31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 335 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 12017

Bij de invoering van de herziene kwalificatiestructuur in het mbo per 1 augustus 2016 zijn de keuzedelen geïntroduceerd. Met de introductie van de keuzedelen wordt een belangrijke impuls gegeven aan het flexibiliseren, actualiseren en innoveren van het mbo. De beroepsopleidingen zijn extra uitdagend en aantrekkelijker geworden. Scholen kunnen zich beter profileren en er is meer ruimte gekomen voor actuele regionale ontwikkelingen. Het mbo-veld is dan ook blij met keuzedelen. De ontwikkeling en invoering van keuzedelen is voortvarend ter hand genomen en momenteel zijn er door mij, op advies van de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs en bedrijfsleven (SBB), circa 850 keuzedelen vastgesteld.

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel herziene kwalificatiestructuur is door uw Kamer bij wijze van amendement Lucas c.s. (Kamerstuk 34 160, nr. 18) besloten om de hoogte van het behaalde resultaat van een keuzedeel mee te laten tellen in de slaag-zakregeling voor studenten die starten met hun opleiding per studiejaar 2018–2019.

Het staat wat mij betreft niet ter discussie dat keuzedelen volwaardig mee gaan tellen in de slaag-zakregeling voor het behalen van een mbo diploma. Er is echter, zo hebben de uitvoerende partijen mij met klem laten weten, meer tijd nodig dan in eerste instantie voorzien om het majeure proces van implementatie van de keuzedelen op een kwalitatief goede en verantwoorde manier te kunnen doorlopen. Daarom informeer ik u met deze brief dat ik, op voorstel van SBB namens de mbo instellingen en sociale partners, besloten heb de ingangsdatum aan te passen. Met deze aanpassing zal de inwerkingtredingsdatum twee jaar doorschuiven en komen te liggen op studiejaar 2020–2021. Dit is nodig omdat het overgrote deel van de onderwijsinstellingen meer tijd nodig blijkt te hebben om ervaring op te doen met zowel de vormgeving als programmering van de keuzedelen. Ondanks alle inspanningen blijkt namelijk dat nog niet voor alle keuzedelen goed onderwijs- en examenmateriaal beschikbaar is. Het doorschuiven van de ingangsdatum geeft bestuurders, docenten, het beroepenveld en leveranciers van examens en lesmateriaal de tijd om de ingezette implementatie van de keuzedelen op een goede manier te continueren en tot een succes te maken. Dat is in het belang van studenten.

Inzet tot nu toe

Met de invoering van de herziene kwalificatiestructuur inclusief keuzedelen is er de afgelopen jaren een grote verandering in het mbo doorgevoerd die eraan gaat bijdragen dat mbo-gediplomeerden nog beter in staat zijn om een baan op niveau te vinden na hun studie, succesvol door te kunnen stromen naar vervolgonderwijs en volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving. Keuzedelen stellen mbo instellingen in staat om samen met sectorale en regionale stakeholders sneller in te spelen op nieuwe trends op de arbeidsmarkt. De gevolgen van deze verandering voor het onderwijs en de examinering op de mbo-instellingen zijn echter groot: van het ontwikkelen van een nieuw curriculum en lesprogramma, tot het maken van nieuwe examens, het maken van nieuwe lesroosters, het voorlichten van studenten etc.

Scholen, bedrijven, examenleveranciers en bedrijfstakgroepen hebben de afgelopen periode veel werk gemaakt van de invoering van de herziene kwalificatiestructuur en de keuzedelen. Er zijn 850 keuzedelen ontwikkeld en gevalideerd waarvan bijna 85% inmiddels is opgenomen in het aanbod van scholen. Goede voorbeelden uit de regio worden actief gedeeld. Onderwijs- en examenreglementen zijn aangepast aan de nieuwe regelgeving. Uit de rapportage monitor keuzedelen1 kan worden afgeleid dat een gedegen en ook voorzichtige start door het mbo-veld is gemaakt met de inzet van keuzedelen. Er is overleg tussen onderwijsinstellingen en leveranciers om te komen tot goede en betaalbare exameninstrumenten.

Onderwijs en bedrijfsleven constateren dat zij veel vooruitgang boeken in de organisatie van keuzedelen, maar geven op basis van de ervaringen tot nu toe ook aan dat het volwaardig meetellen van keuzedelen voor het behalen van het diploma in studiejaar 2018–2019, conform het amendement Lucas c.s., niet verantwoord is. Hiervoor zijn de volgende redenen:

  • Instellingen moeten voor alle keuzedelen lesprogramma’s ontwikkelen. Omdat er veel verschillende keuzedelen zijn, zorgt dit voor een uitdaging. De ervaringen van de afgelopen periode laten zien dat dit nog niet voor alle keuzedelen is gelukt. Hiervoor is meer tijd nodig. Er is ook meer tijd nodig om te komen tot innovatie. De wens en insteek is om aan te sluiten bij de innovatieve ontwikkelingen in de regio’s die door onderwijs en bedrijfsleven samen vertaald worden in de keuzedelen. Naarmate de implementatie van de herziene kwalificatiestructuur vordert zien we dat er meer tijd beschikbaar komt voor deze ontwikkelcapaciteit.

  • Omdat de keuzedelen moeten worden geëxamineerd, is de examineringsinspanning voor de instellingen verzwaard. Voor de andere onderdelen van een opleiding is in veel gevallen inkoop van examens mogelijk. Voor keuzedelen is dat (nog) niet het geval en zal dat naar verwachting nog de nodige tijd vergen. Momenteel is slechts voor circa 25% van de keuzedelen inkoop mogelijk. Dat betekent dat instellingen voor veel keuzedelen uit hun aanbod zelf examens moeten ontwikkelen. Het proces om hiervoor te zorgen is gaande maar het vraagt meer tijd om tot kwalitatief goede en voldragen examenproducten te komen voor alle keuzedelen.

  • Instellingen zijn met de introductie van de keuzedelen ook geconfronteerd met stevige logistieke, financiële en organisatorische uitdagingen. Met de keuzedelen is de keuzevrijheid voor studenten toegenomen, maar dit heeft gevolgen voor de roosters van studenten, bijvoorbeeld omdat studenten uit verschillende groepen of locaties of zelfs van meerdere scholen nu gezamenlijk op één moment een keuzedeel moeten volgen. Hiermee moet nog meer ervaring worden opgedaan.

  • Uit de ervaringen van het afgelopen studiejaar blijkt dat het vaak lastig is om keuzedelen een goede plek te geven binnen éénjarige trajecten (de entree-opleiding en de specialistenopleiding). Er is meer tijd nodig om hier goede invulling aan te geven.

  • De uitvoering van keuzedelen voor studenten in bbl-trajecten is complex. Omdat zij vaak maar een beperkt aantal uren op school doorbrengen, en in die tijd er ook aandacht nodig is voor andere onderdelen van de opleiding zoals taal, rekenen en burgerschap, is het aantal uren dat op school kan worden ingezet voor de keuzedelen beperkt. Het volgen van keuzedelen op hun werkplek biedt dan uitkomst, maar is vaak lastig te realiseren. Voor bijvoorbeeld kleinere werkgevers is het «ruimte» maken voor het volgen van een keuzedeel van een werknemer ook lang niet altijd vanzelfsprekend. Ik zal rond de uitvoerbaarheid van keuzedelen in bbl-trajecten goed de vinger aan de pols houden via mijn periodieke bestuurlijk overleg met SBB.

  • Voor sommige keuzedelen is het vinden en volgen van een stage relevant. Daar ligt ook nog een forse uitdaging, gegeven het feit dat de planning en de duur van deze stages in het onderwijstraject niet per se corresponderen met wat voor bedrijven mogelijk is.

  • Tenslotte is het zaak om ten tijde van het meetellen van de resultaten van keuzedelen er zeker van te zijn dat er geen risico-avers gedrag van studenten ontstaat. Meetellen mag niet leiden tot het kiezen van «makkelijk te behalen» keuzedelen, want dan schieten de keuzedelen hun doel voorbij. Ik wil er zeker van zijn dat dit niet gaat gebeuren.

Om de keuzedelen op een verantwoorde manier mee te kunnen laten tellen heeft de SBB mij gevraagd om het volwaardig meetellen van het behaalde resultaat van keuzedelen voor het behalen van het diploma met twee jaar uit te stellen. Mij is door SBB verzekerd dat twee jaar nodig is om alle aspecten, van invoering van vaststelling van keuzedelen tot examinering en verantwoording door elk onderwijsteam, van kwalitatief hoogwaardige antwoorden te voorzien en daarmee tot een duurzame positionering van keuzedelen in het stelsel te komen waarbij deze ook volwaardig kunnen meetelen voor het behalen van het diploma. Eén jaar uitstel volstaat daarvoor niet. Gedurende de komende twee jaren zal het onderwijsveld samen met het bedrijfsleven zich onder meer verder voorbereiden op de volledige inwerkingtreding van de slaag-zakregeling.

Met dit uitstel wordt voorkomen dat de kwaliteit van de lesprogramma’s en examinering van keuzedelen niet gegarandeerd kan worden en de foutgevoeligheid in administratieve processen van scholen toe zal nemen. Studenten zouden daarvan de dupe kunnen worden, omdat het behalen van hun diploma er mede vanaf hangt en dat willen we te allen tijde voorkomen. Door de inwerkingtreding van de slaag-zakregeling met twee jaar uit te stellen ontstaat tevens de mogelijkheid om alle soorten opleidingen in het mbo, dus ook de 4-jarige, de volledige opleidingscyclus één keer te laten doorlopen. Een groot deel van de studenten die in augustus 2016 met een mbo-opleiding is gestart, zal pas in 2019 examen doen en bijbehorende keuzedelen afronden. Ik vind het van wezenlijk belang om op deze manier te leren van de ervaringen die zowel het mbo-veld als studenten hebben opgedaan.

Tot slot

Alle partijen zijn het erover eens dat de keuzedelen in het mbo een duidelijke meerwaarde hebben. Er zijn veel positieve ontwikkelingen sinds de keuzedelen zijn ingevoerd, maar we zijn er nog niet. De resultaten van keuzedelen gaan mee tellen in de slaag-zakregeling voor het behalen van een mbo diploma. Dat staat niet ter discussie. Wel is er meer tijd nodig om dit op een kwalitatief goede en verantwoorde manier in te voeren. Die tijd zal door alle partijen in het veld worden gebruikt om gestaag en met veel energie door te gaan op de ingeslagen weg en zal bijgestuurd kunnen worden op basis van inzichten uit de implementatie.

Omdat het noodzakelijk is de regelgeving tijdig aan te passen en zo snel duidelijkheid te scheppen over de datum waarop de volledige inwerkingtreding van de slaag-zakregeling een feit zal zijn, heb ik inmiddels opdracht gegeven om voorbereidingen te treffen om de regelgeving aan te passen zodat voor studenten die starten in het studiejaar 2020–2021 de hoogte van het behaalde resultaat van de keuzedelen voor het eerst gaat meetellen voor het behalen van het diploma. Het aanpassen van de regelgeving vergt ongeveer één jaar. Om de aanpassing daadwerkelijk voor 1 augustus 2018 gereed te hebben is het noodzakelijk dat ik nu de aanpassing van de regelgeving in gang heb gezet.

Ondertussen blijft de huidige situatie gelden waarin alle studenten keuzedelen moeten volgen, een examen afleggen en het resultaat vermeld wordt op de resultatenlijst. Met de SBB en de MBO Raad heb ik de afspraak gemaakt dat zij samen met onderwijsinstellingen en examenleveranciers de komende twee jaar werken aan het oplossen van de gesignaleerde aandachtspunten. Ik zal de ontwikkelingen nauwlettend volgen en regelmatig met de betrokken partijen vaststellen hoe de voorbereidingen voor de inwerkingtreding van de slaag-zakregeling per schooljaar 2020–2021 vorderen en hen aanspreken op hun verantwoordelijkheid daarbij. Ik heb er vertrouwen in dat het mbo-veld in staat is de komende twee jaar goed te benutten om keuzedelen tot een succes te maken. Ik zal uw Kamer eind schooljaar 2017–2018 én 2018–2019 informeren over de voortgang.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven