31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 336 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2017

Om de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) verder te verbeteren, met als doel studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt, het vervolgonderwijs en deelname aan de samenleving, heb ik voor de periode 2015 tot en met 2018 kwaliteitsafspraken met alle bekostigde mbo-instellingen gemaakt. De mbo-instellingen hebben in dit kader een kwaliteitsplan opgesteld waarin ze hebben beschreven welke acties worden ondernomen om de kwaliteit in het algemeen en op specifieke thema’s te verbeteren.

Ik heb MBO in Bedrijf gevraagd om gedurende de periode 2015 tot en met 2018 jaarlijks een gesprek te voeren met de mbo-instellingen, onder andere om de uitvoering van de acties uit de kwaliteitsplannen en de opbrengsten ervan in kaart te brengen. Voor de zomer van 2017 heeft MBO in Bedrijf de tweede gespreksronde uitgevoerd en daarover een rapportage opgeleverd. Hierbij stuur ik u deze rapportage toe1.

De mbo-instellingen zijn inmiddels ruim twee jaar bezig met de uitvoering van de acties uit hun kwaliteitsplannen. In de rapportage concludeert MBO in Bedrijf dat steeds meer mbo-instellingen thema’s uit de kwaliteitsafspraken zoals voortijdig schoolverlaten, professionalisering van onderwijzend personeel en taal en rekenen grotendeels hebben opgenomen in de reguliere kwaliteitscyclus. Zeker op het gebied van professionalisering is te zien dat steeds meer instellingen de stap zetten naar human resource management en dat hun scholingsprogramma’s op orde zijn. Er wordt ook steeds meer gewerkt met teamscholing en ingezet op kennisdeling tussen teams, bijvoorbeeld door middel van peer reviews.

MBO in Bedrijf ziet ook een fikse ontwikkeling in het aantal mbo-instellingen waar men aan de slag is met excellentieprogramma’s voor studenten. Op veel instellingen nemen de studenten inmiddels deel aan vakwedstrijden binnen de instelling en op lokaal, regionaal, landelijk en internationaal niveau. Verder nemen studenten in het kader van excellent vakmanschap bijvoorbeeld deel aan internationaliseringsprogramma’s, het volgen van extra taalonderwijs en activiteiten gericht op het verwerven van specifieke branchecertificaten. Deze excellentieprogramma’s leiden ook tot innovatie, in de zin dat ze bij succes breder binnen de organisatie worden geïmplementeerd en zo voor meer studenten beschikbaar komen.

De mbo-instellingen hebben de afgelopen periode hard gewerkt aan het bereiken van de gestelde doelen in hun kwaliteitsplannen en tegelijkertijd heeft de wereld de afgelopen jaren niet stilgestaan. Om die reden adviseert MBO in Bedrijf de mbo-instellingen om kritisch te kijken naar de gestelde doelen en de activiteiten in het kwaliteitsplan. Daarnaast wordt de instellingen geadviseerd te beoordelen of er intensivering nodig is of dat er aanleiding is om nieuwe thema’s onder handen te nemen. Ik roep de instellingen daar ook toe op.

Om studenten ook in de toekomst goed op te kunnen blijven leiden voor een succesvolle start op de arbeidsmarkt, het vervolgonderwijs en de samenleving is het essentieel dat het mbo blijft innoveren. MBO in Bedrijf adviseert de mbo-instellingen om innovatie zoveel mogelijk te integreren in de reguliere processen in plaats van door het opzetten van aparte projecten. Om te zorgen voor deze innovatie is een goede samenwerking met de verschillende partijen in de regio cruciaal. Kwaliteitsafspraken zouden deze samenwerking verder moeten stimuleren en daarbij past ook een verantwoording richting de partijen in de regio. Bij het vervolg van de kwaliteitsafspraken kan hiermee rekening worden gehouden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven