31 532 Voedingsbeleid

Nr. 42 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2010

Hierbij ontvangt u, mede namens de staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de heer J. Atsma, op uw verzoek de kabinetsreactie op het rapport «Vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders». Mijn voorganger heeft u dit rapport reeds toegestuurd op 1 juli 20101.

De resultaten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden om effectief beleid met betrekking tot verduurzaming van het voedselsysteem vorm te geven. Het geeft tevens inzichten in de kansen die er liggen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Door op innovatieve wijze te werken aan het aanbod in de winkel en de juiste marktstrategie te hanteren kan de consument verantwoordelijkheid nemen zonder dat diens keuzevrijheid wordt aangetast.

Het rapport signaleert een grote groep «vleesminderaars» (circa 70% van de bevolking), waar het bedrijfsleven zijn innovatiekracht op kan richten. Marktstrategieën worden beschreven en er wordt een voorzet gedaan met een integrale beoordeling van deze strategieën wat betreft de groeikansen enerzijds en de culturele impact anderzijds. Het kabinet wil innovaties op het gebied van duurzaam aanbod stimuleren en ziet daarin ook kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven om internationaal een vooraanstaande positie in te nemen. Daarbij kan gedacht worden aan plantaardige eiwitproducten, hybride vleesproducten, maaltijdconcepten, eiwitproducten op basis van insecten of wellicht in een later stadium kweekvlees.

Daarnaast is één van de adviezen om de consument, producent en retail goed voor te lichten over eiwithoudend voedsel, zowel wat betreft gezondheid, als ook duurzaamheid en dierenwelzijn. Dit is deels een taak van het Voedingscentrum en Milieucentraal, die ze onder meer middels de klimaatweegschaal invullen. Ook maatschappelijke organisaties hebben hier een rol, die ze reeds op zich nemen.

Over prijsbeleid constateert het rapport dat nog onvoldoende duidelijk is op welke wijze prijsbeleid effectief kan zijn en dat de wetenschappelijke discussie hierover nog niet ten einde is. Tevens wordt gesignaleerd dat externe kosten vaak niet in de prijs worden verdisconteerd. Dit sluit aan op internationale discussies rond klimaat en biodiversiteit. Internationaal wordt gezocht naar mogelijkheden om een prijs te verbinden aan zogenaamde ecosysteemdiensten, waardoor meer duurzame keuzes genomen zullen worden. De Nederlandse overheid laat onderzoeken hoe imperfecties van de markt gecorrigeerd kunnen worden.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


XNoot
1

Kamerstuk 31 532, nr. 39.

Naar boven