31 532 Voedingsbeleid

Nr. 56 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2011

Hiermee ontvangt u mijn reactie op het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie inzake de prijsvorming op de varkensmarkt (brief d.d. 19 januari 2011, 2011Z00845/2011D02114).

Uitkomsten van de EU varkenshouderijdiscussie over inkomenssituatie

Voor dit punt verwijs ik u naar het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 24 januari 2011 (brief d.d. 9 februari 2011, Kamerstuk 21 501-32, nr. 437).

Tevens heb ik u aangegeven dat, onder voorzitterschap van mijn departement, een werkgroep is gestart waarin alle partijen van de varkenssector zijn vertegenwoordigd. Hierin zullen ook onderwerpen aan de orde komen als ontwikkelingen in de kostprijs en volatiliteit in de valuta- en grondstoffenmarkten en mogelijke vervolgacties.

Beter functioneren van de voedselketen

Het «High Level Forum for a better functioning food supply chain» is in november 2010 van start gegaan. Het forum heeft als mandaat de Europese Commissie te ondersteunen bij de ontwikkeling van beleid voor het versterken van de concurrentiekracht in de agrofoodsector. Uitgangspunten hiervoor zijn enerzijds de aanbevelingen en de zogeheten road map van de «High Level Group on the Competitiveness of the Agro-Food Industry» en anderzijds de mededeling «A better functioning food supply chain in Europe». Het High Level Forum heeft een mandaat voor twee jaar en zal eens per jaar bijeenkomen in Brussel. Nederland heeft hierin zitting met twaalf andere lidstaten. Verder zijn zestien agrofood- en retail bedrijven, zes niet gouvernementele organisaties en tien Europese brancheorganisaties uit de gehele voedselketen uitgenodigd.

De eerste bijeenkomst van het High Level Forum gaf op 16 november 2010 het startschot voor de verdere uitwerking van de aanbevelingen en de road map in vier verschillende platforms. Verschillende experts en stakeholders uit de voedselketen zullen hiervoor door de Europese Commissie worden uitgenodigd.

In november vond ook de eerste bijeenkomst van het platform «Business to business contract relaties» plaats en op 21 januari kwam het platform «Versterking concurrentiekracht agrofoodindustrie» bijeen. De eerstvolgende ministeriële bijeenkomst van het High Level Forum waarin de voortgang in de vier platforms besproken zal worden vindt in november dit jaar plaats.

De Nederlandse inzet is gericht op uitwerking van de Europese voorstellen in deze vier platforms. Nederland is betrokken bij de discussies in deze platforms. Mijn inzet is in het bijzonder gericht op het versterken van de concurrentiepositie van de Nederlandse agrofoodsector door via duurzame innovaties meer toegevoegde waarde in de voedselketen te generen. Om dat doel te bereiken moeten duurzame innovatie en het Europese ondernemersklimaat op een hoog niveau worden gehouden. Nederland heeft zich voorts ingezet voor het tot stand brengen van een Europees platform voor Agrologistiek, omdat dit de positie van Nederland als tweede agrarisch exporteur ter wereld kan ondersteunen. Het proces van het High Level Forum zal ook worden meegenomen in de topsectoren benadering voor Voedsel, Tuinbouw en Logistiek. Het Nederlandse bedrijfsleven kan ook zelf via de eigen Europese koepelorganisaties zijn inbreng in de discussie leveren.

Ruimte in mededingingswetgeving in brede zin

De discussies in het High Level Forum en de vier platforms gaan ook over mededinging en inkoopmacht in de voedselketen. Dit zijn gecompliceerde vraagstukken. Nederland waardeert de inspanningen van de Europese Commissie om het functioneren van de voedselketen te verbeteren en de discussie over contractrelaties aan te gaan. Het platform «Business to business contract relaties» is gericht op het tegengaan van oneerlijke handelspraktijken in de keten zoals het achteraf eenzijdig wijzigen van contractvoorwaarden. De Europese Commissie (DG Mededinging) moet optreden daar waar overtreding van de mededingingsregels plaatsvindt. Tegen praktijken waarvoor het platform oplossingen probeert te vinden, bieden de mededingingsregels vaak geen handvatten. Immers, in geval van oneerlijke contractpraktijken tussen leverancier en afnemer, is er misschien wel sprake van een zekere afhankelijkheid van de één van de ander, maar onvoldoende om te spreken van een economische machtspositie. En dat is een eerste vereiste voor de mededingingsautoriteiten om in actie te kunnen komen. Het proces van het High Level Forum is er juist op gericht om de stakeholders onderling tot Europese gedragsregels te bewegen in business to business relaties. Het is daarom begrijpelijk dat DG Mededinging in dit stadium niet betrokken is. Mogelijk komt de Europese Commissie met aanvullende regelgeving indien partijen in het High Level Forum er niet uitkomen. Uiteraard zal DG Mededinging bij de voorbereiding hiervan betrokken zijn.

Uw vraag of de regels voor mededinging meer ruimte zouden moeten bieden aan ketenpartijen om afspraken te maken over de verdeling van de kosten van investeringen in duurzaam produceren zal worden meegenomen in een brief over belemmeringen voor duurzame innovatie in relatie tot voedsel die ik uw commissie in het AO Duurzaam Voedsel van 13 januari jl. heb toegezegd. Daarin zal ook worden gekeken naar de regels voor mededinging in relatie tot verduurzaming.

Wat uw vraag betreft over verruiming van de definitie van het begrip «relevante markt» merk ik op dat bij de toepassing van de mededingingsregels op het marktgedrag van ondernemingen van geval tot geval wordt bepaald wat de relevante markt is. Daarbij wordt zowel gekeken welke markt relevant is voor de producten of diensten waarop die gedragingen betrekking hebben als naar het geografische gebied waarbinnen die gedragingen plaatsvinden. Afhankelijk van die producten of diensten en dat gebied, kan de relevante markt in het ene geval wel en in het andere geval niet samenvallen met het grondgebied van een lidstaat. De definitie van «relevante markt» laat zich daarom niet in algemene zin verruimen of beperken.

Hoorzitting over prijsvorming in de agro-nutriketen

Uiteraard heb ik goede nota genomen van het verslag van uw hoorzittingen. De in de begeleidende brief vervatte vragen zal ik zo spoedig mogelijk beantwoorden.

Met betrekking tot uw vraag naar de uitvoering van de motie Atsma c.s. van 3 februari 2010 (Kamerstuk 31 532, nr. 34) wil ik uw commissie in aanvulling op mijn brief over duurzaam voedselbeleid (brief d.d. 10 december 2010, Kamerstuk 31 532, nr. 43) nog het volgende onder de aandacht brengen. Mededingingsregels verbieden supermarkten om onderling afspraken te maken over de prijs van een product. Een oproep daartoe zal ik dan ook niet doen. Zoals ik in mijn brief van 10 december heb aangegeven, zie ik op dit moment meer heil in een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de keten om te verduurzamen. Niet alleen van boeren en tuinders, maar ook van supermarkten en tussenliggende schakels in de keten. Betrokkenheid van zowel producenten, verwerkers, groothandel en retail vergroot de bereidheid om inspanningen voor verduurzaming te belonen volgens het principe van de markt. Via het Platform Verduurzaming Voedsel en het convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten ondersteun ik in dit verband diverse projecten. Een voorbeeld dat ik wil noemen is het project voor 1-ster-varkensvlees dat plaatsvindt onder het convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven