31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 359 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2018

Tijdens het algemeen overleg over examens in het voortgezet onderwijs op 7 februari 2018 (Kamerstukken 31 289, 30 079 en 31 293, nr. 361) hebben verschillende Kamerleden vragen gesteld over examencontracten in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo).

Zowel de Minister van OCW als ikzelf achten deze examencontracten zowel onaanvaardbaar als onwettig.

Signalen

In de weken voorafgaand aan het algemeen overleg hebben verschillende Kamerleden het signaal gekregen dat vavo-kandidaten van een specifieke mbo-instelling prestatiecontracten voorgelegd krijgen op basis waarvan ze bij tegenvallende schoolexamenresultaten uitgesloten kunnen worden van deelname aan het centraal examen. Dit signaal is ons eveneens ter ore gekomen. Zowel de MBO Raad als het Landelijk netwerk van vavo-scholen benadrukken dat de inzet van examencontracten niet op brede schaal plaatsvindt in het vavo.

Mijn voorganger heeft u in het najaar van 2016 laten weten dat examencontracten in het voortgezet onderwijs onaanvaardbaar en illegaal zijn.1Tijdens het bovengenoemde algemeen overleg heb ik dit nogmaals expliciet benadrukt.2

Examencontracten zijn echter ook in zowel het middelbaar beroepsonderwijs als het vavo uit den boze. Hierbij bestaat geen onderscheid tussen vo-leerlingen die uitbesteed zijn aan het vavo (Rutteleerlingen) en studenten die rechtstreeks ingeschreven zijn op het vavo (Rijksbekostiging).

Onderwijsovereenkomst

Bij de intake van elke vavo-student wordt bepaald of de student ingeschreven kan worden, en zo ja, voor welke opleiding: vmbo theoretische leerweg, havo of vwo. Een vavo-instelling kan daarbij zelf bepalen welke toelatingseisen gelden. Het uitgangspunt is hierbij dat de student een reële kans van slagen heeft om de betreffende opleiding succesvol af te ronden. Als de student eenmaal de onderwijsovereenkomst (OOK)3 ondertekend heeft, is de vavo-instelling verantwoordelijk om hem adequaat onderwijs en passende begeleiding te bieden. De instelling stelt daarnaast de student in staat om deel te nemen aan de examens. De student dient op zijn beurt de lessen te bezoeken, zijn huiswerk te maken en deel te nemen aan de onderwijs- en begeleidingsactiviteiten. In onderling overleg kan de onderwijsovereenkomst aangepast worden als de student bijvoorbeeld meer of minder vakken wil volgen. De student kan zelf het besluit nemen om de studie of onderdelen daarvan voortijdig te beëindigen. Het is echter niet toegestaan dat de instelling vanwege tegenvallende resultaten eenzijdig besluit om een student deelname te ontzeggen aan schoolexamen- of centraalexamenonderdelen.

Mocht een instelling op eigen initiatief een besluit willen nemen tot beëindiging van de onderwijsovereenkomst met een student, dan kan dat alleen op grond van de voorwaarden die de instelling in de onderwijsovereenkomst heeft opgenomen. Die voorwaarden moeten opgenomen zijn in een deelnemersstatuut. Deze voorwaarden moeten zijn voorgelegd aan de Studentenraad van de betreffende instelling.

Vervolg

Op korte termijn informeren het Ministerie van OCW, de MBO Raad en het vavo-netwerk gezamenlijk alle instellingen voor volwassenenonderwijs dat examencontracten onaanvaardbaar en onwettig zijn.

Mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 31 289, nr. 339.

X Noot
3

MBO Raad, Servicedocument onderwijsovereenkomst 2016–2017 (www.mboraad.nl).

Naar boven