31 532 Voedingsbeleid

Nr. 145 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2015

In het schriftelijk overleg ter voorbereiding van de Gezondheidsraad van 1 december 2014 zijn door de VVD vragen gesteld over de onderhandelingen met betrekking tot de FSG-verordening (Food for Specific Groups), die momenteel lopen in Brussel. De VVD gaf aan bezorgd te zijn dat er overdreven strenge eisen dreigen te komen voor etikettering van babyvoeding en dat de communicatie tussen producenten van deze voeding en ouders aan banden wordt gelegd. Ik heb in het verslag van het schriftelijk overleg1 aangegeven begin 2015 te zullen informeren over de ontwikkelingen rondom de FSG-verordening.

In deze brief informeer ik u over de voortgang van de verdere invulling van deze verordening.

De FSG-verordening regelt met name de samenstellingsvereisten voor voeding voor specifieke groepen en de wijze waarop over deze producten aan gebruikers/consumenten informatie mag worden verstrekt. Voeding voor specifieke groepen zijn producten voor bepaalde kwetsbare groepen in de samenleving, namelijk zuigelingen- en babyvoeding, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding vervangende producten voor gewichtsbeheersing.

De laatste jaren is als gevolg van nieuwe producten en veranderingen in andere EU-wetgeving het onderscheid steeds minder duidelijk geworden tussen de producten bedoeld als voeding voor specifieke groepen en reguliere levensmiddelen met extra vitaminen, mineralen en vezels. Daarom is de wetgeving voor voeding voor specifieke groepen herzien. Op 12 juni 2013 is hiervoor een verordening voor specifieke groepen vastgesteld (Verordening (EU) Nr. 609/2013) en wordt op 20 juli 2016 van toepassing.

In de onderhandelingen voor deze verordening was de inzet van Nederland gericht op geharmoniseerde regelgeving, die voor het bedrijfsleven goed uitvoerbaar is en oog heeft voor vermindering van de administratieve lasten en de innovatiekracht van het bedrijfsleven. Via een BNC fiche heb ik u hierover geïnformeerd2.

Gedelegeerde handelingen

Ter nadere invulling van deze verordening is voorzien dat er gedelegeerde handelingen worden opgesteld met voorschriften over samenstelling, etikettering (inclusief presentatie en reclame), gebruik van bestrijdingsmiddelen, meldingsprocedure voor het in de handel brengen en informatieverstrekking van de volgende duidelijk afgebakende categorieën levensmiddelen voor kwetsbare groepen consumenten:

  • a) volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding;

  • b) bewerkte levensmiddelen op basis van granen en babyvoeding;

  • c) voeding voor medisch gebruik;

  • d) de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing.

Momenteel worden deze gedelegeerde handelingen voorbereid door de Europese Commissie, maar tot op heden zijn nog geen concrete voorstellen gedaan.

De Commissie zal voor de categorieën volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding (a) en voeding voor medisch gebruik (c) binnenkort een eerste voorstel voor gedelegeerde handelingen voorleggen aan de Europese Commissiewerkgroep Voeding voor specifieke groepen, waaraan Nederland ook deelneemt. De Commissie zal zich in haar voorstellen baseren op onder andere de bestaande richtlijnen van deze categorieën producten, nieuwe opinies van de EFSA, reacties van lidstaten en belanghebbende partijen op questionnaires en de huidige marktsituatie.

De EFSA moet het onderzoek over de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing (d) nog afronden en de Commissie hierover informeren. De Commissie zal vervolgens een voorstel doen voor een gedelegeerde handeling voor deze producten.

De huidige regelgeving voor bewerkte levensmiddelen op basis van granen en babyvoeding (b) heeft in de afgelopen jaren niet tot discussie geleid. De Commissie heeft voorgesteld de huidige regels over te zetten in gedelegeerde handeling.

Alle genoemde gedelegeerde handelingen zullen uiterlijk op 20 juli 2015 worden vastgesteld.

Nederland neemt deel aan de overleggen in genoemde werkgroep en zal haar inzet bepalen aan de hand van de hierboven genoemde uitgangspunten zoals vermeld in het BNC-fiche. Hieronder licht ik de Nederlandse positie nog eens toe.

Specifieke bepalingen voor peutermelk en voeding voor sportbeoefenaars

Naast de gedelegeerde handelingen zal de Commissie in juli 2015 ook twee verslagen voorleggen aan de Europese Raad en het Europees parlement over de noodzaak tot specifieke bepalingen voor peutermelk (op melkgebaseerde dranken bestemd voor 1 tot 3 jarigen) en de noodzaak tot voorschriften voor voeding bestemd voor sportbeoefenaars. Eventueel volgt hieruit een nieuw wetgevingsvoorstel voor gedelegeerde handelingen.

De EFSA heeft onderzoek gedaan naar de noodzaak van peutermelk en advies gegeven over de mogelijke samenstellingsvereisten. Momenteel wordt, op basis van het advies van de EFSA, door de werkgroep gesproken over de wijze waarop de lidstaten de status van peutermelk willen invullen. Over de uitkomsten van deze onderhandelingen kan ik u op dit moment niet informeren.

De EFSA heeft nog geen opinie uitgebracht over voeding voor sportbeoefenaars.

Nederlandse positie

Met de nieuwe verordening wordt beoogd te komen tot een versimpeling van de wetgeving, een afname van administratieve lasten en harmonisatie van de Europese interne markt voor voeding voor specifieke groepen. Dit moet ook de doelstelling zijn bij de invulling van de gedelegeerde handelingen (eenvoudige en zoveel mogelijk geharmoniseerde autorisatie procedure).

De inzet van Nederland bij de besprekingen van de gedelegeerde handelingen is te bevorderen dat de huidige marktsituatie wordt behouden en de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven tot een minimum beperkt blijft en zo mogelijk verminderd wordt.

Innovatie is voor de productontwikkeling van de voeding voor kwetsbare groepen van groot belang. Het Nederlandse bedrijfsleven is hierin een zeer grote speler. Nederland zal zich bij de besprekingen over de gedelegeerde handelingen hard maken voor praktische regels, zodat zo weinig mogelijk nieuwe belemmeringen ontstaan voor de ontwikkeling en productie van optimale en veilige producten. Het is van groot belang dat de producten veilig en geschikt zijn voor de doelgroep.

Inrichting van procedures voor geharmoniseerde notificatie/autorisatie van nieuwe ingrediënten en producten maken onderdeel uit van de gedelegeerde handelingen. Een praktische procedure hiervoor is van belang om innovatie niet in de weg te staan.

Evenals in de Verordening over Voedselinformatie voor consumenten ((EU) 1169/2011), geldt ook voor voeding voor specifieke groepen dat de consument over deze producten juist en eerlijk geïnformeerd moet worden. Voor voeding voor specifieke groepen is toegankelijkheid tot de productinformatie van groot belang voor een geschikte toediening/consumptie. (Opvolg)zuigelingenvoeding is breed verkrijgbaar, ook in supermarkten. Voeding voor medisch gebruik daarentegen mag alleen op advies van zorgprofessionals worden verstrekt.

Voor volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en de voeding voor medisch gebruik gelden momenteel strikte regels ten aanzien van etikettering, presentatie en reclame omdat deze producten bestemd zijn voor kwetsbare groepen consumenten.

Alhoewel voeding voor medisch gebruik alleen op advies van zorgprofessionals mag worden verstrekt, is het wel van belang dat de objectieve productinformatie over deze producten breed toegankelijk is voor zowel de zorgprofessionals als de consument.

Ik ben van mening dat deze situatie, als het gaat om regels rondom informatieverstrekking en etikettering, presentatie en reclame voor de verschillende categorieën voeding voor specifieke groepen, gehandhaafd moet blijven.

Ik zal u te zijner tijd, als er meer duidelijkheid is over de inhoud van de gedelegeerde handelingen, nader informeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-31, nr. 359

X Noot
2

Kamerstuk 22 112, nr. 1222

Naar boven