31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 244 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 april 2015

In uw brief van 18 december 2014 verzoekt u mij om een update te geven van de casus Amarantis naar aanleiding van de negende benchmark van de MBO Raad (november 2014). In deze brief kom ik aan uw verzoek tegemoet. Ik ga achtereenvolgens in op de ontbinding van de Amarantis Onderwijsgroep, op de realisatie van de continuïteitsgarantie en op de stand van zaken betreffende de rechtsopvolgers. Over de stand van zaken van de macrodoelmatigheid van het opleidingsaanbod van de rechtsopvolgers zal ik uw Kamer in een aparte brief voor het einde van dit studiejaar informeren.

Ontbinding Amarantis en continuïteitgarantie

In februari 2014 is een laatste subsidie verstrekt voor de resterende defusie- en saneringskosten van de Amarantis Onderwijsgroep. In totaal is € 16,5 miljoen verleend voor de kosten van het sociaal plan, de kosten voor de betrokken externe adviseurs, de kosten voor ICT voorzieningen en voor het voortgezet onderwijs in Almere. De totale kosten zijn daarmee onder het maximum van de continuïteitsgarantie van € 18 miljoen gebleven.

Op 1 oktober 2013 is de Amarantis onderwijsgroep officieel ontbonden. De vijf rechtsopvolgers van Amarantis zijn twee scholen voor voortgezet onderwijs; Stichting Zaam en Het Baken, en drie MBO-instellingen; MBO Utrecht, MBO Amersfoort en ROC TOP. Beide scholen voor voortgezet onderwijs en ROC TOP staan momenteel nog onder aangepast financieel toezicht van de Inspectie van het Onderwijs.

Stand van zaken rechtsopvolgers

Stichting Zaam

Stichting Zaam heeft 22 vestigingen, met in totaal 42 afdelingen. Deze vestigingen bevinden zich vrijwel allemaal in Amsterdam. Naast Amsterdam bevindt één vestiging zich in Monnickendam, en twee vestigingen bevinden zich in Zaandam. Op dit moment loopt voor zes afdelingen een traject van geïntensiveerd toezicht. Met deze afdelingen is een verbetertraject afgesproken. Er zijn geen scholen met een zeer zwakke kwaliteit. Ten aanzien van de examenresultaten 2014 heeft een aantal scholen goede prestaties geleverd. Dit is vooral positief omdat Zaam veel scholen heeft in sociaal economisch zwakke wijken. Eind juni 2014 heeft de inspectie een bestuursgesprek gevoerd bij Zaam. Hieruit kwam naar voren dat het bestuur steeds meer toe komt aan onderwijskundige, inhoudelijke sturing nu de continuïteit van de beleidsvoering beter geborgd lijkt. In het schooljaar 2014–2015 voert de inspectie onderzoeken uit in het kader van het Onderwijsverslag met specifieke aandacht voor veiligheid, schoolklimaat en loopbaanoriëntatie en begeleiding. Een deel van de scholen van Stichting Zaam valt in de steekproeven. Daarnaast lopen ook de reguliere inspectiebezoeken aan Zaam door.

Het bestuur heeft verder stappen gezet op weg naar een betere financiële positie. Zo is het resultaat van 2013, mede door de middelen toegekend bij de begrotingsafspraken 2014, aanzienlijk en ligt er een (meerjaren)begroting over 2014 tot en met 2017 die aangeeft dat het bestuur positieve resultaten verwacht te halen. De financiële positie is echter nog fragiel en de solvabiliteit dient verder te worden verbeterd. De inspectie handhaaft dan ook het arrangement aangepast financieel continuïteitstoezicht totdat gebleken is, dat de ingezette verbetering een voldoende duurzaam karakter heeft.

Het Baken

Op 5 december 2013 heeft de inspectie tekortkomingen vastgesteld in de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de naleving van wettelijke vereisten op Het Baken Park Lyceum, onderdeel van de Stichting voor Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs te Almere. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 4 juni 2014. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan heeft de inspectie een tussentijds onderzoek uitgevoerd om na te gaan in hoeverre de school voortgang boekt met haar verbeterproces en of de tekortkomingen zijn verdwenen. Geconstateerd is dat het schoolklimaat, de onderwijsactiviteiten en -ontwikkelingen bij de VWO afdeling zich positief hebben ontwikkeld. Ook de onderwijstijd bleek voldoende en het pedagogisch en didactisch handelen van de docenten liet een zichtbare verbetering zien ten opzichte van eerdere oordelen door de inspectie. Punt van aandacht blijft echter het vergroten van de professionaliteit en het opbrengstgericht werken binnen het docententeam en de hiermee samenhangende tegenvallende examenresultaten. Met het bestuur van Het Baken Park Lyceum is afgesproken dat in september 2015 een afsluitend onderzoek naar kwaliteitsverbetering wordt uitgevoerd. Daarbij dienen de examenresultaten tenminste gelijk of hoger dan het landelijk gemiddelde cijfer te zijn.

