nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 25 augustus 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel B, komt artikel 100, tweede en derde lid, te luiden:
2. Een pensioenfonds waarvan:
a. het aantal pensioengerechtigden ten minste 10% bedraagt
van de som van het aantal deelnemers en het aantal pensioengerechtigden en
waarvan het aantal pensioengerechtigden ten minste 25 personen bedraagt; of
b. het aantal pensioengerechtigden ten minste 1000 personen bedraagt;
houdt de in het eerste lid, onderdeel b, genoemde raadpleging tenzij het
bestuur op eigen initiatief heeft besloten tot opname van vertegenwoordigers
van de pensioengerechtigden in het bestuur.
3. Eens in de vijf jaar herhaalt het pensioenfonds de raadpleging
indien dit wordt verzocht door tenminste 5% van de pensioengerechtigden
tenzij de pensioengerechtigden reeds in het bestuur zijn vertegenwoordigd.
Toelichting
De pensioenkoepels VB en OPF hebben in hun position paper van 27 maart
2009 (zie bijlage 3, Nota naar aanleiding van het verslag) er op gewezen dat
het ontbreken van een getalscriterium bij de verplichting om een raadpleging
te houden een manco van het wetsvoorstel is. Dit kan leiden tot raadplegingen
in gevallen waarin het zeker is dat er te weinig pensioengerechtigden zijn
voor een bestuurszetel. De koepels doen de suggestie het huidige criterium
voor raadplegingen uit artikel 100, eerste lid, van de Pensioenwet in het
voorstel op te nemen. Zoals in de Nota naar aanleiding van het Verslag is
aangegeven zijn de indieners bereid deze suggestie te volgen.
CSO vindt dat de mogelijkheid om de raadpleging eens in de vijf jaar te
herhalen, moet worden beperkt tot situaties waarin de pensioengerechtigden
nog niet in het bestuur zijn vertegenwoordigd (Reactie op het initiatiefvoorstel
van 7 april 2009). Zoals in de Nota naar aanleiding van het Verslag is
aangegeven kunnen de indieners zich hierin vinden en zijn zij bereid ook op
dit punt de raadplegingsprocedure aan te passen.
Deze Nota van Wijziging dient er toe de beide hierboven genoemde aanpassingen in het wetsvoorstel op te nemen. Daartoe wordt voor het
tweede en het derde lid van artikel 100 een nieuwe tekst voorgesteld.
Koşer Kaya
Blok