31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen

Nr. 122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2012

Bij brief van 8 november jl. heeft uw Kamer mij verzocht om nader inzicht te bieden in de plannen van de minister van Justitie van Sint Maarten om een «Justice Park» te realiseren. Hierbij zou in ieder geval moeten worden ingegaan op de benodigde dekking in de begroting en op de mogelijke relatie van de minister van Justitie met andere nauw bij dit project betrokken partijen.

Ik kan niet tegemoet komen aan dit verzoek. Sint Maarten is een autonoom land en de beleidsvoornemens van de minister van Justitie van Sint Maarten vallen niet onder mijn verantwoordelijkheid. Het past mij dan ook niet uw Kamer hierover te informeren.

De betrokkenheid van Nederland komt hooguit pas aan de orde indien het plan om het «Justice Park» te realiseren een wijziging van één van de plannen van aanpak als bedoeld in de AMvRB «Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten» tot gevolg heeft of via de Rijkswet Financieel Toezicht in geval van een eventueel begrotingstekort. Overigens wordt er in dat laatste geval gekeken naar het feit of de totale begroting sluitend is en niet naar de inhoud van het beleid. Het is aan de regering van Sint Maarten zelf om beleidskeuzes te maken.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R. H. A. Plasterk

Naar boven