Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 augustus 2020
Middels uw brief van 3 juli 2020 verzoekt de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap mij te reageren op de brief die u ontvangen heeft van de heer H. In
deze brief vraagt de heer H. aandacht voor het weigeren van een school voor voortgezet
onderwijs (in dit geval het Veenlanden College te Mijdrecht) om zijn dochter uit te
besteden aan de vwo afdeling van het volwassenonderwijs (hierna: vavo).
Uit de brief maak ik op dat er verschil van inzicht bestaat tussen de opvatting van
de heer H. en de betreffende VO-school over het doorstromen van de havo naar het vwo.
Het staat mij niet om op dit verschil van inzicht in te gaan. Wel kan ik u de regels
omtrent doorstroom en uitbesteding aan het vavo schetsen. Ten slotte ga ik in op de
Wet gelijke kansen op doorstroom naar havo en vwo.
Om te beginnen kan het voor leerlingen wenselijk zijn om na het behalen van een diploma,
een hoger diploma te halen op het vavo. Bijvoorbeeld van havo naar vwo. Als de leerling
nog geen 18 jaar is, of 18 jaar wordt in het schooljaar van aanvang, dan mag de leerling
niet zelfstandig ingeschreven worden. Wel mag de leerling in dat geval worden uitbesteed
van een vo-school naar het vavo. De vo-school blijft dan verantwoordelijk, voor bijvoorbeeld
verzuim, maar het onderwijs wordt verzorgt door het vavo. Hier ligt een samenwerkingsovereenkomst
ten grondslag tussen de vo-school en de vavo-instelling.
Deze uitbesteding door de vo-school is niet afdwingbaar door een ouder. Net als bij
toelating op de reguliere school, moet ook bij uitbesteding door de vo-school een
afweging worden gemaakt of de uitbesteding kansrijk is en daardoor in het belang van
de leerling. Niemand wil te voorkomen teleurstellingen en ervaringen van falen bij
leerlingen. Als de leerling meerjarig is en zich direct aanmeldt bij een vavo-instelling,
zal die instelling bij de intake ook serieus naar de kans op slagen kijken. Gelukkig
zie ik dat vo-scholen en vavo-instellingen deze rol serieus vervullen en ontvang ik
weinig tot geen klachten hierover. Echter, de brief van de heer H. is een voorbeeld
waarin de inschatting van de vo-school toch onjuist bleek. De betreffende leerling
heeft immers een vwo-diploma behaald.
De situatie zoals beschreven in de brief van H. is dan ook een voorbeeld waarom de
positie van leerlingen voor doorstroom verder wordt versterkt. Per 1 augustus 2020
treden namelijk de Wet gelijke kans op doorstroom naar havo en vwo en de onderliggende
amvb in werking. Hierin wordt geen voorwaarde opgenomen voor de doorstroom van havo
naar vwo. Deze wordt dus drempelloos. Vanaf 1 augustus 2020 moeten leerlingen met
een havo-diploma dan ook worden toegelaten tot het vwo, behalve wanneer er sprake
is van capaciteitsgebrek of indien de school de leerling op basis van de richting
mag weigeren.
Bij deze hoop ik u voldoende te hebben geïnformeerd als reactie op uw verzoek.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob