31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 71 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 augustus 2010

Bij het debat over de voorjaarsnota 2009 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 101) heb ik u toegezegd het reisgedrag van minderjarige mbo’ers nader te onderzoeken.

Inmiddels is dit onderzoek uitgevoerd door het onderzoeksbureau Ecorys. Het onderzoek heeft zich gericht op het feitelijk reisgedrag en de reismotieven van minderjarige mbo’ers. Het onderzoeksrapport stuur ik u hierbij.1

De belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn:

  • 64% van de minderjarige bol-deelnemers reist doorgaans met het OV.

  • Voor 19% van de minderjarigen zijn kosten de belangrijkste overweging bij de keuze voor een vervoersmodaliteit.

  • De reiskosten bedragen gemiddeld € 75 per maand, € 104 voor de deelnemers die met het OV reizen.

  • Voor 5% van de minderjarigen vormen de reiskosten de belangrijkste reden voor de schoolkeuze. Ongeveer 13% van de minderjarigen zou voor een andere school kiezen als deze kosten vergoed worden. In de vier grote steden is de groep die een andere school zou kiezen groter dan elders in het land.

In de schoolkostenmonitor, die eerder naar uw Kamer is gestuurd (kamerstuk 32 123 VIII, nr. 146), is ook naar de reiskosten van mbo’ers gekeken. Daarbij zijn echter niet uitsluitend minderjarige mbo’ers ondervraagd. Het huidige onderzoek is betrouwbaarder dan de schoolkostenmonitor op dit gebied. De uitkomsten van de schoolkostenmonitor zijn niet wezenlijk anders dan die in dit onderzoek.

Vanwege de demissionaire status van het kabinet verbind ik geen beleidsmatige conclusies aan het onderzoek.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven