde brengen van de schooladministraties met ondersteuning vanuit een administratiekantoor en extra inzet van het Ministerie van OCW heeft meer tijd en aandacht gevergd dan oorspronkelijk was voorzien. In de afgelopen periode zijn wel belangrijke stappen gezet. Schoolbesturen zijn inmiddels doordrongen van het belang van het op orde brengen en houden van hun administratie en van hun eigen rol hierin. Inmiddels zijn protocollen voor de controle van de jaarrekeningen vastgesteld en heb ik het vertrouwen dat de opgestelde jaarrekeningen ook adequaat inzicht zullen geven in de financiële situatie. In 2011 is de hoogte van de lumpsum van de scholen voorlopig vastgesteld op basis van de toen beschikbare feitelijke uitgavencijfers. Toegezegd is toen dat per 1 januari 2014 de definitieve hoogte van de lumpsum van de scholen zou worden vastgesteld. Om dat daadwerkelijk te kunnen doen, wil ik beschikken over betrouwbare financiële gegevens per school over tenminste drie jaren. De gegevens uit onder andere de Jaarverslagen 2011 en 2012 zijn mede door aanloopproblemen nog onvoldoende stabiel om als basis te kunnen dienen voor de bekostiging vanaf 2014. Ik heb daarom besloten het moment van definitieve vaststelling een jaar uit te stellen, zodat ik bij mijn besluit ook de Jaarverslagen 2013 kan betrekken. In de tussentijd zal de ontwikkeling van de financiële situatie van de scholen worden gevolgd, waarbij ook de bevindingen van de inspectie (rekenschap) zullen worden betrokken. Hoe belangrijk dit punt is, blijkt uit de ambtsberichten die ik heb ontvangen over de zorgelijke financiële positie van de Scholengemeenschap Bonaire die meerdere keren extra financieel is ondersteund. Ik ben met de school in overleg over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om de school weer financieel gezond te maken. Van de school vraag ik om te komen met een verbeterplan waarbij de uitgaven binnen het budgettaire kader worden gebracht. Het ministerie zal het aanvaardbare kostenniveau van de school vaststellen.

In 2011 zijn masterplannen voor de onderwijshuisvesting getekend. Een doorrekening van de plannen door de Rijksgebouwendienst toonde aan dat de kosten van onverkorte uitvoering van de plannen aanzienlijk zouden oplopen boven het geraamde budget. In overleg met alle betrokkenen is besloten op onderdelen versoberingen aan te brengen zonder afbreuk te doen aan de doelstelling van fatsoenlijke huisvesting voor alle scholen. In oktober 2012 zijn bijgestelde masterplannen voor verbetering van de onderwijshuisvesting getekend door de Minister van OCW en de eilandbestuurders. De kosten passen nu binnen de bij mijn ministerie en de Openbare Lichamen beschikbare middelen. Enige projecten zijn al afgerond, zoals de nieuwbouw van de havo/vwo-afdeling van de Scholengemeenschap Bonaire en de nieuwbouw van de Governor de Graaffschool op Sint Eustatius. Op laatstgenoemd eiland zal binnenkort een start worden gemaakt met de renovatie van de Golden Rockschool. Op Bonaire is de renovatie van de San Bernardoschool begonnen.

Overige OCW-initiatieven

Ook op andere OCW-terreinen zijn initiatieven ontplooid. In april heeft het bestuurscollege van Sint-Eustatius een overeenkomst getekend met OCW voor het oprichten van een multifunctioneel kenniscentrum voor wetenschappelijk en toegepast onderzoek, innovatie en educatie. Op alle eilanden worden restauratieprojecten gesteund met behulp van het «Revolving Fund Monumentenzorg». Tenslotte hebben de bibliotheken eenmalig middelen ontvangen voor verbetering van de bibliotheekvoorziening in de komende 4 jaren (2012–2015).

Tot slot

Ik wijs er op dat de Inspectie van het Onderwijs een themarapportage zal uitbrengen over de stand van het onderwijs in Caribisch Nederland. In deze eerder aan de Kamer toegezegde rapportage -die naar verwachting in het eerste kwartaal van 2014 beschikbaar zal zijn- zal de inspectie op hoofdlijnen een tussenstand van de onderwijsontwikkelingen geven. Op basis daarvan zal in overleg met de betrokkenen op de eilanden kunnen worden bepaald of het vertrouwen dat de gestelde ambities kunnen worden gerealiseerd, nog steeds in alle opzichten gerechtvaardigd is of dat bijstellingen nodig zijn.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Bijlage bij brief «Evaluatie Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland – 2012-2013»

Aantal scholen en leerlingen

Eiland

po

 

vo

 

mbo1

 

bevolking

 

Scholen

lln.

Scholen

lln.

Scholen

lln.

 

Bonaire

7

1.632

1

1.102

 

388

16.541

Sint Eustatius

4

365

1

244

 

31

3.791

Saba

1

154

1

89

 

12

1.971

Totaal

12

2.151

3

1.435

 

431

22.303

Bron: DUO, telling 1 oktober 2012 en Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 7-3-2013

X Noot
1

Onderdeel van de VO-scholen.

Budgettair overzicht Caribisch Nederland

Op onderwijsterrein zijn de volgende middelen ingezet (x € 1.000).

 

2011

2012

2013

Primair onderwijs (incl. EOZ’s)

10.563

11.949

12.884

Voortgezet onderwijs

12.003

12.967

14.700

Middelbaar beroepsonderwijs (incl ROA en SKJ)

2.829

3.019

4.845

Verbetermiddelen

12.756

6.176

16.326

Bevoegdheid/ bekwaamheid docenten

 

2.097

2.097

Onderwijspersoneel

Het totaal aantal FTE in het onderwijs bedroeg in 2012–2013 463. Hiervan waren 332 FTE leraren en 131 FTE directie en onderwijsondersteunend personeel.

Het tijdelijke extra budget voor de werving van leraren van buiten CN, dat de scholen in de jaren 2012 tot en met 2015 ontvangen, bedraagt in totaal € 4,5 miljoen. Dit bedrag wordt in vier gelijke jaarlijkse tranches aan de scholen beschikbaar gesteld.

Bevoegdheden

In totaal hebben in 2012–2013 95 leerkrachten deelgenomen aan een assessment omdat zij on- dan wel onderbevoegd zouden zijn. Van hen bleken bij nader inzien 13 kandidaten wel bevoegd. 58 leraren zijn gestart of starten binnenkort met een scholingstraject. Van de overige leraren heeft een deel dispensatie aangevraagd dan wel het onderwijs verlaten of zich om andere reden teruggetrokken.

Arbeidsmarktbarometer

Sinds het vierde kwartaal van 2012 lopen de scholen in Caribisch Nederland ook mee in de arbeidsmarktbarometer. Volgens de ontvangen opgaven van de scholen was er eind 2012 sprake van een beperkt aantal vacatures. In het primair onderwijs waren er bij de scholen geen vacatures voor onderwijzend personeel en 2 vacatures voor ondersteunend personeel. In het voortgezet onderwijs waren er eind 2012 voor het onderwijzend personeel 2 openstaande vacatures en voor het ondersteunend personeel 1.

Huisvesting

Voor de uitvoering van de plannen voor de onderwijshuisvesting stelt het Ministerie van OCW een bedrag van in totaal € 58,5 miljoen beschikbaar. De openbare lichamen dragen in totaal € 24,4 miljoen bij uit de eilandbegroting. De uitvoering van de plannen beslaat de jaren tot en met 2017. Het gebouwenbestand zal dan zodanig op orde zijn dat de taken die voortvloeien uit hun onderscheiden verantwoordelijkheid voor bouw en onderhoud van de schoolgebouwen zullen kunnen worden gedragen door de Openbare Lichamen vanuit de vrije uitkering en door de scholen vanuit de lumpsum.

Naar boven