31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 500 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2021

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel «versterken positie mbo-studenten» (Kamerstuk 35 252)1 heb ik uw Kamer, en specifiek het lid Bisschop (SGP), toegezegd na te gaan welke (wettelijke) maatregelen er nodig en mogelijk zijn om te voorkomen dat studenten de dupe worden van uitschrijvingen met terugwerkende kracht. Via deze brief kom ik deze toezegging na.

Proces van in- en uitschrijvingen

Allereerst licht ik kort toe hoe het in- en uitschrijfproces er in het mbo en hoger onderwijs uitziet.

Mbo

Het mbo kent een doorlopende inschrijving: als een student zich voor het eerste jaar van z’n studie inschrijft, blijft hij automatisch ingeschreven tot het einde van de studie. Bij afstuderen (of in situaties waarin de student stopt met de opleiding) schrijft de mbo-instelling de student uit. De mbo-instelling heeft na de «diplomadatum», de datum waarop de examencommissie vaststelt dat de student is geslaagd, wettelijk gezien zeven dagen de tijd om dit door te geven aan het Register Onderwijsdeelnemers, dat DUO beheert.

Omdat in het mbo de instelling de uitschrijving verzorgt (en niet de student zelf), is het extra belangrijk dat mbo-studenten weten wat hun diplomadatum is. Kort na de diplomadatum vervalt immers het recht op studiefinanciering (als hij niet verder gaat studeren in het hoger onderwijs), waarvan het studentenreisproduct ook onderdeel is. Daarom heb ik, samen met de MBO Raad, de afgelopen jaren mbo-instellingen opgeroepen om afstuderende studenten zo goed mogelijk te informeren over deze diplomadatum en het feit dat ze daarna geen recht meer hebben op studiefinanciering en dat ze dus hun studiefinanciering moeten beëindigen en hun studentenreisproduct moeten stopzetten.

Hoger onderwijs

Het bekostigd hoger onderwijs kent geen doorlopende inschrijving: daar moeten studenten zich elk jaar zelf opnieuw inschrijven bij de instelling. In het bekostigd hoger onderwijs moet de student bij uitschrijving vóór 31 augustus zelf via Studielink aan de hogeschool of universiteit het verzoek tot uitschrijving doen. De instelling geeft dit vervolgens door aan DUO. Daardoor hebben studenten in het hoger onderwijs zelf in de hand wanneer de instelling hen uitschrijft en wanneer als gevolg daarvan hun recht op studiefinanciering en het studentenreisproduct eindigt. De student is, net als in het mbo, zelf aan zet om het studentenreisproduct ook daadwerkelijk stop te zetten bij een ophaalautomaat.

Nadat de student aan de eisen voor diplomering heeft voldaan, heeft de hoger onderwijsinstelling op basis van de Regeling register onderwijsdeelnemers momenteel acht weken de tijd om diploma’s en uitschrijvingen door te geven aan het Register Onderwijsdeelnemers, dat DUO beheert.

Risico’s voor terugvordering van studiefinanciering en ov-boetes

Het moment van uitschrijving kan risico’s met zich meebrengen voor het ontstaan van terugvorderingen van studiefinanciering en/of ov-boetes. Studiefinanciering wordt teruggevorderd op het moment dat een student onterecht studiefinanciering heeft ontvangen. Een ov-boete wordt opgelegd als een student met het studentenreisproduct heeft gereisd nadat hij daar geen recht meer op had.

Als DUO weet wanneer iemands recht op studiefinanciering afloopt, informeert DUO de student hier actief over en wijst DUO de student expliciet op het belang van het tijdig beëindigen van de studiefinanciering en stopzetten van het studentenreisproduct. Op die manier kunnen immers terugvorderingen en ov-boetes worden voorkomen. DUO kan echter pas daadwerkelijk vaststellen dat een student is uitgeschreven, wanneer een onderwijsinstelling de uitschrijving via het Register Onderwijsdeelnemers aan DUO heeft doorgegeven.

Wanneer DUO bij ontvangst van de uitschrijfgegevens constateert dat een student al een tijd is uitgeschreven en in de tussentijd onterecht studiefinanciering of een studentenreisproduct heeft ontvangen, dan is het de wettelijke taak van DUO om met terugwerkende kracht de studiefinanciering te beëindigen. Daardoor worden studenten geconfronteerd met terugvorderingen en ov-boetes. Kortweg kan dit in twee situaties voorkomen:

  • 1. de onderwijsinstelling schrijft de student met terugwerkende kracht uit (als een inschrijving in strijd met de wet tot stand is gekomen; of als een student daar zelf om verzoekt).

  • 2. de onderwijsinstelling geeft de uitschrijving traag door, waardoor DUO pas laat constateert dat onterecht studiefinanciering is verstrekt. Zoals hierboven is toegelicht hebben mbo-instellingen hier zeven dagen de tijd voor en hoger onderwijsinstellingen acht weken.

In het (audit)onderzoek rondom de effectiviteit van de ov-boetemaatregelen dat ik juni vorig jaar aan uw Kamer heb gestuurd,2 kwam naar voren dat een deel van de ov-boetes die in 2019 zijn opgelegd, werd veroorzaakt doordat onderwijsinstellingen relatief laat in- en uitschrijfgegevens van studenten doorgeven aan DUO. Daarom heb ik in mijn beleidsreactie op dit onderzoek aangegeven dat ik de mbo- en hoger onderwijsinstellingen op ging roepen DUO zo snel als mogelijk te voorzien van accurate in- en uitschrijfgegevens.

Geen verbod op uitschrijven met terugwerkende kracht

Het zou niet zo mogen zijn dat studenten vanwege trage administratie door onderwijsinstellingen met terugvorderingen of ov-boetes te maken krijgen. Ik tref daarom ook maatregelen om dit tegen te gaan. Tijdens de eerdergenoemde Kamerbehandeling op 3 maart 2020 stelde het lid Bisschop (SGP) de vraag of een verbod op uitschrijven met terugwerkende kracht een passende maatregel zou zijn. Na deze vraag te hebben onderzocht, kom ik tot de conclusie dat een dergelijk verbod een te rigoureuze maatregel is, waar veel nadelen aan kleven. Uitschrijven met terugwerkende kracht is namelijk de enige manier om op te kunnen treden tegen inschrijvingen die in strijd met de wet tot stand zijn gekomen. Van dit soort inschrijvingen is bijvoorbeeld sprake als na inschrijving blijkt dat een student foutieve informatie heeft verstrekt of dat een student niet aan de toelatingseisen voldoet. In die gevallen is het goed dat de student met terugwerkende kracht kan worden uitgeschreven. Gebeurt dat niet, dan ontvangt de onderwijsinstelling in strijd met de wet bekostiging, en kan de student in strijd met de wet studiefinanciering en eventueel een studentenreisproduct ontvangen.

Andere maatregelen om te voorkomen dat studenten de dupe worden

Om terugvorderingen van studiefinanciering en ov-boetes bij studenten zoveel mogelijk te voorkomen, heb ik besloten enkele andere maatregelen te treffen.

1. Mbo- en hogeronderwijsinstellingen blijven oproepen DUO zo snel mogelijk te voorzien van accurate in- en uitschrijfgegevens van studenten

Zoals ik hierboven beschreef, heb ik naar aanleiding van het eerste (audit)onderzoek naar de effectiviteit van de ov-boetemaatregelen, mbo- en hoger onderwijsinstellingen opgeroepen DUO zo snel als mogelijk te voorzien van accurate in- en uitschrijfgegevens. Deze oproep is het afgelopen jaar gedaan via de MBO Raad, de VH en de VSNU. Gezien het belang van dit onderwerp, zal ik deze oproep periodiek blijven doen.

2. Verkorten termijn van acht weken in het hoger onderwijs, indien uitvoeringstechnisch mogelijk

Daarnaast vindt op dit moment een impactanalyse plaats om vast te stellen of, en zo ja, wanneer de bovengenoemde huidige aanlevertermijn van acht weken in het hoger onderwijs, kan worden verkort. Deze aanlevertermijn hangt onder andere samen met nakijktermijnen van tentamens en met de besluitvorming van de examencommissies over de graadverlening. Ik wil voorkomen dat een wijziging van de aanlevertermijn tot ongewenste effecten in de uitvoering leidt en zal uw Kamer in januari informeren over de mogelijkheid om de aanlevertermijn te verkorten.

3. DUO maatwerk laten toepassen, zodat zij opgelegde ov-boetes als gevolg van trage administratie kan kwijtschelden

Via een aanpassing van de ICT-systemen van DUO direct en automatisch voorkomen dat er ov-boetes worden opgelegd als deze het gevolg zijn van een vertraagde administratie bij de onderwijsinstelling, zou aanpassing van het Register Onderwijsdeelnemers en van interne aanlever- en uitvoeringsprocessen van DUO vergen. De inschatting daarbij is dat het om forse aanpassingen zou gaan. Mede gezien de zeer omvangrijke opgaven waar DUO het komende jaar voor staat, heb ik gekozen voor een alternatief dat uitvoeringstechnisch minder impact heeft, en tegelijkertijd goed aansluit op de lessen die getrokken zijn uit de het traject Werk aan Uitvoering. Het alternatief houdt in dat als een student zich bij DUO meldt, DUO de ov-boete kwijtscheldt als DUO (met bewijs van de student) vaststelt dat de ov-boete inderdaad het gevolg is van trage administratie van de onderwijsinstelling. Het streven is dat DUO deze werkwijze in 2022 implementeert. Als gevolg van het feit dat het werkpakket van DUO voor 2022 nog niet is samengesteld en geprioriteerd (en nog niet duidelijk is wat de impact van een nieuw Regeerakkoord op dit werkpakket zal zijn), kan ik op dit moment niet aangeven wanneer in 2022 dit het geval zal zijn.

4. DUO contact op laten nemen met instellingen die vaak studenten met terugwerkende kracht uitschrijven of uitschrijvingen traag doorgeven

Een andere maatregel is dat DUO vanaf 2022 contact zal opnemen met de onderwijsinstellingen waarvan DUO na analyse vaststelt dat zij relatief vaak studenten met terugwerkende kracht uitschrijven of niet binnen de bovengenoemde geldende aanlevertermijn. DUO zal de betreffende onderwijsinstellingen dan wijzen op dit gegeven en de negatieve gevolgen die dit voor studenten kan hebben. Ook voor deze maatregel geldt dat ik op dit moment niet kan aangeven wanneer in 2022 dit het geval zal zijn.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Handelingen II 2019/20, nr. 58, item 25

X Noot
2

Kamerstuk 23 645, nr. 721

Naar boven