31 532 Voedingsbeleid

Nr. 117 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2013

Zoals aangegeven in mijn brief van 8 mei jl. (Kamerstuk 31 532, nr. 113) heb ik de NVWA gevraagd om, mede op basis van gegevens van het bedrijfsleven, onderzoek te doen naar mogelijk illegale handelsstromen van babymelkpoeder naar China.

Met deze brief stel ik u, zoals ook toegezegd tijdens het mondelinge vragenuur van 21 mei jl., op de hoogte van de resultaten.

Achtergrond

De wet- en regelgeving die geldt voor bedrijven die zuigelingenvoeding produceren en verhandelen is vooral gebaseerd op EG Verordeningen (EG) Nr. 852/2004, 853/2004 en Verordening (EG) Nr. 178/2002. Het COKZ houdt toezicht op de zuivelproductie en is bevoegd om exportcertificaten te verstrekken.

Indien een bedrijf zuigelingenvoeding uit Nederland wil exporteren dan kan het importerende land, in casu China, om exportcertificaten vragen. Om een certificaat te krijgen moet de aanvrager van exportcertificaten aan eisen voldoen. In de regel worden alleen aan gevestigde partijen (zoals producenten) certificaten afgegeven, omdat alleen deze bedrijven aan de gestelde eisen kunnen voldoen.

Directe export naar China

Zuigelingenvoeding geproduceerd voor directe export voldoet aan de samenstellingseisen voor de Chinese markt. Deze samenstellingseisen wijken af van de samenstellingeisen voor de Nederlandse (Europese) markt, onder andere een hoger eiwitgehalte. China stelt voor de import van zuigelingenvoeding uit Nederland exportcertificaten verplicht. Uit beschikbare gegevens van de NVWA blijkt dat producenten exportcertificaten hebben aangevraagd én gekregen.

In de periode van 1 januari 2012 t/m 30 april 2013 zijn 560 zendingen zuigelingenvoeding (bestemd voor zuigelingen van 0–1 jaar) naar China vertrokken. Het betreft netto ongeveer 21.600.000 kg. Er zijn bij deze bevindingen geen onregelmatigheden aangetroffen.

Indirecte export

Bij indirecte export naar China is sprake van export van zuigelingenvoeding die geproduceerd is voor de Nederlandse markt maar die indirect (via tussenhandelaren) toch terechtkomt in China/Hongkong. Voor wat betreft samenstelling voldoet die zuigelingenvoeding niet volledig aan de Chinese eisen.

Het COKZ heeft aan de tussenhandelaren geen exportcertificaten verstrekt, derhalve is het exportvolume niet vast te stellen. Bovenstaand beeld over de indirecte export en de rol van tussenhandelaren daarbij is ook door een van de producenten van zuigelingenvoeding bevestigd. De NVWA is tijdens inspectiewerkzaamheden geconfronteerd met één tussenhandelaar die bezig was met de indirecte export van zuigelingenvoeding die geproduceerd is voor de Nederlandse markt. Daarnaast kreeg de NVWA zes meldingen over personen die handelen in zuigelingenvoeding. In twee gevallen heeft de Douane de NVWA geïnformeerd over indirecte export. Er zijn geen belemmeringen vanuit Nederland om deze voeding te exporteren. De belemmeringen liggen aan Chinese zijde vanwege de eisen die het land stelt aan de import.

Vervolg

Op basis van de aanwezige informatie is er geen sprake van overtredingen van de in Nederlandse geldende wet- en regelgeving, maar mogelijk wel in China. Het is de verantwoordelijkheid van de Chinese autoriteiten om actie te ondernemen wanneer een bedrijf of tussenhandelaar zuigelingenvoeding in China wil importeren die niet voldoet aan de Chinese samenstellingseisen of niet is voorzien van de door China verplicht gestelde certificaten. Daarom blijf ik de mij beschikbare informatie over de indirecte export ter beschikking stellen van de Chinese invoerautoriteiten en zo nodig met China in overleg treden. Indien nieuwe ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, zal ik u hiervan op de hoogte stellen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven