31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2011

De Stichting van de Arbeid heeft mij op 16 december 2010 een brief gestuurd over het advies «Zicht op werk» van de commissie werkscholen. Naar aanleiding van deze brief is er telefonisch contact geweest tussen het ministerie en de secretaris van de Stichting van de arbeid. Op 21 januari jongstleden heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mij verzocht om een afschrift van de antwoordbrief aan de Stichting van de Arbeid. Bijgaand stuur ik u een kopie van de brief (zie bijlage).

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Bijlage

Aan de Stichting van de arbeid

Den Haag, 4 maart 2011

Allereerst wil ik u bedanken voor uw betrokkenheid bij de werkschool en de jongeren uit het speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en mbo1. Het succes van de werkschool en de slagingskans van deze jongeren op de arbeidsmarkt staat of valt met betrokkenheid van werkgevers, professionals en collega’s op de werkvloer. Ik ben daarom ook zeer verheugd dat u in uw brief aangeeft een actieve rol te willen spelen bij eventueel op te zetten pilots.

In deze brief schets ik kort hoe ver we op dit moment staan met de werkschool en hoe het proces er voor de komende maanden uit zal zien.

In uw brief constateert u terecht dat de stap naar de arbeidsmarkt voor veel jongeren soms nog moeizaam verloopt. Dit kan komen doordat het onderwijs aan deze jongeren nog te weinig gericht is op arbeid, of doordat de begeleiding naar en op de arbeidsplek onvoldoende is. De afgelopen jaren zijn mede naar aanleiding van het door u genoemde SER advies «Meedoen zonder beperkingen» al flinke stappen gezet in de arbeidstoeleiding van deze jongeren. Het praktijkonderwijs heeft de afgelopen jaren een kwaliteitsslag doorgemaakt en is steeds beter in staat om hun leerlingen te plaatsen op de arbeidsmarkt. Ook in het speciaal onderwijs is de focus op werk steeds duidelijker zichtbaar. Het wetsvoorstel «kwaliteit speciaal onderwijs» structureert bijvoorbeeld het voortgezet speciaal onderwijs in drie mogelijke uitstroomprofielen: naar vervolgonderwijs, naar arbeid of naar dag besteding. De leerlingen in het uitstroomprofiel arbeid krijgen daarbij alle voorbereiding die nodig is om de stap naar de arbeidsmarkt te maken.

De arbeidsvoorbereiding en zeker de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt kan echter op heel veel plekken nog beter. Het concept werkschool kan de reeds ingezette verbeteringen versnellen. Scholen committeren zich bijvoorbeeld aan een kwaliteitsstandaard en krijgen daarvoor in ruil een groot netwerk van werkgevers. Daarnaast is de regionale makel- en schakelfunctie een duidelijk aanspreekpunt voor lokale werkgevers. Ook zij worden «ontzorgd» zodat zij hun mogelijke aarzelingen ten aanzien van deze jongeren overwinnen.

De doelstelling van de werkschool wordt door mij en mijn collega’s van SZW, VWS en V&J dan ook zeker omarmd. Om daadwerkelijk tot werkscholen te komen is het echter noodzakelijk om een duidelijk beeld te hebben van de taken, verantwoordelijkheden en activiteiten van de werkschool en alle betrokken actoren. Wij hebben daarom dhr. Kamps (voorzitter van de Commissie Werkscholen) gevraagd een projectvoorstel te schrijven voor het opstarten van een aantal werkscholen vanaf het schooljaar 2011/2012. Daarbij worden op lokaal/regionaal niveau ook direct betrokken actoren geconsulteerd. Het zou goed zijn om in het kader van het projectvoorstel ook afspraken te maken over uw betrokkenheid bij de ontwikkeling van de werkschool. Ik heb dhr. K. gevraagd hierover met u contact op te nemen. Het projectvoorstel zal in maart gereed zijn. Vervolgens zullen wij als kabinet een verder besluit nemen over het starten van werkscholen. Daarbij staat buiten kijf dat een werkschool alleen gestart kan worden als er in een regio commitment bestaat bij alle betrokken actoren (scholen, werkgevers, gemeenten, UWV en zorg) over het doel en de vorm van de werkschool.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven