31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 76 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2010

Naar aanleiding van het algemeen overleg over het mbo op 10 maart jl. heeft u op 16 maart motie 31 524, nr. 53 aangenomen. Met deze motie vraagt u mij de MBO Raad op te roepen ervoor te zorgen dat de roc's maatregelen nemen om achterstanden bij studenten in zeer zwakke opleidingen weg te werken. Deze motie sluit aan op de toezegging die ik heb gedaan tijdens het algemeen overleg op 10 februari jl. waarin ik aangeef over deze maatregelen in overleg te gaan met de MBO Raad. Met deze brief informeer ik u over de uitvoering van deze toezegging en uw motie.

Studenten in zeer zwakke opleidingen

Bij een zeer zwakke opleiding gaat het om een opleiding waarvan het onderwijsproces niet op orde is én de opbrengsten niet voldoen aan de gestelde normen. Op dit moment gaat het om 38 opleidingen met ruim 3 000 studenten. In totaal kent de bve-sector ruim 11 000 opleidingen met circa 500 000 studenten. Elke zeer zwakke opleiding is er één teveel. Studenten in deze opleidingen krijgen kwalitatief onvoldoende onderwijs en met onvoldoende resultaat.

Overleg MBO Raad

Ik heb over uw motie uitvoerig contact gehad met de MBO Raad. De MBO Raad heeft op mijn verzoek zijn leden benaderd die op de website van de inspectie op het overzicht van onvoldoende opleidingen genoemd worden. Deze instellingen gaven aan diverse maatregelen te nemen en ook al hebben genomen. Verbeteringen zijn volgens de MBO Raad bij alle betrokken instellingen in gang gezet. Deze zullen volgens deze instellingen bij een heronderzoek van de inspectie leiden tot een voldoende voor het onderwijsproces. Verbetering van het rendement kan pas op de langere termijn worden aangetoond.

Voorbeelden van genomen maatregelen

Waar het bijvoorbeeld gaat om onvoldoende (stage)begeleiding hebben scholen gezorgd voor betere afspraken met de teams over de minimale vereisten en zijn er ook personele maatregelen getroffen om tot betere teams te komen, zodat ook aan die eisen kan worden voldaan. Deze afspraken zijn niet alleen besproken met de betrokken docenten, maar ook met de studenten. De instellingen geven aan dat uit gesprekken blijkt dat deze inzet op goede afspraken en duidelijke planning leidt tot een grotere tevredenheid onder docenten en studenten.

In die gevallen waarin op onderdelen te weinig onderwijs is verzorgd, is dat besproken met de betrokken studenten en zijn afspraken gemaakt over een inhaalslag. Vaak gaat het daarbij om individuele gesprekken met studenten over maatwerk om tot een goede afronding van de opleiding te komen.

Instellingen hebben actief informatie verschaft aan de betrokken studenten en hun ouders. Voor de ouders is dat meestal gebeurd tijdens een informatieavond en voor de studenten vaak door klassikale en individuele gesprekken. Tijdens die gesprekken is uitgelegd hoe de inspectie tot het oordeel «zeer zwak» is gekomen en wat de instelling/opleiding doet of gaat doen om de kwaliteit zo snel mogelijk te verbeteren. Instellingen hebben toegezegd de ouders over de verdere voortgang te zullen informeren. Ook op open dagen voor het komende studiejaar is aan bezoekers de nodige uitleg gegeven. Scholen geven aan dat ouders de concrete informatie waarderen. Het stelt hen in elk geval gerust.

Daarnaast geven instellingen aan dat zij de drempel voor het indienen van klachten door studenten willen verlagen. Een bewijs daarvan is dat inmiddels op een groot aantal van de betrokken scholen een leerlingenpanel is ingesteld.

Netwerkoverleg MBO Raad

De MBO Raad heeft mij toegezegd in zijn netwerkoverleg de mogelijke maatregelen voor studenten in zeer zwakke opleidingen nogmaals onder de aandacht te brengen.

Inspectie

Opleidingen van onvoldoende onderwijskwaliteit staan onder geïntensiveerd toezicht van de inspectie, waarbij na een jaar een onderzoek naar kwaliteitsverbetering plaatsvindt. Bij zeer zwakke kwaliteit moet de instelling altijd een plan van aanpak voor de verbeteringen opstellen. De inspectie monitort tussentijds de voortgang hiervan en zij meldt onvoldoende kwaliteit direct aan mij, zodat ik de betrokken instelling kan waarschuwen. Als na deze verbeterperiode van één jaar de tekortkomingen zijn hersteld, valt de opleiding weer onder het basistoezicht. Mocht blijken dat zowel de opbrengsten als het onderwijsproces opnieuw van onvoldoende kwaliteit zijn, dan zal ik niet aarzelen de onderwijslicentie in te trekken. In uitzonderingsgevallen kan ik hiervan afwijken, bijvoorbeeld bij unieke opleidingen of ingeval van grote consequenties bij kleine instellingen.

Studenten

Studenten kunnen ook zelf actie ondernemen door in gesprek te gaan met hun instelling. Studenten kunnen gebruik maken van de klachtenregeling binnen de eigen instelling. Als ze vervolgens geen of niet voldoende gehoor krijgen kunnen ze hun klacht indienen via de Ombudslijn mbo. De Ombudslijn mbo heeft tot nu toe in totaal 128 klachten ontvangen, waarvan het overgrote deel inmiddels naar tevredenheid van de indieners door de instelling is afgehandeld. In de startmaand april zijn er 60 klachten ingediend, in mei 22 klachten, in juni 26 klachten, in de vakantiemaand juli 15 klachten en in augustus tot nu toe 4 klachten. Op mijn verzoek zal MBO 2010 de Ombudslijn mbo bij de start van het nieuwe schooljaar opnieuw onder de aandacht brengen bij studenten.

Als de instelling haar verplichtingen zoals neergelegd in de onderwijs-overeenkomst niet nakomt, kan een student in het uiterste geval naar de rechter stappen. De student zal dan eerst de instelling in gebreke moeten stellen en kan (indien nog mogelijk) daarna nakoming van die verplichtingen eisen óf schadevergoeding bij de rechter vorderen. De rechter zal toetsen of sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de onderwijsovereenkomst door de instelling. In het verleden is het reeds enkele keren voorgekomen dat studenten schadeclaims hebben ingediend met succesvol resultaat.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven