31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 340 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2017

In september 2016 hebben onze ambtsvoorgangers uw Kamer geïnformeerd over de plannen en ambities op het gebied van versterking van loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB).1 In deze brief geven wij aan welke stappen het afgelopen jaar zijn gezet om loopbaanoriëntatie en -begeleiding in het onderwijs te verbeteren. Aansluitend daarop zullen wij ingaan op de invulling van de motie van het oud-Kamerlid Duisenberg c.s., waarin de Kamer verzoekt om in samenspraak met betrokken organisaties te komen tot landelijke normen waaraan loopbaanbegeleiding, studievoorlichting en studiekeuzeactiviteiten minimaal moeten voldoen.2 Uw Kamer heeft verzocht om de uitwerking van deze motie nog voor de plenaire begrotingsbehandeling OCW 2017 met de Kamer te delen.3 In de bijlage4 treft u de afspraken aan die de partijen in het vo, mbo en ho hebben opgesteld als uitwerking op de betreffende motie.

Aandacht voor LOB in het onderwijs is vergroot

Het is een taak van het onderwijs om leerlingen en studenten te helpen zich optimaal te ontwikkelen en hen goed voor te bereiden op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. LOB speelt daarbij een belangrijke rol. LOB helpt jongeren te ontdekken wie ze zijn, waar hun talenten en motivatie liggen en ondersteunt bij de oriëntatie op een toekomstig beroep en passende studie. Het belang van goede LOB staat dan ook buiten kijf.

De afgelopen jaren zijn onderwijsinstellingen, docenten, decanen, loopbaanbegeleiders, de sectorraden, jongeren- en studentenorganisaties, de overheid en andere betrokkenen erin geslaagd om de aandacht voor LOB te vergroten. We zien dat LOB een plek heeft gekregen in het onderwijs. Beleidsmaatregelen, zoals het wettelijk verankeren van LOB in het onderwijs van het vmbo en mbo en het opnemen van LOB in het toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs, hebben hier aan bijgedragen. De VO-Raad en MBO Raad hebben aansluitend hierop de handen ineen geslagen voor de opzet van het Expertisepunt LOB, dat sinds juli dit jaar operationeel is. Het Expertisepunt ondersteunt vo- en mbo scholen bij de vormgeving en implementatie van hun LOB beleid. Het Expertisepunt krijgt financiering van het Ministerie van OCW.

Bezoek Inspectie aan Metameer

In het kader van het vernieuwde toezicht heeft de inspectie een bezoek gebracht aan de middelbare Jenaplanschool Metameer (Boxmeer, vmbo). Bijzondere aandacht ging daarbij uit naar LOB: «Als inspectie waren we onder de indruk van de wijze waarop het team het loopbaanleren in de afgelopen jaren heeft vormgegeven. Vanuit een duidelijke visie op LOB is een doorlopende LOB-leerlijn van klas 1 t/m 4 ontwikkeld, met veel aandacht voor stage en praktijkvorming. Het loopbaanleren heeft een centrale plek in het curriculum van de school», aldus de inspecteur die de school bezocht.

Daarnaast heeft de invoering van de studiekeuzecheck in het hoger onderwijs ertoe geleid dat leerlingen en studenten op het havo, vwo en mbo zich beter oriënteren en bewuster een keuze maken voor een bepaalde opleiding. Door het ondernemen van verschillende activiteiten, zoals het bezoeken van open dagen, meedoen aan meeloopdagen en proefstuderen, krijgen studenten een beter beeld van de opleiding. De studiekeuzecheck geeft studenten de mogelijkheid om het beeld dat ze hebben van de opleiding te toetsen en op basis daarvan met een opleiding te starten. De studiekeuzecheck zorgt ervoor dat studenten een sterkere binding met hun opleiding ervaren en bovendien is er de indicatie dat de studiekeuzecheck uitval kan verminderen.5

Naast de studiekeuzecheck worden ook andere activiteiten omtrent de studiekeuze en beroepsoriëntatie georganiseerd door scholen en instellingen. Voor het onder de aandacht brengen en organiseren van deze activiteiten zien we dat steeds meer scholen en instellingen samenwerken in de regio. We zien mooie samenwerkingsverbanden tussen het vo, mbo en ho, waar men de gezamenlijke verantwoordelijkheid deelt voor de begeleiding op de overgangen tussen de onderwijssectoren. Om deze regionale samenwerking te ondersteunen en stimuleren, stellen wij voor de periode 2018 – 2021 een bedrag van € 32,1 miljoen beschikbaar.6 Scholen kunnen in deze samenwerking gebruik maken van doorstroomgegevens om te bezien waar nog kansen liggen voor verbetering. Het Nationaal Cohortonderzoek Nederland (NCO) heeft hiertoe alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs rapportages gestuurd over de prestaties van hun leerlingen in het vervolgonderwijs.

Ruimte voor diversiteit

Scholen en instellingen organiseren veel verschillende activiteiten op het gebied van LOB. De variëteit in deze activiteiten is groot. Waar de ene school speciale projectweken inricht om leerlingen te prikkelen hun LOB-vaardigheden te ontwikkelen, zien we dat een andere school hier klassikaal, bij verschillende vakken, aandacht aan besteedt. Scholen en instellingen leggen ieder hun eigen accenten in het LOB-beleid. Deze accenten worden mede bepaald door de verschillen tussen sectoren en de verschillende uitdagingen per regio. De wijze waarop scholen en instellingen uitwerking geven aan LOB is aan henzelf en die vrijheid willen we graag behouden. Voldoende ruimte zorgt ervoor dat zij de mogelijkheid hebben om in te spelen op de specifieke wensen en behoeften die er binnen de school/ instelling en haar omgeving bestaan. Bovendien zijn wij van mening dat een school of instelling het beste in staat is om te bepalen wat nodig is om leerlingen en studenten goed voor te bereiden op de toekomst.

LOB-Netwerkweken bij SintLucas

In het kader van LOB organiseert de mbo-instelling SintLucas netwerkweken, waarin studenten aan de slag gaan met een maatschappelijk relevante opdracht. Studenten leren hierbij hun eigen drijfveren en kwaliteiten kennen en tevens hoe zij een netwerk kunnen opbouwen en inzetten. Naast de ontwikkeling van de vijf loopbaancompetenties zijn leerdoelen verbonden met de onderdelen burgerschap en het kennismaken met de beroepspraktijk. Deze integrale manier van werken bij SintLucas sluit aan bij hun uitgangspunten creativiteit, ondernemerschap, praktijk, technologie en persoonlijke ontwikkeling.

Uitdagingen LOB

Tegelijkertijd brengt de vrijheid van scholen een uitdaging met zich mee, namelijk de borging van de kwaliteit van LOB. Zo geven jongeren- en studentenorganisaties aan dat zij niet bij elke school tevreden zijn over de kwaliteit van de begeleiding en het aantal aangeboden studiekeuzeactiviteiten. Met name wanneer LOB wordt gezien als iets aparts, dat «bovenop» andere ambities komt, zien we dat de loopbaanbegeleiding het nog weleens verliest van andere prioriteiten binnen de school. Terwijl juist een thema als LOB logischerwijs zou moeten voortvloeien uit de visie van de school op hoe zij leerlingen/ studenten voorbereidt op de toekomst. Het vraagt om betrokkenheid en inzet van bestuurders om LOB onderdeel te laten zijn van hun eigen schoolvisie en een helder beleidsplan over hoe hier met concrete activiteiten invulling aan wordt gegeven. Voor een goede begeleiding in de overgang en voorlichting richting aankomend studenten is daarbij de betrokkenheid van het vervolgonderwijs van groot belang. Daarnaast is de professionalisering van decanen, loopbaanbegeleiders en docenten op het gebied van LOB een belangrijk aandachtspunt. Het goed begeleiden van leerlingen en studenten in hun persoonlijke ontwikkeling, studiekeuze en beroepsoriëntatie vraagt om specifieke kennis en vaardigheden. Het is daarbij belangrijk dat decanen, mentoren, docenten en loopbaanbegeleiders weten wat er van hen verwacht wordt, taken ten aanzien van de begeleiding helder belegd zijn binnen de school en dat er ruimte is voor professionalisering.

Uitwerking van de motie Duisenberg

Om LOB in brede zin een stap verder te brengen is het nodig dat we bovenstaande punten oppakken. De sectorraden in het vo, mbo en ho hebben de handschoen opgenomen om hier samen met jongeren- en studentenorganisaties (LAKS, JOB, ISO, LSVb) en decanenverenigingen (NVS-NVL en VvSL) werk van te maken. Voor de sector VO en MBO hebben de partijen gewerkt aan een ambitieagenda voor de kwaliteitsverbetering van de loopbaanoriëntatie en begeleiding aan leerlingen7. In het hoger onderwijs zijn de sectorraden met de studentenorganisaties gekomen tot afspraken over de invulling en communicatie van de studiekeuzecheck. Met deze agenda’s wordt uitwerking gegeven aan de motie van het lid Duisenberg c.s., die de regering verzoekt om, in samenspraak met de betrokken organisaties, de VO-Raad en alle sectororganisaties in het vervolgonderwijs tot landelijke normen te komen waaraan loopbaanbegeleiding, studievoorlichting en studiekeuzeactiviteiten minimaal moeten voldoen.8

De agenda’s beschrijven samen waar LOB op school aan dient te voldoen en de afspraken die gelden omtrent de studiekeuzecheck. Elke agenda beschrijft wat leerlingen en studenten mogen verwachten van hun instelling en vice versa, wat de school of instelling van hun leerlingen of studenten mag verwachten. Op basis van de verschillende behoeften vanuit student- en jongerenvertegenwoordigers en de verscheidenheid in de sectoren zelf, is gekozen voor een agenda per sector, met elk hun eigen accenten. Het Ministerie van OCW heeft een faciliterende rol gehad in de gesprekken.

Ambitieagenda’s vo en mbo

Voor de afspraken in het vo is het LAKS, samen met de NVS-NVL en VvSL, in gesprek gegaan met de VO-Raad. In het mbo verliep dit gesprek tussen het JOB en de MBO Raad. Deze gesprekken hebben geresulteerd in twee ambitieagenda’s met bestuurlijke afspraken omtrent LOB, waarbij zoveel mogelijk is aangesloten op het primaire proces en de PDCA9-cyclus van de school zelf. Een integrale plek van LOB in de schoolpraktijk zal niet alleen ten goede komen aan de kwaliteit, maar geeft de school ook de ruimte dit te koppelen aan reeds bestaande thema’s en activiteiten, waarmee het de uitvoeringslasten kan beperken. Voor wat betreft het mbo onderschrijft ook de NRTO, als vertegenwoordiger van het niet-bekostigd onderwijs, het belang van de ambitieagenda voor de sector. Het Expertisepunt LOB zal scholen in het vo en mbo op verzoek ondersteunen bij de uitvoering van de ambitieagenda’s. Tevens wordt er een landelijke monitor LOB vo en mbo ingericht om de kwaliteit van LOB inzichtelijk te maken op scholen. De sectorraden, jongerenorganisaties en decanenverenigingen worden bij de inrichting betrokken, zodat zij de monitor kunnen gebruiken in hun periodieke bespreking en evaluatie van de ambitieagenda. Daarnaast zal de Inspectie van het Onderwijs bij het geheel betrokken worden, om te bezien hoe de ambitieagenda’s vo en mbo meegenomen kunnen worden in het toezicht op LOB.

Afspraken omtrent de studiekeuzecheck

Het verbeteren van de studiekeuzeproces blijft onze aandacht hebben. De introductie van de studiekeuzecheck is een belangrijke stap om de voorbereiding op het hoger onderwijs verder te verbeteren. Tot onze tevredenheid zijn de VSNU, de Vereniging Hogescholen, ISO en LSVb met elkaar tot afspraken gekomen over de invulling en communicatie van de studiekeuzecheck. De onderwijsinstellingen zullen, in samenspraak met de medezeggenschap, deze afspraken gebruiken om de studiekeuzecheck en de communicatie daarover naar aankomend studenten te verbeteren. De LSVb en ISO richten daarnaast een gezamenlijk meldpunt op waar studenten terecht kunnen met eventuele vragen en klachten rondom de studiekeuzecheck. Deze worden periodiek besproken met de sectorraden. Om het meldpunt onder de aandacht te brengen, vragen wij de hoger onderwijsinstellingen om het bestaan van dit meldpunt actief te communiceren naar (aankomend) studenten.

Bevorderen deskundigheid LOB

Parallel aan de uitvoering van de motie van het lid Duisenberg, heeft Euroguidance in opdracht van het Ministerie van OCW het afgelopen jaar gewerkt aan een raamwerk voor loopbaanbegeleiders. In het raamwerk staat beschreven wat LOB-begeleiders in verschillende lagen van de scholen idealiter zouden moeten kennen en kunnen. Het raamwerk is een servicedocument aan scholen, dat hen helpt invulling te geven aan de ambities in het vo en mbo ten aanzien van deskundige loopbaanbegeleiding. Voor het raamwerk heeft Euroguidance gebruik gemaakt van bestaande publicaties en verschillende stakeholders10 betrokken. Daarnaast heeft zij ook de opleidingen op het gebied van LOB in kaart gebracht. Hieruit blijkt een zeer rijk en divers aanbod waar loopbaanprofessionals gebruik van maken. Het opleidingenoverzicht en het raamwerk zijn te vinden op de website van het Expertisepunt LOB, die deze onder de aandacht van scholen zal brengen. Het Expertisepunt zal, in samenwerking met de NVS-NVL, VvSL en andere partijen, producten ontwikkelen die scholen helpen en stimuleren de dialoog binnen de school te voeren over de kwaliteit van de loopbaanbegeleiding.

Tot slot

We zijn goed op weg om LOB breed een belangrijke plek te geven in het onderwijs. De agenda’s die de sectorraden in samenwerking met de jongeren- en studentenorganisaties en decanenverenigingen hebben opgesteld helpen daarbij enorm. Met grote tevredenheid constateren wij dat zij zich gezamenlijk committeren aan de ambitie om tot een kwaliteitsverbetering van LOB en het studiekeuzeproces te komen. Het toont het belang aan dat deze partijen hechten aan het onderwerp en maakt inzichtelijk waar zij zich de komende jaren op willen richten. Het Ministerie van OCW heeft vertrouwen in deze afspraken, ondersteunt de sectoren bij hun ambities en blijft betrokken bij de voortgang van de ambitieagenda’s.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 31 524, nr. 301.

X Noot
2

Kamerstuk 34 550 VIII, nr. 21.

X Noot
3

Brief Commissie OCW, 2 oktober 2017.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 31 288, nr. 583.

X Noot
6

Kamerstuk 24 724, nr. 164.

X Noot
7

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
8

Kamerstuk 34 550 VIII, nr. 21.

X Noot
9

PDCA staat voor: Plan, Do, Check, Act.

X Noot
10

O.a. jongeren- en studentenorganisaties, sectorraden (VO-Raad en MBO Raad), NVS-NVL, VvSL en NOLOC, netwerken van scholen, opleiders en andere experts.

Naar boven