31 532
Voedingsbeleid

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2009

In deze brief wil ik u mijn reactie geven op het advies van de Gezondheidsraad Gezonde voeding: logo’s onder de loepdat ik op 2 december 2008 heb ontvangen.

De reactie hierop heeft enige tijd in beslag genomen, omdat ik nog nader overleg heb gepleegd met de verschillende betrokken partijen die een rol spelen bij de informatieverstrekking over gezonde voeding via logo’s. Dit overleg was nodig om mijn hieronder verwoord standpunt over de logo’s te kunnen inzetten.

Inleiding

In lijn van de preventienota1 en zoals nader verwoord in de Nota voeding en gezondheid2 wil de overheid het gezonde voedingspatroon bevorderen via verandering van het productenaanbod (innovatie) door het bedrijfsleven en een bewust keuzegedrag door de consument. Gezonde keuze bevorderende logo’s vormen voor beide doelen een belangrijk instrument.

Echter, voor consumenten is het lastig om steeds weer een weloverwogen en bewuste keuze te maken voor een gezonde voeding. Dat wordt onder andere veroorzaakt door een overvloed aan informatie en reclame over voedingsmiddelen. Bovendien worden verschillende inzichten, bewoordingen en opvattingen onder stakeholders, wetenschappers, aanbieders van producten en vertegenwoordigers van consumenten uitgedragen.

Eenduidige en betrouwbare informatie over voedingsmiddelen is essentieel voor het keuzeproces van de consument. Informatie op het etiket is hierbij heel belangrijk. Dit kan via de ingrediënten- en voedingswaardedeclaratie, maar ook de ontwikkeling van het zogenaamde GDA-systeem (Guideline Daily Amount) en logo’s dragen ertoe bij dat de consument voor de gezondere producten kan kiezen. Mijn ambtsvoorganger heeft op dat gebied een stevige stap voorwaarts gezet. Uitgangspunt voor mij is, in aansluiting hierop, dat de gezonde keuze een gemakkelijke keuze is.

Ik ben voorstander van een eenvoudig, positief en vrijwillig keuze bevorderend logo voor gezonder eten dat breed wordt gebruikt in Nederland. Daarbij zoek ik internationale aansluiting. Dit is in het belang van eenduidige informatievoorziening naar de consument en van de overwegend netto exporterende Nederlandse levensmiddelenindustrie.

In 2007 heb ik geconstateerd dat er meerdere initiatieven waren ontplooid om de consument te helpen bij het maken van de gezonde keuze: de logo’s «Gezonde keuze Klavertje» (Albert Heijn) en «Ik Kies Bewust» (stichting IKB), maar ook werd het GDA-systeem dat de consument informeert over de dagelijkse benodigde inname geïntroduceerd.

Hierop rees de vraag in hoeverre logo’s op voedingsmiddelen het maken van een gezonde keuze door de consument bevorderen en de vraag of en de mate waarin deze logo’s de voedingsmiddelenindustrie stimuleren tot het ontwikkelen van gezondere producten.

Ik heb de Gezondheidsraad gevraagd een wetenschappelijk oordeel te vellen over:

• de gehanteerde criteria voor het gebruik van gezonde keuze bevorderende logo’s;

• de interpretatie van deze logo’s door de consument;

• de effectiviteit van de logo’s bij het bevorderen van de gezonde keuze;

• de mate waarin de logo’s de industrie daadwerkelijk stimuleert tot de ontwikkeling van gezondere producten.

Op 2 december 2008 is het advies van de Gezondheidsraad over Gezonde voeding: logo’s onder de loep» aan mij overhandigd. Hieronder volgen de conclusies uit het advies en mijn reactie hierop.

Advies van de Gezondheidsraad

In haar rapport concludeert de Gezondheidraad omtrent het gebruik van logo’s het volgende:

• De gebruikte logo’s, inclusief het GDA systeem, zouden beter in overeenstemming moeten worden gebracht met de Richtlijnen Goede Voeding 2006 van de Gezondheidsraad1. Dit is ook de basis van de voorlichting zoals die wordt gehanteerd door het Voedingscentrum.

• Bij de logo’s dient onder andere aanscherping plaats te vinden van de criteria voor verschillende belangrijke ingrediënten als voorwaarde voor toekenning van een logo.

• Ook sluiten de voedingsfactoren (energie, verzadigd vet etc.) van het GDA-systeem onvoldoende aan bij de Richtlijnen Goede voeding 2006. Slechts vier van de zes in het GDA-systeem voorkomende voedingsfactoren zijn relevant voor een gezondheidskundige beoordeling van het voedingsmiddel. Dit zijn calorieën, verzadigd vet, natrium en voedingsvezel.

• Of de consumenten de logo’s goed interpreteren is tot dusver onduidelijk.

• In eerste instantie is het voeren van een logo van belang als stimulans voor productontwikkeling door de voedingsmiddelenindustrie (innovatie) en voor de consument om te komen tot een gezonder voedingspatroon. Of deze doelstellingen gehaald werden bleek evenwel niet eenduidig door gebrek aan wetenschappelijk onderzoek op dit punt.

De Gezondheidsraad spreekt de wens uit om te komen tot één logo waarvan zowel de aan- als de afwezigheid informatie over de gezondheidskundige waarde oplevert; daarnaast wordt aanbevolen twee verschijningsvormen te gebruiken, overeenkomend met de categorieën «bij voorkeur» en «neutraal» zoals gehanteerd door het Voedingscentrum.

Bovendien staat de voedingswaarde informatie op de voorkant van de verpakking. Voor wat betreft het GDA-systeem beveelt de Gezondheidsraad aan te onderzoeken op welke wijze de toepassing van kleuren de begrijpelijkheid van deze informatie kan verbeteren.

Tenslotte beveelt de Gezondheidsraad aan de communicatie over de logo’s en het GDA-systeem meer te stroomlijnen via één internetsite. Hierbij worden de logo’s en het GDA-systeem toegelicht in het licht van algemene publieksvoorlichting over gezonde voeding.

Reactie op het GR advies

Ik dank de Gezondheidsraad voor het in de eigen wetenschappelijke achterban breed gedragen rapport. Ik wil dit rapport dan ook uitgangspunt laten zijn voor mijn beleid en het overleg met marktpartijen en consumentenorganisaties. Ik zal mij inzetten om de aanbevelingen van de Gezondheidsraad ten uitvoer te doen brengen met inachtneming van onderstaande voorwaarden en zal waar nodig en mogelijk de partijen in het veld hierbij ondersteunen.

In navolging van de Gezondheidsraad vind ik het belangrijk dat er één keuzebevorderend logo komt voor levensmiddelen. Ik streef ernaar om dit te realiseren voor 1 januari 2011.

De betrokken partijen die de logo’s beheren werken aan het samenvoegen van de logo’s. De consument moet de gemakkelijke keuze worden aangereikt voor gezonde voeding; uiteenlopende logo’s of logo’s die onderling verschillende zaken communiceren helpen niet bij het algemene publieke vertrouwen dat deze logo’s inderdaad gezonde voeding als de goede keuze aanprijzen.

Het is mij gebleken uit de reactie van de voedingsmiddelenindustrie, de retail organisaties en de cateringorganisaties dat zij bereid zijn toe te werken naar één gemeenschappelijke set van criteria op basis waarvan de logo’s op producten gevoerd mogen worden. Deze criteria moeten in lijn zijn met de richtlijnen Goede Voeding. Deze richtlijnen worden terecht ook door het Voedingscentrum gehanteerd bij haar algemene publieksvoorlichting over gezonde voeding. Het uiteindelijke doel is te komen tot één gezonde keuze bevorderend logo in Nederland, dat bovendien als stimulans werkt voor productinnovatie.

Ik streef ernaar dat dit proces zoveel mogelijk via zelfregulering tot stand komt. Ik stel echter wel enkele belangrijke voorwaarden aan een gemeenschappelijk logo, namelijk dat

a) de nieuw op te stellen criteria in lijn zijn met de richtlijnen Goede Voeding;

b) deze criteria internationaal draagvlak zullen hebben, rekening houdend met nationale / regionale voedingsgebruiken. Ik zal daartoe mijn contacten in het Europese overleg aanboren waar nodig of gewenst;

c) het nieuw te voeren logo eenduidig en begrijpelijk is voor de consument;

d) het nieuw te voeren logo innovatie stimuleert;

e) het ene afgestemde logo gevoerd mag worden op basis van een beoordeling door een onafhankelijke wetenschappelijke commissie onder leiding van een onafhankelijk voorzitter;

f) het toezicht op het voeren van het logo wordt gehouden door een onafhankelijke beoordelingsinstantie.

Op dit moment zijn de betrokken partijen (eigenaren van de logo’s) reeds in overleg over bovenstaande intentie.

Voorafgaand aan de nader te maken afspraken over een gezamenlijk nieuw logo wordt een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit en de perceptie van een logo en haar verschijningsvorm onder consumenten. De resultaten van dit onderzoek worden vanaf november 2009 verwacht. De betrokken partijen zijn daartoe opdrachtgever en daarvoor ook verantwoordelijk. Gelet op mijn eerdere afspraken met de industrie en de retail- en cateringorganisaties heb ik een eenmalige bijdrage geleverd in de financiering van het onderzoek, naast de investering door de betrokken partijen.

Ik heb goede hoop dat de partijen nog dit jaar tot afspraken komen over het voeren van één gezamenlijk logo en ik spreek mijn waardering uit over de positieve opstelling en de reeds genomen initiatieven. Uit mijn gesprekken met partijen is het mij duidelijk geworden dat enerzijds de bewuste keuze en de gemakkelijke keuze bij gezonde voeding als principe gedeeld worden maar dat partijen onderling de ruimte en tijd nodig hebben om in dit opzicht naar elkaar toe te groeien, waarbij een open en eerlijk systeem het uitgangspunt is. Daarnaast moet ook tijd gegund worden aan de producenten van bewerkt en verpakt voedsel om via procesinnovatie bestaande en nieuwe gezondere producten te ontwikkelen.

De daadwerkelijke realisatie van één logo zal wat langer in beslag nemen dan ik op het eerste gezicht de sector heb voorgehouden. Dit laat ik nu over aan de partijen om dit te realiseren met als streefdatum uiterlijk 1 januari 2011. In de aanloop hiernaartoe verwacht ik dat partijen afzien van communicatie over nieuwe initiatieven aangaande de nu gevoerde afzonderlijke logo’s.

De Gezondheidsraad heeft geadviseerd om GDA systeem te verbeteren. Via onderzoek wil ik nagaan of de huidige of een aangepaste vorm van het GDA-systeem geschikt is voor consumenteninformatie. Hierover ga ik vervolgens in gesprek met de relevante betrokken partijen om te bezien op welke wijze het GDA-systeem past in de communicatiestrategie naar de consument.

Tenslotte beveelt de Gezondheidsraad aan een breed informatiesysteem te ontwikkelen waarin logo’s en GDA worden toegelicht. Ik zal met de betrokken partijen nagaan in hoeverre dit wenselijk en realiseerbaar is.

Ik wacht de resultaten van het aankomende consumentenonderzoek met interesse af en zal deze resultaten ook zelf (laten) beoordelen op haar merites. Dit onderzoek zal immers bepalend zijn voor de te maken keuzes met betrekking tot de verschijningsvorm(en) van het «nieuwe» gezonde keuze bevorderende logo.

Ik realiseer mij overigens wel dat de Europese regelgeving geen belemmering moet worden voor het mogen voeren van deze logo’s. Indien noodzakelijk zet ik mij in om de juridische inbedding op Europees niveau te verkennen. Een mogelijkheid is om binnen de nieuw voorgestelde verordening voor consumenteninformatie een artikel op te laten nemen die het voeren van een gezonde keuze bevorderend logo, onder voorwaarden, mogelijk maakt. Deze verordening is een samenvoeging van twee nu bestaande richtlijnen over voedingswaarde etikettering en algemene etikettering van voedingsmiddelen en wordt momenteel herzien. Zo wordt in het voorstel nu opnieuw geregeld welke nutriënten in de voedingswaardedeclaratie verplicht vermeld moeten worden op het etiket. Een artikel voor alternatieve presentatievormen is hierin eveneens voorzien.

Tenslotte vormt in Nederland een convenant een mogelijkheid om afspraken tussen de betrokken partijen in gezamenlijkheid met de overheid te bekrachtigen. Ik wil me de komende maanden in samenwerking met de retailers, de cateringorganisaties en de voedingsmiddelenindustrie oriënteren op het nut, de noodzaak en de toegevoegde waarde voor alle partijen om tot zo’n convenant te komen.

Met bovenstaande zal de consument beter in staat zijn gebruik te maken van de diverse informatiewijzen op het etiket (voedingswaardedeclaratie, GDA en logo). De voedingswaardedeclaratie is specifiek voor de meer geïnformeerde consument. De consument die sneller een keuze wil maken moet op eenvoudige wijze op basis van een eenduidig, voor de consument begrijpelijk logo de gezonde keuze kunnen maken.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Tweede Kamer 2007, 22 894 nr. 134. VWS Een visie op gezondheid en preventie, september 2007.

XNoot
2

Tweede Kamer 2007–2008, 31 532 nr. 1.

XNoot
1

Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2006. Den Haag: Gezondheidsraad, 2006; publicatie nr. 2006/21.

Naar boven