nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID JANSEN
Ontvangen 8 september 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt aan artikel 138a een lid toegevoegd,
luidende:
4. Het in het eerste lid bedoelde feit is niet strafbaar, indien
het is begaan in een gemeente waar een leegstandverordening als bedoeld in
artikel 2 van de Leegstandwet van kracht is en er geen melding overeenkomstig
artikel 3, eerste lid, van die wet heeft plaatsgevonden.
II
Artikel II, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden: Artikel 17 komt te luiden:
2. Artikel 18 vervalt.
Toelichting
De wet kraken en leegstand is bedoeld om zowel kraken als leegstand te
bestrijden. De indieners zien daarbij een centrale rol voor de gemeente, die
de mogelijkheid krijgt om een leegstandsverordening vast te stellen, waarin
een meldingsplicht geregeld wordt. Op deze wijze heeft de gemeente zicht op
leegstand, kan hij met de eigenaar in overleg treden over hergebruik en vervolgens
zo nodig een gebruiker voordragen als de eigenaar in gebreke blijft.
Het is duidelijk dat de effectiviteit van het gemeentelijk beleid staat
of valt met de naleving van de meldingsplicht. Tijdens de hoorzitting over
het wetsvoorstel is door twee deskundigen gepleit voor een koppeling van strafbaarstelling
van kraken aan de naleving van de meldingsplicht.
Het amendement regelt deze koppeling en laat tegelijkertijd de mogelijkheid
van een bestuurlijke boete bij niet-melding op grond van de Leegstandwet,
vervallen.
Jansen