Het Baken is op 5 september 2012 onder aangepast financieel toezicht geplaatst, vanwege risico’s ten aanzien van de continuïteit van deze school. Op 24 maart 2014 is besloten om het aangepast financieel toezicht te handhaven. In december 2014 is het aangepast financieel toezicht wederom gemonitord. Op basis van deze analyse en een bestuursgesprek is besloten het aangepaste toezicht voorlopig te handhaven, omdat er nog steeds risico’s bestaan ten aanzien van de continuïteit. Wel is geconstateerd dat, ondanks bovengenoemde bevindingen, het planning en control instrumentarium sterk ontwikkeld is. Ook de invulling van de governance is goed. Er bestaan goede checks and balances tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht.

MBO Utrecht

In het voorjaar van 2014 is het onderzoek naar de Staat van de instelling uitgevoerd. Hieruit bleek dat de kwaliteitsborging bij MBO Utrecht op instellingsniveau onvoldoende is. Het bestaande systeem levert nog geen betrouwbare informatie op over de kwaliteit bij de opleidingen. Dat betekent ook dat de kwaliteit van examinering en diplomering onvoldoende geborgd is. Bij de opleidingen Artiest (Dans), Secretariële beroepen (Directiesecretaresse/ managementassistent) en Mbo-Verpleegkundige is het verbetervermogen en de verankering van de onderwijskwaliteit nog ontoereikend. Het organiseren van de dialoog en verantwoording met het werkveld kan beter, evenals de detectie van tekortkomingen in het onderwijsproces. MBO Utrecht heeft inmiddels een systeem ingericht dat moet zorgen voor een verbeterde kwaliteitscyclus. De inspectie zal volgend jaar opnieuw beoordelen of dit systeem ook doet waarvoor het bedoeld is, namelijk verbetering van de onderwijs- en examenkwaliteit bij MBO Utrecht.

Eind 2013 bedroeg de solvabiliteit21 van MBO Utrecht 0,32 (signaleringswaarde OCW is 0,3 en lager; gemiddelde voor de sector over 2013 is 0,54) en de liquiditeit 2,09 (signaleringswaarde OCW is 0,5 en lager; gemiddelde voor de sector over 2013 is 1,11). De rentabiliteit over 2013 bedroeg 11,1% (signaleringswaarde OCW is 0% en lager; gemiddelde voor de sector over 2013 is 2,3%). In de meerjarenraming 2014–2017 is voor ieder jaar een positief resultaat begroot. Tevens neemt hierin de solvabiliteit en de liquiditeit de komende jaren verder toe. Uit voorzichtigheid wordt in de meerjarenraming rekening gehouden met een lichte daling van de studentenaantallen. De inspectie heeft in september 2014 het aangepast financieel continuïteitstoezicht van MBO Utrecht gewijzigd naar een basisarrangement.

MBO Amersfoort

De inspectie heeft geconstateerd dat MBO Amersfoort sinds de defusie duidelijke stappen heeft gezet om te komen tot een instellingsbrede aanpak van kwaliteitsborging. De ingezette acties hebben geleid tot een kwaliteitsborgingssystematiek om de kwaliteit van het onderwijs te monitoren en te borgen. Dit heeft op diverse organisatieniveaus en op diverse gebieden geleid tot zichtbare effecten. Omdat de instelling nog niet bij alle opleidingen de kwaliteit voldoende beheerst en adequaat inspeelt op de tekortkomingen en risico’s, is de kwaliteitsborging bij MBO Amersfoort nog onvoldoende. Er worden verbeteringen doorgevoerd. Tijdens het onderzoek naar de Staat van de instelling zijn bij de opleidingen Juridisch medewerker, Zakelijke dienstverlening en Schoonheidsspecialist tekortkomingen geconstateerd. Het vervolgtoezicht bestaat er onder meer uit dat de inspectie over een jaar opnieuw onderzoek zal doen naar de kwaliteitsborging op instellingsniveau en naar de onderwijskwaliteit van de twee opleidingen waar tekortkomingen geconstateerd zijn. Naar aanleiding van een verzoek van de inspectie heeft de instelling gerapporteerd over risico’s voor de onderwijskwaliteit bij de school voor Economie en Ondernemen en zijn verbetermaatregelen ingezet.

Eind 2013 bedroeg de solvabiliteit2 van MBO Amersfoort 0,31 (signaleringswaarde OCW is 0,3 en lager; gemiddelde voor de sector over 2013 is 0,54) en de liquiditeit 2,04 (signaleringswaarde OCW is 0,5 en lager; gemiddelde voor de sector over 2013 is 1,11). De rentabiliteit over 2013 bedroeg 14% (signaleringswaarde OCW is 0% en lager; gemiddelde voor de sector over 2013 is 2,3%). In de meerjarenbegroting 2014–2017 is voor ieder jaar een positief resultaat begroot. Tevens neemt hierin de solvabiliteit en de liquiditeit de komende jaren verder toe. In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met stabiele baten uit rijksbijdragen tot en met 2017. De inspectie heeft in juli 2014 het aangepast financieel continuïteitstoezicht van MBO Amersfoort gewijzigd naar een basisarrangement.

ROC TOP

In het rapport naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de instelling staat dat de kwaliteitsborging op het niveau van de instelling voldoende is. Van de vier onderzochte opleidingen is bij de opleidingen Leisure and Hospitality (Leisure and Hospitality executive), Maatschappelijke Zorg (persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen) en Verkoper (verkoper detailhandel) de kwaliteit van het onderwijs op alle gebieden voldoende. Deze opleidingen hebben een voldoende voor: het onderwijsproces, de examinering en diplomering, de kwaliteitsborging en de opbrengsten van de opleiding. De opleiding AV-productie (Allround medewerker AV-productie, audiovisuele sector) heeft een voldoende voor het onderwijsproces en de examinering en diplomering en een onvoldoende voor kwaliteitsborging en de opbrengsten van de opleiding. Deze opleiding wordt afgebouwd. Daarnaast is in het najaar van 2014 een aantal onderzoeken naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Alle onderzochte opleidingen zijn voldoende beoordeeld.

In de managementrapportage van het 3e kwartaal 2014 heeft ROC TOP voor geheel 2014 een positief resultaat geprognosticeerd. Deze prognose zou leiden tot een gelijkblijvende liquiditeit van 2,57 (signaleringswaarde OCW is 0,5 en lager; gemiddelde voor de sector over 2013 is 1,11) en een versterking van de solvabiliteit2 tot 0,44 (signaleringswaarde OCW is 0,3 en lager; gemiddelde voor de sector over 2013 is 0,54). Ook in het in december 2014 door de Raad van Toezicht van ROC TOP goedgekeurde meerjarenperspectief zijn tot en met 2020 positieve resultaten begroot. De inspectie verwacht bij ROC TOP geen continuïteitsrisico’s vanwege te lage liquiditeit op korte termijn. Wel zien zij enkele andere verhoogde financiële risico’s voor middellange- en lange termijn. De inspectie heeft daarom besloten het aangepast financieel continuïteitstoezicht voorlopig te handhaven.

Het uiteenvallen van de Amarantis Onderwijsgroep, nu circa drie jaar geleden heeft nieuw licht geworpen op de verbetering van het bestuur en op het beheer en het toezicht binnen onderwijsinstellingen en binnen het stelsel. Bovendien heeft het ons voor nieuwe vraagstukken met betrekking tot de macrodoelmatigheid van het onderwijsaanbod gesteld. De financiële continuïteit en de onderwijskwaliteit bij de vijf rechtsopvolgers lijkt zich positief te ontwikkelen, al is op een aantal aspecten nog verdere verbetering nodig. Ik zal daarom de ontwikkeling bij deze scholen integraal en nauwlettend blijven volgen.

Ik vertrouw erop dat ik u met deze brief voldoende heb geïnformeerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

De solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin besturen op langere termijn aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. De solvabiliteit2 wordt berekend door het eigen vermogen inclusief de voorzieningen te delen door het totaal vermogen.

Naar boven