nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Gezondheidswet
wijzigingen aan te brengen ten aanzien van de Gezondheidsraad in verband met
de integratie van de Raad voor Gezondheidsonderzoek en de uitbreiding van
de mogelijkheid tot herbenoemingen alsmede om een wettelijke basis te scheppen
voor de besluitvormingsprocedure van commissies;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Gezondheidswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 21 worden twee leden toegevoegd, luidende:
5. In afwijking van artikel 11, tweede lid, van de Kaderwet adviescolleges,
kan herbenoeming van de leden driemaal plaatsvinden.
6. In afwijking van artikel 11, tweede lid, van de Kaderwet adviescolleges,
worden de voorzitter en vice-voorzitters, ongeacht de duur van een eerder
lidmaatschap, voor ten hoogste vier jaar benoemd als lid, tevens voorzitter,
onderscheidenlijk vice-voorzitter. Herbenoeming als lid, tevens voorzitter
dan wel vice-voorzitter, kan twee maal en telkens voor ten hoogste vier jaar
plaatsvinden.
B
Aan artikel 22 wordt na «het gebied van de volksgezondheid»
toegevoegd: en het gezondheids(zorg)onderzoek.
C
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zinsdeel «de artikelen 17 en 18 van de Kaderwet adviescolleges»
wordt vervangen door: de artikelen 17, 18 en 20, eerste lid, van de Kaderwet
adviescolleges.
2. Aan het slot van het artikel wordt de volgende zin toegevoegd:
Op de beraadslaging en besluitvorming binnen een commissie is artikel 20 van
de Kaderwet adviescolleges van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,