31 532 Voedingsbeleid

Nr. 214 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2018

Met de brief van mijn ambtsvoorganger van 6 juli 2016 (Kamerstuk 31 532, nr. 164) bent u geïnformeerd over de stand van zaken rondom de regelgeving over peutermelk en handhaving daarvan. In die brief heeft zij aangegeven dat zij de NVWA verzocht om vanaf 20 juli 2016 tot 1 juli 2017 bij peutermelk niet te handhaven op aspecten die wel voldoen aan de oude regels voor producten voor bijzondere voeding (Richtlijn 2009/39/EG), maar vanaf 20 juli 2016 niet aan de Europese (en nationale) regels die gelden voor gewone levensmiddelen. Met de brief van 15 juni 2017 (Kamerstuk 31 532, nr. 185) is deze procedure met een jaar verlengd tot 1 juli 2018.

Onze inzet in Brussel was gericht op geharmoniseerde regelgeving voor producten als peutermelk. De Europese Commissie heeft in 2016 erkend dat de algemene levensmiddelenwetgeving ten aanzien van referentie-innamen, etikettering etc. niet geheel werkbaar is voor peutermelk. Nederland heeft er destijds op aangedrongen dit Europees op te lossen. De Europese Commissie heeft vorig jaar echter aangegeven geen prioriteit te zullen geven aan aanpassing van de algemene levensmiddelenwetgeving voor peutermelk.

Daarom worden met verschillende partijen (bedrijfsleven, babyvoedingsorganisatie, Voedingscentrum, RIVM en NVWA) gesprekken gevoerd om de mogelijkheden uit te zoeken om de Warenwet aan te passen op zodanige wijze dat peutermelk qua samenstelling en etikettering voldoet aan onze nationale regelgeving en als zodanig op de markt kan blijven.

Omdat op dit moment verschillende onderzoeken lopen op het gebied van voeding voor jonge kinderen zal in eerste instantie gekozen worden voor tijdelijke nationale regelgeving. Het zijn onder andere de Gezondheidsraad en de EFSA die in 2019 en 2020 met adviezen komen.

Om de nationale aanpak verder uit te werken zal ik de NVWA verzoeken de huidige aanpak in handhaving van peutermelk voor twee jaar te continueren.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven