31 532 Voedingsbeleid

Nr. 119 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2013

Hierbij bied ik u ter informatie de rapporten «Innovatie in de levensmiddelenindustrie, een internationale benchmarkstudie» en «Innovatie in de Nederlandse levensmiddelenindustrie, de rol van het MKB» aan1.

Deze onderzoeken zijn uitgevoerd door het LEI, onderdeel van Wageningen UR. De onderzoeken maken deel uit van een, door het ministerie van EZ gefinancierde, overkoepelend beleidsondersteunend project «Ondernemer en Innovatie».

In de rapporten komt onder andere naar voren dat Nederland op drie staat als het gaat om innovatie in de levensmiddelenindustrie. Ten opzichte van Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk heeft de Nederlandse levensmiddelenindustrie een relatief sterke positie wat betreft onderzoek en ontwikkeling, en is sterk als het gaat om samenwerking bij innovatie. Nederland scoort minder op het gebied van nieuwe producten.

De belangrijkste focus van Nederlandse bedrijven ligt op procesefficiëntie en kostenverlaging in plaats van productvernieuwing en marketing; op den duur een doodlopende weg vinden de auteurs. Innovatie van het MKB is belangrijk voor de concurrentiepositie en werkgelegenheid. Wel wordt het MKB belemmerd door hoge kosten, gebrek aan middelen en onvoldoende gekwalificeerde werknemers.

Ik deel het beeld dat productvernieuwing belangrijk is voor de Nederlandse levensmiddelenindustrie en MKB hier een belangrijke functie heeft. Ook de topsector Agri&Food ziet «hogere toegevoegde waarde» als een van de strategische kansen die ze wil versterken.

Mijn inzet is gericht op het wegnemen van de genoemde belemmeringen voor innoverende MKB door een reeks aan maatregelen. Onder andere door stimulering van investeringen in kennisontwikkeling en -valorisatie met het MIT (MKB Innovatieregeling Topsectoren) en het Innovatiefonds MKB+. Met de start van nieuwe Centra voor Expertise wil ik het aanbod van gekwalificeerd personeel versterken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven