nr. 9
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de alfabetische opsomming wordt ingevoegd: IOAW: Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; IOAZ: Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;.
2. In de definitie van «participatievoorziening» wordt
na «inburgeringsvoorziening» ingevoegd: , taalkennisvoorziening.
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de definitie van «regionaal
opleidingencentrum» door een puntkomma wordt een definitie toegevoegd,
luidende: taalkennisvoorziening: taalkennisvoorziening als bedoeld in artikel
19, tweede lid, van de Wet inburgering.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «inburgeringsvoorzieningen»
ingevoegd
«, taalkennisvoorzieningen» en wordt na «aanbieden»
ingevoegd: respectievelijk ten behoeve van personen uit de doelgroep inburgeringsvoorzieningen
of taalkennisvoorzieningen vaststellen.
2. In het derde lid, onderdeel b, wordt «een inburgeringsvoorziening
aanbiedt» vervangen door: een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening
aanbiedt of vaststelt.
3. Het derde lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. een re-integratievoorziening aanbiedt aan een persoon als bedoeld
in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, of derde lid, tweede zin, van de Wet
werk en bijstand, artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de IOAW, of artikel
34, eerste lid, onderdeel a, van de IOAZ, is de Wet werk en bijstand,
de IOAW, respectievelijk de IOAZ, van toepassing.
4. In het vierde lid wordt na «inburgeringsvoorzieningen»
ingevoegd: , taalkennisvoorzieningen.
C
In de artikelen 8, onderdeel J, en 12, derde lid, wordt na «inburgerings-»
ingevoegd: , taalkennis-.
D
In artikel 9, onderdeel D, wordt «artikel 19 en 20» vervangen
door: de artikelen 19 en 20.
E
Aan artikel 11 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:
3. Het tweede lid is niet van toepassing voor zover de uitkering
wordt gebruikt ter bekostiging van een re-integratievoorziening indien die
onderdeel uitmaakt van een participatievoorziening die een combinatie is van
een inburgerings- en een re-integratievoorziening.
Toelichting
Onderdelen A, onder 1, en B, onder 3
In onderdeel B, onder 3, wordt geregeld dat de regels uit de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen (IOAZ) gelden voor zover er een re-integratievoorziening wordt
aangeboden aan een persoon die onder de doelgroep van de IOAW, respectievelijk
de IOAZ, valt. In verband hiermee worden met onderdeel A, onder 1, de termen
IOAW en IOAZ gedefinieerd in artikel 1 van het wetsvoorstel.
Onderdelen A, onder 2 en 3, B, onder 1, 2 en 4, en C
Bij de Eerste Kamer is een wijziging van de Wet inburgering aanhangig
die mede voorziet in de introductie van de zogenoemde taalkennisvoorziening
(Kamerstukken I 2007/08, 31 318, A). Het is de bedoeling dat de taalkennisvoorziening
deel uitmaakt van de participatievoorzieningen die op basis van de voorgestelde
Wet participatiebudget kunnen worden aangeboden.
Voorts is het wetsvoorstel aangepast aan het voorgestelde artikel 19a
van de Wet inburgering (onderdeel van de hiervoor genoemde wijziging van de
Wet inburgering) dat gemeenten de mogelijkheid geeft om inburgeringsvoorzieningen
vast te stellen zonder voorafgaand aanbod en aanvaarding daarvan.
Onderdeel D
Dit betreft een redactionele verbetering.
Onderdeel E
In artikel 11, tweede lid, van de Wet participatiebudget wordt geregeld
dat het deel van de uitkering dat de G31-gemeenten in 2009 krijgen, namelijk
het deel dat door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is ingebracht,
niet mag worden aangewend voor het voldoen aan de prestatieafspraken voor
educatie of inburgering die de G31-gemeenten met het Rijk zijn overeengekomen
in het kader van het grote stedenbeleid. Dit wil zeggen dat educatie en inburgering
wel kunnen worden gefinancierd uit het participatiebudget, maar dat de prestaties
die worden behaald middels financiering uit het participatiebudget niet mogen
worden gebruikt bij de verantwoording van prestaties in het kader van het
grote stedenbeleid. Voor zover inburgerings- en educatievoorzieningen worden
ingezet om prestatieafspraken na te komen in het kader van het Besluit brede
doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, kunnen deze voorzieningen
niet ten laste worden gebracht van het participatiebudget.
Hierop wordt met deze bepaling een uitzondering gemaakt voor de gevallen
waarin er sprake is van een combinatietraject van een inburgeringsvoorziening
en een re-integratievoorziening. In geval van een participatievoorziening
die een combinatie is van een inburgeringsvoorziening en een re-integratievoorziening
mag de re-integratievoorziening ten laste van het participatiebudget gebracht
worden en de combinatievoorziening tegelijkertijd als prestatie worden aangevoerd
bij de verantwoording van prestaties in het kader van de prestatieafspraken
grote stedenbeleid.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. Aboutaleb