31 532 Voedingsbeleid

Nr. 276 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2022

Op donderdag 20 oktober publiceert de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de rapportage getiteld «Agro-Nutri Monitor 2022: Monitor prijsvorming voedings-middelen en aankoopmotieven van biologische producten». Bijgaand bied ik de Kamer deze rapportage aan evenals de begeleidende brief met de analyse en aanbevelingen door de ACM.

De rapportage is in opdracht van de ACM door Wageningen Economic Research opgesteld en is een vervolg op de resultaten van twee eerdere Agro-Nutri Monitors die in 2020 en 2021 werden gepubliceerd (Kamerstuk 31 532, nrs. 256 en 268). Dit is het derde jaar dat de ACM de Agro-Nutri Monitor publiceert. De monitor is een van de maatregelen uit het pakket om de positie van de boer in de keten te versterken.

Doel van de monitor is om meer inzicht te krijgen in de margeverdeling in de landbouwketen en om de prijsvorming in de keten inzichtelijk te maken voor zowel gangbare als duurzame producten, biologisch in het bijzonder. De monitor geeft daarmee een inhoudelijke onderbouwing aan de maatschappelijke discussies over prijsvorming en margeverdeling in de keten. Daarnaast zijn in deze derde Agro-Nutri Monitor de bevindingen van de vorige rapportages verder onderzocht, zoals de vergoeding van de meerkosten van duurzame productie, en de achterblijvende vraag naar biologische producten. Op deze wijze biedt de monitor waardevolle inzichten ter ondersteuning van het realiseren van de noodzakelijke verdere verduurzaming van de landbouw.

Het is een omvangrijk rapport dat aan verschillende thema’s raakt. De monitor heeft zeven specifieke producten onderzocht, namelijk tafelaardappelen, uien, peren, tomaten, champignons, dagverse melk, en varkensvlees. De resultaten van de monitor geven daarom een helder beeld voor deze producten, maar zijn niet automatisch toe te passen op alle andere producten. Enkele hoofdpunten uit de analyse van de ACM betreffen belemmeringen voor het omschakelen naar duurzame vormen van landbouw. Genoemd worden de geringe betalingsbereidheid van consumenten voor biologische producten, beperkte exportmogelijkheden van producten met een grote variatie aan duurzaamheidskenmerken, grote verschillen per product of de markt de meerkosten voor verduurzaming vergoedt, en onzekerheid over langetermijnwetgeving en eisen aan productie. De ACM doet diverse aanbevelingen die gericht zijn op het verhogen van de vraag naar duurzame producten, zoals het vergroten van het vertrouwen van de consument in duurzaamheidskeurmerken en het (internationaal) op elkaar afstemmen van certificeringsschema’s.

De rapportage Agro-Nutri Monitor 2022 en de analyse met aanbevelingen door de ACM bevatten waardevolle inzichten voor de verduurzaming van de voedselketen en de voedselconsumptie. Op korte termijn zal ik hierover ook in gesprek gaan met de bestuursvoorzitter van de ACM. De bevindingen spelen een rol op diverse actuele beleidsterreinen, zoals de wijze waarop de niet-vrijblijvende bijdrage van ketenpartijen aan verduurzaming wordt ingericht; de voedselbrief die u in de komende maanden van mij ontvangt, waarin ingegaan wordt op een duurzamer en gezonder voedselaanbod en voedselconsumptie; en het actieplan biologisch dat zich richt op het vergroten van de biologische productie en consumptie. Uiteraard zal ik de inzichten uit de Agro-Nutri Monitor 2022 benutten bij het toewerken naar een Landbouwakkoord en de opvolging van het advies «Wat wel kan» van de heer Remkes (Bijlage bij Kamerstukken 30 252 en 35 334, nr. 34).

Ik spreek mijn dank en waardering uit aan de ACM voor het opstellen van de rapportage en analyse, en zal de bevindingen en aanbevelingen ter overweging nemen bij de uitwerking van bovengenoemd beleid.

De ACM geeft aan dat de resultaten van de drie Agro-Nutri Monitors consistent zijn, en ziet om die reden geen toegevoegde waarde in het herhalen van de huidige monitor met dezelfde opzet. Ik zal op basis van de ontwikkelingen in het bovengenoemde beleid, en in overleg met de ACM bezien of een vervolg van de Agro-Nutri Monitor passend is en in welke vorm dat zou moeten plaatsvinden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven